Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

“Manager is zelf vaak de grootste pestkop”

Uit de resultaten van de poll op MT.nl blijkt dat 62 procent van de managers de confrontatie aangaat met pestkoppen op de werkvloer. Echter, 17 procent van de managers geeft aan zelf de grootste pestkop te zijn. Wat dan te doen? We vragen het aan psychologe Adrienne Hubert.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Hubert deed in 1996 als eerste in Nederland onderzoek naar ongewenste omgangsvormen op de werkvloer en de gevolgen daarvan. Volgens haar komt het geregeld voor dat een leidinggevende zelf de grootste pestkop op de werkvloer is. “Iemand die veel macht heeft, zit in een makkelijke positie om te pesten. Het komt zelden voor dat een ondergeschikte de leidinggevende pest. Een leidinggevende heeft legitieme machtsmiddelen om dat wel te doen.”

Het pesten van een medewerker kan op verschillende manieren gebeuren. Voorbeelden die Hubert geeft, zijn medewerkers bewust op lastige tijdstippen inplannen, onnodige kritiek geven, werknemers negeren of ze niet serieus nemen. Ook kent ze gevallen van discriminatie en bedreigingen, waarbij de manager in kwestie uiteindelijk wel het veld heeft moeten ruimen.

Normvervaging
De pestpartijen kunnen plaatsvinden als er sprake is van een conflict (bijvoorbeeld als de leidinggevende openlijk kritiek krijgt waar hij of zij niet tegen kan) of er is sprake van normvervaging. “Er zijn bij een conflict twee interventies: bemiddeling of het scheiden van partijen. Als er niets gebeurt ruimt de ondergeschikte het veld. Komt zoiets vaker voor, dan kan de leidinggevende door coaching anders leren omgaan met kritiek. Sommige mensen kunnen echter niet omgaan met de macht die ze hebben, dan blijft het een probleem.”

Uiteraard zijn het niet alleen managers die zich schuldig maken aan pestgedrag op de werkvloer. Ook onder medewerkers komen ongewenste omgangsvormen voor, niet alleen conflictgerelateerd, maar ook voortkomend uit normvervaging. Zo kunnen ze vrouwonvriendelijk gedrag vertonen, of grappen blijven maken over andermans uiterlijk. Moet dan de confrontatie worden aangegaan? Hubert: “Leidinggevenden moet in dat geval doortastend te werk gaan. Op afdelingen waar dat soort gedrag wordt vergoelijkt, komt pesten vaak voor. De manager moet zich steeds blijven afvragen: is dit respectvol gedrag? Zo niet, dan moet er af en toe een normerende opmerking gemaakt worden. Zo kan veel leed voorkomen worden.”