Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Muziek en business

4 portretten van businessmensen en hun passie voor muziek

CISKA PETERS

Op de bühne staat Ciska Peters alleen nog als presentatrice, niet meer als zangeres.
Na haar veertigste vond ze oude succesnummers als Naar de kermis niet meer bij haar leeftijd passen. Ondernemer worden was daarna een voor de hand liggende keuze. “Dat ben je als zangeres in feite ook.” “Ik mis het publiek wel. Het applaus. Het is de kick om voor een massa mensen op te treden. Met weemoed kijk ik soms terug. Dan stel ik me voor hoe het is om met repertoire van nu voor een volle zaal te staan en het publiek helemaal in te pakken. Want daar is het mij altijd om te doen geweest: de zaal in beweging krijgen en er een feestje van maken. “Ik ben een echte tweeling van sterrenbeeld. Die pakken alles aan. Zo ook het zingen. Op mijn zestiende scoorde ik heel lokaal op een talentenjacht in Nijmegen. En dan breek je door, omdat je op het juiste moment de juiste mensen tegenkomt. In mijn geval was dat Willem Duys. “Altijd al wilde ik ondernemer worden. Dat ben je als zangeres in feite ook. Je maakt je eigen afspraken, bepaalt waar je optreedt en hebt je verplichtingen na te komen. Alleen werk ik nu als directeur niet meer van zeven uur 's avonds tot drie uur 's nachts. Ik moest ineens vroeg opstaan. Maar dat went. Ik ben een mens van weinig slaap. “In het begin heb ik mijn zangbestaan wel gemist. Muziek is mijn hobby.

Maar wat ik nu doe is zoveel creatiever. Bedrijven waarvoor wij een evenement verzorgen, leggen alles op tafel, en daarmee mag ik aan de slag. Wij zijn een soort hoofdaannemer die alles bedenkt en regelt van concept tot evaluatie. Het bestaan van zangeres is veel beperkter. Ik deed Nederlands-populair repertoire, maar als ik Franse chansons wilde zingen, kon dat niet, want daar hadden we Liesbeth List al voor.
Je wordt als artiest in een hokje geduwd waar je moeilijk weer uit komt. “Ik ben op mijn veertigste gestopt. Ik zat in de nadagen van mijn carrière. Steeds vaker werd ik gevraagd om oude succesnummers te zingen. Naar de kermis of Kom in mijn armen. Maar ik vond dat niet meer bij mijn leeftijd passen. Teksten als 'ik hou van jou, ik blijf je trouw' mochten toen van mij wel wat meer inhoud hebben. Toen ik merkte dat ik op routine ging draaien, vond ik dat ik ermee moest stoppen. “Ik wilde bovendien een tweede carrière beginnen. Ik moest dus kiezen. Al een tijdje deed ik administratief werk voor mijn man, die destijds een impresariaat had met veel beroemde artiesten en presentatoren. Ik nam de telefoon op en maakte afspraken voor de agenda's van artiesten als Lee Towers, Luv, Hans van der Togt en Ivo Niehe. Mijn man heeft toen een evenementenpoot aan zijn bedrijf toegevoegd en zijn we verder gegaan onder de naam Peters & Ter Linde.

“Mijn bekendheid heeft zakelijk altijd in mijn voordeel gewerkt. In de begintijd publiceerden wij onze advertenties zonder foto van mij, maar de respons was duidelijker groter mét foto. Ook nu nog pluk ik de vruchten van mijn zangcarrière. Veel directeuren of topmanagers van rond de vijftig herkennen mij nog van toen.
In zakelijke contacten met hen straal ik meteen vertrouwen uit. Het kennismakings-gesprek heeft soms al bijna een tutoyerende toon. Al kom ik ook steeds meer jongere directeuren tegen die nog nooit van mij hebben gehoord. Vind ik eigenlijk ook niet erg. “Vaak wil de opdrachtgever dat er tijdens een evenement een act optreedt. Veel artiesten ken ik nog van toen en dan wil een telefoontje van mijn kant wel eens helpen. Ik spreek bovendien hun taal. Altijd zorg ik dat de kleedkamer in orde is en dat er een goede maaltijd is geregeld zodat de artiest met vreugde kan optreden. Ik weet als geen ander hoe dat is. “Zelf treed ik niet meer op. Ik zou meteen hees worden, want stembanden moet je trainen. Wel wil ik voor een klant nog wel eens in de rol van presentatrice kruipen. Dan trek ik een jurk aan en spring het toneel op. Ik heb nooit bühnevrees gekend. “Vorig jaar hebben mijn man en ik het bedrijf verkocht aan cateraar Verhaaf. We zijn geen eigenaar meer maar nog wel directeur. Ik vind het nog steeds heerlijk om te werken en ga beslist nog een tijdje door. Nee, mijn zangcarrière ga ik niet meer oppakken. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe groot het drama kan zijn wanneer je dat wel doet. Het sprookje is over. Over een paar jaar ga ik wel weer schilderen. Misschien wordt dat wel mijn derde carrière.”

