Madeleine Albright neemt vanaf de zijlijn geen meer blad voor de mond. De voormalige Secretary of State van president Clinton verdedigt Amerikaans leiderschap als ‘noodzakelijk’. Want van Europa hoeven we geen oplossingen voor de wereldproblemen te verwachten.
Het is niet altijd feest om een Nederlander te zijn. Voor de promotie van haar boek ‘De macht en de Almacht’ is Madeleine Albright twee dagen op bezoek in Amsterdam. De voormalige Amerikaanse minister van buitenlandse zaken staat bijna de voltallige Nederlandse pers te woord. Omdat zij vaak met opvallende broches wordt gesignaleerd, krijgt zij van het NOS-journaal twee Wuppies aangeboden met de woorden: ‘This is the latest rage in Holland.’ Albright plakt zonder met haar ogen te knipperen de Wuppies op en doet vervolgens het interview. De publiciteitsmedewerkers van Albert Heijn trokken vermoedelijk een fles champagne open.
Amerikaans leiderschap
Ofschoon zij al tientallen interviews op deze bloedhete zondag heeft gedaan, is de voormalige minister de vriendelijkheid zelf. Haar persoonlijk assistente ligt ondertussen op het hotelbed chips te eten. Na dertig minuten vindt de assistente het welletjes. Albright niet. De 69-jarige ‘grande dame’ is nog lang niet uitgesproken. Amerikaans leiderschap is tenslotte een van haar stokpaardjes en daar kan zij uren over praten.
Ze vindt zichzelf nog steeds een patriot. George Bush is in haar ogen weliswaar geen goede leider en de oorlog in Irak is wellicht de grootste ramp op het gebied van buitenlands beleid uit de Amerikaanse geschiedenis. Maar de wereld heeft de VS nog steeds dringend nodig, is haar stellige overtuiging. De voormalige minister vindt de VS nou eenmaal een uniek land. Zij noemt zichzelf een ‘trotse Amerikaan’.
Openhartig
Haar memoires ‘Mevrouw de Minister’ zijn zowel persoonlijk als politiek. Albright vertelt net zo openhartig over haar pijnlijke scheiding als over conflicten in het Midden-Oosten. Ook gevoel voor humor kan haar niet worden ontzegd. De tientallen anekdotes zijn vermakelijk en ontroerend tegelijk. Zo vertelt zij ongegeneerd hoe zij in haar roze ochtendjas naast de telefoon zat te wachten op het telefoontje van president Clinton. Te bang een douche te nemen en daarmee het belangrijkste telefoontje in haar leven te missen.
Amerika is volgens Albright machtig, maar moet oppassen zich niet te almachtig te voelen. Zij pleit dan ook in haar nieuwste boek voor meer aandacht voor religie in de internationale politiek. De islamitische godsdienst veroordelen op basis van een paar extremisten die mensen in de naam van Allah vermoorden, is volgens haar net zoiets als de Ku Klux Klan als een uiting van het christendom zien. Politieke leiders moeten zich dringend in verschillende godsdiensten verdiepen om conflicten beter te begrijpen. “Als het in Israël en Palestina om een onroerend goedkwestie ging, was het conflict al lang opgelost. Maar omdat beide landen ervan overtuigd zijn dat God hun het land heeft gegeven, blijven de conflicten voortbestaan.”
“Een van de moeilijkste vragen om te beantwoorden is: hoe voelt een patriot zich vandaag de dag gezien de huidige ontwikkelingen in de wereld.”En hoe voelt u zich?
“Ik hou er niet van de VS te bekritiseren als ik in het buitenland ben. Maar ik ben inmiddels behoorlijk bezorgd over de internationale reacties die de VS oproept. Iedereen had het er altijd over dat ik de eerste vrouwelijke minister van buitenlandse zaken was maar ik was vooral de laatste minister van de 20ste eeuw en de eerste in de 21ste eeuw. Dat betekende dat ik vanuit een diepe overtuiging werkte dat wij bezig waren instituties op te zetten die duurzaam en betekenisvol waren voor de 21ste eeuw.”Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
“De VN ondersteunen, de NAVO uitbreiden of de discussie over het opwarmen van de aarde op gang brengen. Daar waren wij mee bezig. Ik ging er tot nu toe altijd van uit dat de VS als wereldmacht onmisbaar is. Dat betekent niet dat wij in ons eentje moeten opereren of overal verantwoordelijk voor zijn. Je hoeft niet geniaal te zijn om te onderkennen dat wij als rijk en machtig land een enorme invloed hebben op de wereld. Ik was trots op de kant die wij opgingen. Ik vind het heel vervelend om tegenwoordig te reizen en alle kritiek op de VS aan te horen.”
