Mannen zwaaien nog altijd de scepter in het land der leidinggevenden. Wel is het aantal vrouwelijke managers toegenomen.
In totaal geeft veertien procent van de werkende mensen leiding. Dat komt neer op ruim een miljoen. De meeste managers hebben vijf tot negen werknemers onder hun. "De toename van het aantal leidinggevenden gaat gelijk op met de groei van de werkzame beroepsbevolking", aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). "Deze bevindingen stroken niet met het idee dat er steeds meer managers zijn."
Man versus vrouw
"Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen", is de weinig verrassende conclusie van het CBS. Een op de tien werkende vrouwen geeft leiding, terwijl dat bij mannen een op de vijf is. In absolute getallen: 768 duizend mannen versus 280 duizend vrouwen. "Het verschil wordt bovendien groter met de leeftijd", aldus het statistiekbureau. In de sectoren vervoer en communicatie doen vrouwen het relatief goed. In de bouw en de financiële hoek juist niet.
Stijging
Wel is er ergens een stijging te bespeuren. Het aantal leidinggevende vrouwen nam de laatste jaren toe, van 220 duizend naar 280 duizend. Procentueel helpt dat niet, omdat de werkzame bevolking natuurlijk ook is gegroeid. Het CBS concludeert, net als veel andere onderzoeksbureaus, dat de deeltijdbanen van vrouwen hier debet aan zijn.
Stabiel
Naast mannen, geven hoogopgeleiden en oudere werknemers vaker leiding aan een achterban. Ook het percentage autochtonen en westerse allochtonen dat leidinggeeft, ligt hoger dan bij mensen van niet-westerse afkomst. Deze beelden blijven door de jaren heen gelijk.
Ruime definitie
Een andere conclusie trok Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit van Maastricht. Zij stelde dat het aantal managers tussen 2000 en 2005 met bijna een kwart was afgenomen. De manager leek plaats te moeten maken voor de consultant. Het verschil komt voort uit de ruime definitie die het CBS gebruikt. Ook kleine zelfstandigen en supervisors doen bijvoorbeeld mee.