Wie > Ciska Peters
Leeftijd > 58
Was > zangeres
Nu > directeur van evenementen-organisator Peters & Ter Linde (sinds 1985)


JEF NASSENSTEIN

Jeff Nassenstein, tot voorkortt werkzaam voor Endemol, liftte met zijn band Spargo mee met de disco-rage. Dat hij vervolgens een kantoorbaan zou hebben, had hij nooit verwacht. Maar echt een muzikant is hij ook niet. “Het gaat niet vanzelf, ik moet er hard voor werken.” “Ieder kind of puber die muziek maakt, heeft de droom om door te breken en bekend te worden. Ik speelde vanaf mijn zestiende basgitaar en zat in meerdere bandjes voordat we in 1980 met Spargo plotseling een nummer 1-hit hadden. Tot die tijd zat ik op de Rietveldacademie, maar was ik wel bezig met muziek. We repeteerden twee keer per week en traden elk weekend op. Met Spargo liftten we mee met de disco-rage. Ik denk dat ik destijds elke discotheek in Nederland wel van binnen heb gezien. “We dachten dat we een grotere kans hadden door te breken als we een meisje bij de band zouden halen. Vooral achteraf realiseerden wij ons dat een kleine, donkere zangeres en een lange, blonde zanger heel goed werkte. Marketing was toen ook al heel belangrijk, zie bijvoorbeeld het succes van de Dolly Dots. “Onze eerste hit You and me was enorm commercieel. Toen we het nummer zelf voor het eerst hoorden, waren we even vijftien minuten stil, zo commercieel was het. In eerste instantie wilde echter geen enkele platenmaatschappij ons hebben.

Uiteindelijk heeft een klein onafhankelijk label op eigen risico de opname gemaakt.
“Muziek werd na de plotselinge nummer 1-hit opeens ons vak. Iedereen moest stoppen met waar die mee bezig was. Je was zeven dagen per week druk met optredens in binnen- en buitenland, een plaat opnemen, interviews geven et cetera. Als Nederlanders konden we vooral in het buitenland maar moeilijk omgaan met het stardom. We waren niet voorbereid op het hysterisch publiek of groepen mensen die je bestormen. Een van de mooiste momenten was toen wij voor dertigduizend mensen optraden. Dat geeft een enorme kick. “We waren eigenwijze studenten. In het eerste jaar weigerden we dan ook een manager aan te nemen. Daar heb ik achteraf wel spijt van. Zeker in Duitsland hadden we de markt beter kunnen bespelen als we een goede zakelijke manager met de juiste contacten hadden gehad. Na een jaar besloten we met John de Mol in zee te gaan. Dat was een goede zet. Je hebt als band een manager nodig die je zakelijke belangen behartigt en de band goed begeleidt. “In 1984 verlieten de zangeres en drummer onze band. Er was onenigheid. Wat ook niet gek is, omdat je ongelooflijk veel tijd met elkaar doorbrengt. Geen enkele relatie of huwelijk waar je zo veel tijd aan besteedt als aan een band. We zijn nog wel even doorgegaan en hadden ook een bescheiden hit, maar ik had geen zin om de hele weg terug van de top mee te maken en te eindigen als barpianist. Je ziet gewoon dat het niet meer gaat. We waren over ons hoogtepunt heen.

