Hoe lang is lang genoeg? Wanneer is het tijd voor de volgende uitdaging? En wat vindt u van jobhoppende collega's? U wilt er in ieder geval niet in investeren, zo blijkt.
U toont zich geen groot fan van kort en hevig vlammen. Bijna de helft (44%) van de Nederlandse managers die meewerkten aan ons onderzoek vindt jobhoppers opportunisten. Ook twijfelt u aan hun loyaliteit. Werken met één oog op de volgende baan is slecht voor de teamprestatie.
En dat terwijl die hoppende medewerker juist die frisse, creatieve, daadkrachtige wervelwind kan zijn die uw organisatie of zelfs mt nodig heeft. Maar zelfs dan geeft u de voorkeur aan een veel duurdere interimmer. De extra kosten neemt u voor lief.
Waarom heeft de Nederlandse manager stiekem een afkeer van die carrièretijgers die stuiterend tussen verschillende functies op weg zijn naar de top? Waarom niet deze wilde honden gebruiken?
"Wat een belangrijke rol speelt bij de perceptie van jobhoppers is hun veronderstelde gebrek aan loyaliteit", zegt psycholoog dr. Peter van den Berg. Aan de Universiteit van Tilburg onderzoekt hij relaties tussen karaktereigenschappen en hun werk. "Veel van de negatieve gevoelens rond deze – vaak talentvolle – mensen hebben alles te maken met de angst voor de eigen positie." Volgens Van den Berg blijkt die dreiging al aanwezig bij de werving en selectieprocessen: "Het blijkt dat lang niet altijd degene die het best past bij de functie ook de baan krijgt." Die observatie strookt met de opvattingen van de Nederlandse manager. Bijna een kwart neemt geen mensen aan die nergens langer dan twee jaar hebben gewerkt.
Niet investeren
Tegelijkertijd is ruim 60 procent van de respondenten – leidinggevenden in het Nederlandse bedrijfsleven – niet van plan te investeren in opleidingen, cursussen of trainingen voor mensen met een typisch hop-cv. "Dat hoge percentage verbaast me", reageert Van den Berg. "Ik denk dat het ook een reactie is op de employability-gedachte die een tijdje terug zo belangrijk was."
Een paar jaar geleden was het bon ton om in opleidingen het antwoord te zien op de noodzaak van een flexibelere arbeidsmarkt. "Dat is een beetje voorbij. Nu zitten we duidelijk op het spoor dat we niet willen investeren in mensen die daarna bij de concurrent aan de slag gaan", analyseert Van den Berg de uitkomst.
"Ook in werksituaties zoeken mensen naar zekerheid. Nu de economische perspectieven minder positief zijn, wordt zekerheid binnen de eigen organisatie belangrijker. Dat is een van de redenen dat de waardering voor jobhoppers zo laag is."
Dynamische vrouwen
En mannen, u bent angstiger aangelegd. Tenminste, vrouwen tonen zich minder negatief over de jobhoppende collega's. "Dat zou te maken kunnen hebben met de andere waardering die vrouwen hebben voor werk in hun leven. Zij vinden het leuk hebben – de sociale component- in de regel belangrijker dan mannen." Een andere verklaring kan zijn dat vrouwen zelf flexibeler zijn. Zij verwachten gemiddeld over vijfeneenhalf jaar een andere werkgever te hebben. Mannen denken een jaar later pas van baan te wisselen.
Vrouwen streven vaak naar een carrièrespurt voor ze kinderen krijgen. Zo'n snelle ontwikkeling gaat vaak gepaard met veel wisselen van baan. Toch verbaast die flexibele vrouw hoogleraar strategisch HRM Frits Kluijtmans: "Vrouwen en mannen willen eigenlijk vooral hetzelfde in banen. Dat snelle wisselen zien we wel bij jonge mensen. Die zoeken nog naar hun positie. De groep mensen die blijft hoppen als ze wat ouder worden is erg klein."
Ideaal moment
Mens en organisatie zijn na zo'n zes jaar op elkaar uitgekeken meent u. Zowel voor het individu als voor de organisatie breekt dan het moment aan om ‘afscheid' te nemen. Overigens gaat u in de regel weg omdat er elders een andere uitdaging is of omdat u zich gefrustreerd voelt in de mogelijkheden om zich verder te ontwikkelen. Pas daarna vertrekt u vanwege de emolumenten. Maar is zes jaar niet erg lang?
"Nee, dat valt wel mee", zegt Kluijtmans. "Gemiddeld veranderen we vier keer in ons leven van baan. Die dynamiek die het snel van baan wisselen suggereert moet je ook niet overschatten. Er zijn wel bedrijven die de ‘jonge honden strategie' toepassen, maar die willen dan iets forceren. Wat wel belangrijk is dat die dynamiek georganiseerd wordt. Dat kan ook intern. Het gaat erom dat je een vitale organisatie hebt. Het idee dat je moet sturen op een heel laag verloop, drie tot vier procent, lijkt me achterhaald."
Wat vindt u van jobhoppers?
– Bijna twee derde investeert niet in opleidingen voor jobhoppers.
– Bijna een derde stelt: ‘hardlopers zijn doodlopers'.
– Organisaties hebben geen mensen nodig die maar kort blijven meent 84%.
– Jobhoppen toont initiatief, stelt 34%.
– Zonder een baan die minstens twee jaar is vastgehouden, bent u kansloos bij 24% van de managers.
– Bijna de helft van u denkt dat de toekomst ligt in de handen van de mensen die continuïteit leveren. Dit percentage neemt toe naarmate u aan meer mensen leiding geeft.
-Langer dan drie jaar op één functie is geen teken van stilstand vindt 84%.