Toen u minister was hoorde u in het buitenland geen kritiek op de VS?
“Veel minder. Maar wat nog belangrijker is: ik ben zelf inmiddels behoorlijk kritisch over het buitenlandse beleid van de VS. Maar ik kan het moeilijk verkroppen dat ik buiten de VS zoveel kritiek tegenkom. Dan denk ik: zo erg is het nou ook weer niet en vooral: wat doet Europa om de wereldproblemen op te lossen?”
In uw laatste boek schrijft u dat Amerikaans leiderschap wenselijk en noodzakelijk is in de wereld. Waarom?
“Het is zoals in de bijbel al wordt gesteld: to whom much is given, much is expected.”
De wereld gaat continu door verschillende fases. Een van de weinige constanten is de macht van de VS als grootste economie ter wereld. Amerikaans leiderschap is noodzakelijk om een aantal cruciale problemen op te lossen, zoals het enorme verschil in inkomen. Er wordt gezegd dat wij te weinig doen om de kloof tussen de arme en rijke mensen te verkleinen. Ik zou graag zien dat wij meer doen om de armoede in de wereld te verkleinen. De armoede gecombineerd met de beschikbaarheid van wapens noem ik een duivels huwelijk dat verbroken moet worden. Tel daar nog een soort religieus fanatisme bij op, en je hebt de belangrijkste problemen. Er zijn natuurlijk nog meer belangrijke problemen zoals de gezondheidszorg die de VS niet in zijn eentje kan oplossen. Globalisering kun je niet stoppen, hooguit managen. Ik zou graag willen dat de VS hier een positieve bijdrage aan levert.”
Heeft de VS niet genoeg binnenlandse problemen zoals Guantamo Bay, onderwijs, gezondheidszorg en de wapenindustrie. Dienen die niet eerst opgelost te worden voordat de VS zich met rest van de wereld bemoeit?
“In de meeste politieke campagnes speelt buitenlands beleid juist helemaal geen rol. Maar na 11 september werd voor iedereen pijnlijk duidelijk dat nationale en internationale kwesties onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Het is geen natuurlijk gegeven dat Amerikanen zich graag met andere landen bemoeien. Onze geschiedenis toont juist dat wij vaak geïsoleerd waren. Er wordt in de VS momenteel veel kritiek geuit: waarom bouwen we scholen in Irak en niet in Louisana, waarom geven we zo veel geld uit aan defensie en niet aan onderwijs en gezondheidszorg?”
Dat zijn relevante vragen.
“Ik vind dat we geen oorlog hadden moeten beginnen in Irak. Het was een keuze, geen noodzaak. Maar nu kunnen we het moeilijk zo achterlaten. Ik ben het met je eens dat Amerika voldoende nationale problemen heeft, maar tegelijkertijd mag het land de internationale problematiek niet uit het oog verliezen. De afwezigheid van Amerika op het wereldtoneel en onvoldoende allianties met andere landen is wat mij betreft geen optie.”
Is het niet de aanmatigende houding van de VS die nu voor grote problemen in de wereld zorgt? “Zeker. Ik hou er ook niet van dat George Bush morele autoriteit claimt om een land als Irak democratie te brengen. Ik zal een passage uit mijn boek voorlezen om mijn visie op Amerikaans leiderschap te verduidelijken. ‘Wij hebben een verantwoordelijkheid om te leiden, maar terwijl wij deze plicht vervullen moeten wij een onderscheid dat John Adams maakte in de gaten houden. Vrijheid is een geschenk van God, niet van ons aan de wereld. Vrijheid is moreel gezien neutraal. Democratie daarentegen is een menselijke creatie. Het doel is de vrijheid zo vorm te geven dat ieders rechten worden gerespecteerd. Als wereldmacht moet Amerika landen helpen die zelf duidelijk aangeven hulp nodig te hebben. Het promoten van democratie is echter beleid en geen missie’.”