“Mijn basgitaar stond dertien jaar onaangeroerd in een hoek. Het is ook niet het meest dankbare instrument om in je eentje te spelen. Pas toen een Rotterdamse studenten-vereniging Spargo voor hun lustrum in 1997 wilde boeken, kwamen we weer bij elkaar. Het was als een reis in de tijd. Iedereen na al die jaren weer bij elkaar en nog steeds hetzelfde. Ik moest keihard oefenen om weer te kunnen spelen. Ik ben sowieso niet echt een muzikant. Het gaat niet vanzelf, ik moet er hard voor werken. Omdat ik zo lang niet had gespeeld, moest ik op gegeven moment zelfs naar de fysiotherapeut. Mijn schouder moest er blijkbaar ook weer aan wennen. De reünie was leuk, maar tijdelijk. Zes weken hadden we toen uitgetrokken voor optredens en interviews. Ik had tenslotte inmiddels een drukke baan bij Endemol. “Dat ik een kantoorbaan zou hebben, had ik nooit verwacht. Daar ben ik vanzelf ingerold. Ik deed bij Spargo veel van de zakelijke contacten en de boekhouding. Dat interesseerde me steeds meer.
In die zin ben ik ook geen echte muzikant, die niets anders wil dan spelen. Toen we uit elkaar gingen, ben ik voor John de Mol gaan werken. Hij leerde mij het vak van televisieprogramma's produceren. Had ik nooit eerder gedaan, maar het bleek vooral organisatorisch best makkelijk te zijn. Vooral bij het produceren van muziek-programma's kwam mijn ervaring als muzikant goed van pas. Je kent de andere kant en je bekendheid helpt. “De muziekbusiness is anders dan het 'gewone' zakenleven. Je product is leuker. Het heeft meer met gevoelens te maken. Veel marketeers zullen nu steigeren, maar muziek verkopen is een stuk leuker dan boter. Boter is niet sexy.
“Met creatieve mensen moet je als manager ook anders communiceren. Je moet hun taal spreken en vertrouwen winnen. Als manager in het 'gewone' bedrijfsleven communiceer je vaker met gelijksoortige mensen. Ik denk dat ik door mijn opleiding en achtergrond de taal spreek van de creatieven.”

Wie > Jef Nassenstein
Leeftijd > 51
Was > bassist en oprichter van Spargo
Nu > niets, tot mei vorig jaar directeur operationele zaken bij Endemol


TIMME VAN MELLE

Omdat hij elke dag tussen zijn werk in Den Bosch en woonplaats Amsterdam pendelt, vind Timme van Melle het niet zo erg dat zijn band niet vaak optreedt. De bassist beleeft al genoeg plezier aan het repeteren en het samenspel met de drummer. “Je hebt van die momenten dat je als het ware samen opstijgt.” “Op mijn zevende kreeg ik een klassieke gitaar van mijn moeder. Zij vond dat muziekles bij mijn opvoeding hoorde. Daar ben ik haar overigens nog steeds dankbaar voor. Tot mijn zestiende. Toen was klassiek gitaar niet bepaald hip meer en ben ik overgestapt op basgitaar. Met dat instrument heb ik iets. Vroeger al draaide ik de bas op mijn stereo vol open. De rol van bassist vind ik ook goed bij me passen. Ik hoef niet zo nodig in de schijnwerpers te staan. Geef mij maar een plek achter op het podium. “Het is nooit in me opgekomen om professioneel verder te gaan in de muziek. Mijn leraar klassiek gitaar zei destijds wel dat ik een talent kon worden, maar dan moest ik meer oefenen.
Het spelen ging me best makkelijk af. Ik speelde in die tijd ook in het Apeldoorns Jeugd Orkest. Maar ik zag me dat niet mijn hele leven doen. Muziek is nooit meer dan een hobby geweest. “Toen ik rechten studeerde in Amsterdam, ben ik weer les gaan nemen. Ik moest wel, want ik speelde in een jazzband en dat was behoorlijk pittig. Jazz is echt moeilijk om goed te spelen. In de band zaten ook een paar jongens die een tijdje op het conservatorium hadden gezeten. Daar heb ik veel geleerd. Mijn niveau is toen echt met sprongen vooruitgegaan.

