Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Michael Bleekemolen raceteamleider

Coureurs moeten vooral zelf willen winnen, vindt raceteamleider Michael Bleekemolen. Hij bestookt ze ook te pas en te onpas met peptalk, maar wel zo nuchter mogelijk. “Gewoon, voetjes op de vloer houden en gas geven.”

“A ls test laat ik wel eens een flesje water van de rand van de tafel vallen. Iemand die alert is, vangt dat flesje op of gooit zijn voeten er onder. Alles draait om alertheid en reactievermogen. Tijdens een race komen er duizenden indrukken op je af. Je moet voortdurend werken met je voeten, je handen, je ogen en de hele tijd neem je beslissingen. Een coureur heeft alles in de gaten. Hij zit hier maar hij heeft al geteld hoeveel medewerkers er zitten in het kantoor waar we net doorheen liepen. Coureurs hebben balans in hun lijf. Ze moeten bij wijze van spreken elk moment van de dag op een koord kunnen springen en een kuur koorddansen verzorgen. Ik doe wel eens oefeningen waarbij je met je rechterhand cirkeltjes naar rechts draait en tegelijkertijd met je linkerhand vierkantjes trekt. Het zijn typische raceoefeningen. “We hebben daarvoor geen speciale trainers in dienst. Op dit niveau moet zo veel mogelijk vanuit de rijder zelf komen. Wij kunnen hooguit zaken aangeven. Een goede conditie bijvoorbeeld is voor een coureur essentieel. Zelf het goede voorbeeld geven werkt daarbij het best. Vanochtend liep ik tien kilometer hard en zwom daarna nog een tijdje. Daarbij doe ik veel rekken en strekken. Moet iedereen natuurlijk, op mijn leeftijd zeker. Ik let ook op mijn voeding. Ik drink bijna nooit, zelfs geen koffie, meestal water. Ik rook ook niet. Als je wat bereiken wilt, kan je niet roken.
“Zo’n wijsheid breng ik niet met dat strenge Nederlandse vingertje. Ik draai dat dan altijd om. Als een coureur rookt en ergens over zeurt, zeg ik: een kankerstick, dat helpt! Ik geloof ook in het effect van een korte no-nonsense peptalk. Dat doe ik dan ook te pas en te onpas. Ik beleg daarvoor geen speciale avonden of zo. Ik stuur ook niemand opbeurende briefjes of e-mails. Gewoon, voetjes op de vloer houden en gas geven.” “Het Opel-fabrieksteam heeft de beschikking over diëtisten en speciale sportinstructeurs. Zo ver kunnen wij niet gaan. Opel investeert jaarlijks tientallen miljoenen euro’s in dat team. Zij gaan ook regelmatig op trainingskamp en krijgen meditatie- en yogaoefeningen. Als dat laatste werkt, voer ik dat bij ons ook in. Rust is belangrijk. Vroeger ging ik wel eens hals over kop naar een buitenlandse race. Druk, druk, druk naar het vliegveld, net op tijd instappen, te laat aankomen, want ik had eigenlijk een dag eerder moeten aankomen. Dat beïnvloedt je resultaten negatief. Jezelf tijd gunnen is ook een discipline. Je kan jezelf overbelasten door van alles en nog wat aan te pakken. Aan de andere kant: alleen focussen op het racen leidt tot fixatie. Je moet niet te eenzijdig in het leven staan. “Een echte coureur laat zich niet zomaar het bos in sturen. Die eigenschap kan je in de begeleiding aanspieren. Ik geef mijn coureurs zo veel mogelijk verantwoordelijkheid. Zelf initiatief laten nemen, zelf problemen signaleren en oplossen. Verder moeten coureurs willen winnen. In de Clio-klasse eindigen vijf van onze zeven coureurs voorin. Daardoor rij je wel eens in elkaars wielen. Helder communiceren is dan noodzaak. Maar in de hitte van de race gaat het soms anders dan is afgesproken. Iemand die te wild rijdt, denkt dat achter elke bocht de man met de finishvlag staat, raakt negen op de tien keer een tegenstander. Niks raken, netjes rijden is alleen te leren als je in de spiegel durf te kijken. Te makkelijk zoeken coureurs de fout bij de ander. “In de racerij draait veel, zoniet alles, om geld. Om alles draaiende te houden – onze teams racen in de kampioenschappen van Alfa, Renault Clio en de Porsche Super-cup – kost 1,5 miljoen euro per jaar. Elf coureurs en veertig andere race-liefhebbers staan tijdens het seizoen op de loonlijst. Of een coureur wel of niet doorbreekt, hangt af van zijn commercieel inzicht. Dat ik op mijn 53ste zelf nog race, komt doordat ik rond mijn veertigste met race-entertainment begon. Ik liet sponsoren rijden in mijn racewagen. Dat sprak aan. Inmiddels bestaat Bleekemolens Race Planet uit drie overdekte kartbanen en een incentive-bedrijf op Zandvoort. Samen met onze racerij trekt dat sponsoren aan.
“De concurrentie is enorm. De topvijf klokt op een ronde van vier kilometer binnen hooguit een seconde verschil. Vroeger was dat aanzienlijk groter. Ook de hoeveelheid data neemt toe. Als een wagen binnenkomt, kan je met een laptop en speciale software direct alle mogelijke details oproepen. Wij beschikken dan ook over een speciale data-man. We leggen de data naast elkaar en kijken wat we van elkaar kunnen leren. Waarom reed jij in die bocht tien kilometer langzamer dan ik? Waarom nam je die bocht zo ruim? Zo leren we van elkaar en houden we elkaar scherp.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Michael Bleekemolen

1949 > geboren in Amsterdam
1965 > deelnemer aan kartwedstrijden in binnen- en buitenland
1971 > wint diverse autokampioenschappen
1978 > lid ATS F1-team
1979 > tweede achter Alain Prost in EK F3
1980 > neemt met zijn team deel aan vele kampioenschappen van met name Renault
2003 > Porsche Supercup en nationale kampioenschappen Renault Clio