U bent vrij kritisch over de oorlog in Irak en het beleid van George Bush. Hoe reageert hij hierop?
“Ik ken hem niet heel goed. Ik was slechts op twee officiële bijeenkomsten met hem. De eerste was een uitnodiging aan de voormalige ministers van defensie en buitenlandse zaken. Ik wilde er niet heen omdat ik wist dat het slechts een fotomoment zou opleveren. Maar als je door het Witte Huis wordt uitgenodigd, moet je gaan. Bovendien was het niet integer geweest om wel kritiek te hebben en dan niet te komen opdagen om het in persoon te zeggen. Ik ben dus wel gegaan en heb mijn zorgen kenbaar gemaakt. Het is niet gepast om de president te citeren, maar hij was het niet met mij eens. Een aantal maanden geleden hadden we een tweede bijeenkomst en daar leek hij meer geïnteresseerd in wat anderen te zeggen hadden.
De meeste managementdeskundigen zeggen dat luisteren een belangrijke vaardigheid is van een leider.
“Ik denk dat het dé belangrijkste eigenschap is. Een goede leider weet welke kant hij of zij op wil, maar is altijd nieuwsgierig naar de meningen en ideeën van anderen. Een leider heeft een diep besef dat hij niet alles weet. Ik ben natuurlijk niet objectief, maar ik vond Bill Clinton een hele goede leider omdat hij niet alleen kan praten, maar tevens een fantastische luisteraar is. Wat ik een andere belangrijke eigenschap vind van een leider is de vaardigheid om je in anderen te kunnen verplaatsen. Wij moesten altijd vreselijk lachen als hij weer eens tegen iemand zei: ‘Ik voel je pijn’, maar dat is wel waar het om gaat. Je gesprekspartner kunnen begrijpen is cruciaal. Of je nou met arme mensen praat of met een politicus.”
Ziet u zichzelf als leider?
“Ik was een leider en ik zie mezelf ook als leider. Maar ik ben ook een volger geweest. Ik heb mezelf nooit als leider gezien tot ik les begon te geven aan de universiteit. Daar werd ik nadrukkelijk als rolmodel voor vrouwen gevraagd. Er waren weinig vrouwelijke professoren. Ik vond het moeilijk om in die tijd een rolmodel te zijn. Iedereen vroeg naar de balans tussen mijn persoonlijke en professionele leven terwijl ik juist midden in een scheiding zat. Ik voelde me een beetje een oplichter omdat mijn leven helemaal niet in balans was. Uiteindelijk begreep ik dat je een voorbeeldrol kunt spelen als je door moeilijke fases in je leven komt en daarvan leert. Daarom was ik ook zo openhartig in mijn memoires. Het grootste compliment dat iemand mij kan maken is dat ik het goed heb gedaan en verschil heb kunnen maken.”
“Absoluut. Er zijn weinig goede leiders op dit moment. Misschien vindt elke generatie dat van haar tijdgenoten, maar het is wat mij betreft wel ontzettend droevig gesteld met inspirerende persoonlijkheden.”Wie vindt u dan een inspirerende leider?
“Nelson Mandela. Niet alleen voor wat hij gedaan heeft voor Zuid-Afrika, maar ook als persoon. Na alles wat hem is aangedaan, bleek hij in staat om te vergeven en verder te gaan. Maar dat zie ik verder tegenwoordig weinig in de wereld. Tegenwoordig lees ik veel over het leiderschap van Abraham Lincoln en Franklin Roosevelt.”Het leiderschap van Abraham Lincoln kostte honderdduizenden Amerikanen het leven tijdens de burgeroorlog.
“Maar hij heeft ons land gered. Het ging over slavernij en het bijeenhouden van het land. Hij heeft ons land gemaakt tot wat het vandaag is: een vrij land.”
Het doel heiligt de middelen?