“We traden zo'n twee keer per maand op. Dat was op afstudeerfeesten of huwelijken. Een enkele keer zelfs voor zo'n vijfhonderd man. De leukste optredens waren tijdens de jazznight voor eigen publiek in Amsterdam. We werden meestal neergezet als hoofdact. Als je dan goed je best deed, stond de zaal flink te juichen en werd je naam geroepen. Dat is wel even goed voor je ego. Daarbij was het ook een lucratief studentenbaantje. Beetje sjouwen met spullen, wat spelen, bier drinken. En vervolgens hield ik daar nog een paar honderd gulden aan over ook. “Met mijn huidige band Variomatic speel ik popmuziek. Geen jazz, want daar is de gitarist geen fan van. En mijn andere bandgenoten zou ik er ook moeilijk van kunnen overtuigen. We spelen 'echte liedjes' voor een bezetting van drums, basgitaar, gitaar en toetsen. We zoeken alleen nog een toetsenist. De nummers schrijven we zelf. Of beter gezegd, dat doen zanger Harpert en drummer Fant. Die laatste is afgestudeerd aan het conservatorium. Ik speel dus eigenlijk zijn noten. “We hebben in de afgelopen twee jaar nog maar één keer opgetreden. We spelen alleen eigen nummers en dan is het een stuk lastiger om optredens te krijgen. Eigenlijk vind ik dat ook niet zo erg. Een optreden is toch weer een werkdag erbij. Op het podium staan is hartstikke leuk, maar de extra druk die het met zich meebrengt, weegt voor mij niet op tegen het plezier dat ik beleef in het re-peteren met zijn vieren.

“Ik werk bij Essent in Den Bosch en woon in Amsterdam. Elke dag pendel ik op en neer. Dat kost me veel reistijd. Daarnaast heb ik nog een sociaal leven en een vriendin met wie ik het weekend samen wil doorbrengen. Er blijft daardoor weinig tijd over om zelf nog wat het oefenen. Heel af en toe speel ik thuis een half uurtje omdat ik iets in de vingers moet krijgen. Nu is basgitaar ook niet het instrument om in je eentje het ultieme genot uit te halen. Ik studeer tijdens de wekelijkse repetitie, haha. Laat dat de andere bandleden niet horen. Mijn voordeel is dat ik ooit jazz heb gespeeld, waardoor ik een aardig niveau heb en al snel een partij kan meespelen. “Het leuke aan muziek maken is voor mij het samenspel met de drummer. Daarom is het belangrijk dat ik het goed met hem kan vinden. Je hebt van die momenten dat het helemaal lekker loopt en je als het ware samen opstijgt. Die kick, daar doe ik het voor. “We spelen nu bijna twee jaar samen. In die tijd hebben we een repertoire opgebouwd van ongeveer twintig eigen nummers. We hebben nu wel het plan om een week de studio in te duiken en die nummers op cd op te nemen. Er zitten echt een aantal knap geschreven liedjes tussen. Voldoende interessant in ieder geval om voor het nageslacht te bewaren.”

Wie > Timme van Melle
Leeftijd > 29
is > analist bij Essent
speelt > basgitaar in Variomatic


WILLEM SIJTHOFF

Mediaondernemer Willem Sijthoff, in zijn studententijd drummer in een feestband, heeft meer bewondering voor muzikanten dan voor managers. Muzikanten moeten iets unieks maken, in het bedrijfsleven is alles conformistisch. “Muziek is voor mij de hoogste vorm van kunst.”
“Ik kom niet uit een muzikaal gezin. Maar ik stond vroeger altijd al op schoenendozen te trommelen. Toen ik een keer eetstokjes uit een Chinees restaurant had meegenomen, zei mijn zus dat het misschien tijd werd voor drum-lessen. Met elf jaar ben ik begonnen. Op mijn veertiende ben ik les gaan nemen bij Hans Cleuver, de eerste drummer van Focus. Hij was een van de eerste Nederlanders die een professionele drumschool zijn begonnen. Ik heb geen muzikale aanleg en moest daarom veel oefenen. Een ander instrument dan drummen is voor mij niet weggelegd. Drums spelen kun je vrij mathematisch benaderen. Je hoeft niets te weten van toonhoogtes. “Tijdens mijn school- en studententijd speelde ik veel in bandjes.
Ik zat meer achter het drumstel dan achter de boeken. We speelden toentertijd covernummers van bijvoorbeeld The Police. Ik ben tijdens mijn studententijd van Groningen naar Amsterdam verhuisd, omdat Amsterdam een veel rijker uitgaansleven kent. Ik ben afgestudeerd in de economie en werd daarna marketingconsultant. Ik was in mijn studententijd semi-professioneel met muziek bezig. Maar als je de hele week werkt en dan vrijdagnacht om drie uur 's nachts een optreden hebt in Eindhoven, hou je dat niet lang vol.

