Op papier moet een leider empatisch en coachend zijn, maar vaak heb je meer aan een bullebak met een goed plan.
Jan Willem Brinkman, voormalig landmachtsgeneraal, vertelt in De Volkskrant over de voordelen van directief leiderschap. Hij is sinds enkele jaren interim-crisismanager. Vooral als een bedrijf failliet dreigt te gaan, kan het volgens hem handig zijn om militaire discipline naar de bestuurskamer en de werkvloer te brengen.
“Dan kun je niet eindeloos vergaderen tot er consensus is en iedereen zich gekend voelt. Je moet concrete stappen ondernemen, Als de ergste ellende voorbij is kan je weet wat meer coachend en faciliterend te werk gaan.”
Twan Houben, voormalig directeur van een productiebedrijf beaamt de stelling. “Normaal heb je tijd om draagvlak te creëren Dat vind ik leuker dan impopulaire maatregelen nemen. Ik wil ook aardig gevonden worden. Maar als het alternatief is dat de zaak in elkaar klapt, dan weet ik wat ik doen moet: knopen doorhakken.”
Komt directief leiderschap weer terug? Uit een onderzoek van Microsoft onder 38 duizend respondenten in meer dan tweehonderd landen blijkt dat het met de arbeidsproductiviteit op kantoren slecht is gesteld. Van de 5,6 uur wekelijks overleg, levert 69 procent wat op. Carsten de Dreu, organisatiepsycholoog aan de Universiteit van Amsterdam, is niet geschokt door de conclusies uit het onderzoek. “In polderend Nederland, maar net zo goed in Amerika, hebben de mensen de neiging om de consensus te zoeken en conflicten te vermijden De angst om fouten te maken is vaak veel groter dan de wens om winst te maken.”
(De Volkskrant)