“Geen enkele dood is de moeite waard. Er is niets vreselijker dan een burgeroorlog. Ik vind het indrukwekkend dat Lincoln zijn tegenstanders, die hij had verslagen, uitnodigde om deel uit te maken van het kabinet. Hij heeft dus bewust kritische tegenstanders in zijn regering opgenomen. Dat is leiderschap. Groot genoeg zijn om de mensen die het met je oneens zijn, dicht bij je te houden. In tegenstelling tot wat wij bij de huidige regering zien. Je moet in staat zijn met mensen om te gaan die het met je oneens zijn.”
Raakt u wel eens gefrustreerd als u de ontwikkelingen in de wereld bekijkt? De val van de muur in Berlijn was veelbelovend en nu wordt er weer een muur gebouwd in Israël.
“Ik raak er ontzettend gefrustreerd van. In de VS bestaat het plan een muur te bouwen aan de grens met Mexico. Het hele idee van het bouwen van muren om mensen uit elkaar te houden vind ik verschrikkelijk. Dat is geen vooruitgang. Mensen leren niet van hun eigen geschiedenis en zijn daarmee gedoemd om fouten te herhalen. Ik ben niet cynisch. Ik omschrijf mezelf graag als een optimist die zich vaak zorgen maakt. Ik word vaak op een overdreven manier geïntroduceerd maar sommige zaken deden wij goed zoals een einde maken aan de etnische zuiveringen in de Balkan of de vredesonderhandelingen in het Midden-Oosten. Veel van deze ontwikkelingen worden niet voortgezet door de huidige regering en dat baart me veel zorgen. Er is zelfs tegenwoordig een gezegde in de VS: ABC, Anything But Clinton.”
“We hebben er inmiddels een in Chili en in Duitsland en Finland. In de VS zijn we minder ver ook al denken we graag dat we overal de eerste in zijn. Ik denk dat vrouwen verschillen van mannen in hun aanpak en eigenschappen, maar geloof er niet in dat de wereld er anders of beter uit zou zien als meer vrouwen aan de macht zouden zijn. Ik was bijvoorbeeld een van de felste voorstanders van militair ingrijpen in Kosovo. Maar over het algemeen zijn vrouwen betere luisteraars en praten ze bovendien minder over dingen waar ze geen verstand van hebben. Het is wel lastig voor vrouwen. Zij moeten een balans vinden. Ik denk dat iedere vrouw last heeft van schuldgevoelens. Zolang we niet uitvinden hoe mannen kinderen kunnen krijgen, worden wij geregeerd door biologie.”In een interview met de New York Times zei u onlangs dat u nooit minister was geworden als u getrouwd was gebleven.
‘Het was meer dat ik met mijn toenmalige partner nooit minister was geworden. Ik bedoelde er niet mee dat een getrouwde vrouw geen minister van buitenlandse zaken kan worden. Ik haat de vraag of mijn carrière mij mijn huwelijk gekost heeft. Ik vind dat beledigend voor vrouwen en deze vraag wordt bovendien nooit aan een man gesteld.’Wat ziet u als de belangrijkste uitdaging van de 21ste eeuw?
“De enorme inkomensverschillen en de armoede in de wereld. Daar zijn zoveel problemen als vluchtelingen of slechte gezondheidszorg aan gerelateerd. Armoede is het meest belangrijk, maar zal niet onmiddellijk opgelost kunnen worden. Het meest urgent op dit moment is dat terroristen elk wapen of onderdelen voor massale vernietigingswapens kunnen kopen op de wereldmarkt. Dit gegeven en de toenemende jacht op grondstoffen is een gevaarlijke combinatie. Door alle aandacht voor Irak zien wij over het hoofd dat er landen zijn die olie hebben en wapens willen zoals Iran of landen die wapens hebben en olie willen. Dat vind ik zorgwekkend.”
Met alles wat u vandaag de dag weet, wat had u graag anders willen doen?
“Ik wou dat wij eerder hadden ingegrepen in Rwanda. Ik heb ook echt spijt van een hele domme opmerking die ik ooit heb gemaakt en die mij sindsdien achtervolgt: dat de dood van duizenden kinderen in Irak de moeite waard is geweest. Maar iedereen zegt domme dingen, voor de rest heb ik nergens spijt van. Ik heb voor mijn gevoel mijn best gedaan.”