Nederlanders zijn niet bereid om jaren over te werken of iedere maand salaris in te leveren om daar later betaald verlof voor terug te krijgen. Werknemers willen pas salaris inleveren als ze zeker weten dat ze het verlof nodig zullen hebben. Dit blijkt uit het onderzoek Meningen over de levensloop van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting).
Slechts drie op de tien ondervraagden jonger dan 35 jaar is bereid om tien jaar lang 5 procent van het salaris in te leveren voor verlof. Maar de helft van deze groep zou wel onbetaald verlof willen met terugkeergarantie. Uit het Nibud-onderzoek blijkt dat consumenten niet graag tijd of geld sparen als ze nog niet weten of ze daar later ook gebruik van gaan maken. Mensen zijn eerder geneigd te sparen voor verlof als het om een concreet doel gaat. Eenderde wil sparen voor bijvoorbeeld studieverlof of een sabbatical. Voor verlof dat misschien nodig is, zoals zorgverlof en ouderschapsverlof, wil slechts een kwart verlofsparen. Ook een op de drie 50-plussers zegt wel 10 procent van hun loon te willen afstaan om een jaar eerder met pensioen te kunnen. Verlofsparen wordt pas interessant als men zeker weet het nodig te hebben.
Wat verder opvalt, is dat 50 procent van de ouders aangeeft dat geen van beide ouders ouderschapsverlof heeft opgenomen en daaraan ook geen behoefte heeft. Dit zou kunnen komen doordat bij 80 procent van de ouders een of beide partners minder is gaan werken, of een van beiden zelfs helemaal is gestopt na de komst van het eerste kind. Zo´n 80 procent van de ouders zegt dan ook een inkomensdaling te hebben meegemaakt na het krijgen van kinderen.
Toch bereiden maar weinig aanstaande ouders zich financieel voor op de komst van kinderen. Bijna 90 procent van de ondervraagden gaf aan het tijdstip van kinderen te plannen. Maar slechts een kwart van de ouders bereidt zich ook financieel voor. 16 procent heeft van tevoren gespaard en 9 procent is van tevoren zuiniger gaan leven. Slechts twee op de tien ouders zegt achteraf dat ze wel hadden moeten sparen.
Meer dan de helft (57%) van de gepensioneerden die voor hun pensioen geen idee hadden hoe hoog hun inkomen zou zijn na pensionering, vindt de pensioenuitkering tegenvallen. 72 procent van de gepensioneerden zegt minder te besteden te hebben dan voor het pensioen. Om de inkomensterugval op te vangen, wordt er flink bezuinigd en de spaarpot geplunderd. Bovendien heeft maar liefst 13 procent van de gepensioneerden om die reden een bijbaan genomen. Dat er zo velen een inkomensterugval hebben meegemaakt, komt wellicht doordat 60 procent van de gepensioneerden alleen pensioen bij de werkgever heeft opgebouwd. Slechts 30 procent had daarnaast ook nog op een andere manier geld gespaard. De mensen die nu voor hun pensioen staan, hebben zich financieel beter voorbereid. Slechts 17 procent bouwt alleen pensioen op via de werkgever. Bijna 70 procent spaart daarnaast ook nog op een andere manier voor een goede oude dag. (BK)