“Een van de leukste momenten van mijn tweejarige periode als drummer bij Buckwheat was een optreden in Malawi, Afrika. We speelden eerst alleen in clubs, maar zijn op gegeven moment op een parkeerplaats gaan optreden. Dan zie je dat daar andere codes heersen dan in Nederland. Hier hou je de microfoon af en toe richting publiek zodat ze meezingen. Daar pakken ze de microfoon van de zanger af en nemen even het hele optreden over. “Ik heb nooit een plaat gemaakt, maar ik vond toch de optredens het meest bijzonder. Het was een bijzondere periode in mijn leven. Voor mijn gevoel heb ik alles eruit gehaald wat er voor mij muzikaal in zit. Ik had wel meer vrouwen kunnen versieren – grapje natuurlijk. Ik mis de optredens, maar als ik nu weer zou beginnen, wordt het amateurgedoe. “We hebben altijd erg veel gelachen. We speelden bijvoorbeeld op bruiloften in 't Gooi. Overdag liep ik zelf strak in pak en zat ik aan directietafels. Maar als muzikant loop je er natuurlijk anders bij. Je wordt dan of als uitschot behandeld of mensen worden heel ongemakkelijk van je. Dan vertellen ze je opeens dat zij vroeger wel eens een joint hebben gerookt of dat ze vreemdgaan. “Zelf hou ik van verschillende genres. Ik heb bewondering voor Jimi Hendrix, Stevie Wonder, Sting of Miles Davis. Zij hebben allemaal een eigen geluid. Dat geldt ook voor Nederlandse artiesten als Anouk, Kane of Ilse de Lange. Zij zijn uniek en authentiek. Het eigen geluid is volgens mij van doorslaggevend belang om succesvol te zijn in de muziekwereld.

“Het is dan ook een stuk moeilijker de top in de muziekbranche te bereiken dan in het bedrijfsleven. Ik denk niet dat iemand van de Rolling Stones nog in de band zit omdat hij zo en zoveel dienstjaren erop heeft zitten. Nee, dat komt omdat ze uniek zijn. Ik heb ook meer bewondering voor muzikanten dan voor managers uit het bedrijfsleven. Muzikanten moeten veel meer doorzettingsvermogen tonen en de hele tijd opvallen door iets unieks te maken. In het bedrijfsleven is alles meer conformistisch en middelmatig. Daar steekt bijna niemand met de kop boven het maaiveld uit.
“Muziek is voor mij de hoogste vorm van kunst. Het ontstaat in het moment, is niet tastbaar en vervliegt weer. Van muziek kan je volledig in trance raken. De wetten van de muziek? Het gaat om de noten die je niet speelt, om momenten en de juiste timing. Als alles goed op elkaar is afgestemd, ontstaat er magie tussen de bandleden. En als je een fout maakt, word je daar onverbiddelijk op aangesproken. “Om professioneel muziek te maken, ontbeert mij het talent. Het is daarentegen relatief makkelijk om in het bedrijfsleven te excelleren. Wat ik dan ook niet begrijp is dat muzikanten vaak op weinig maatschappelijke waardering kunnen rekenen. Een manager uit het bedrijfsleven heeft meer aanzien of status. Dat beeld van managers is wat mij betreft overtrokken. Een artiest moet in eenzaamheid heel veel oefenen en de muziekbusiness is heel hard. Je moet als artiest een enorme hunkering hebben om muziek te maken en dat verdient bewondering. “Ik heb nu twee jaar niet gedrumd. Ik wil weer beginnen. Morgen ga ik in ieder geval drummen bij een muziekuitvoering van mijn dochter in klas 1. In mijn tuin staat een schuur, die ga ik binnenkort verbouwen tot een geluid-sdichte studio. Dan kan ik lekker hard met allemaal nummers meespelen.”

Wie > Willem Sijthoff
Leeftijd > 37
Was > drummer bij de Amsterdamse coverband Buckwheat

Nu > mediaondernemer

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.