Wel of niet langer doorwerken na uw 65e. De discussie continues. Hier vindt u enkele vragen en visies op het onderwerp. "Laten we eerlijk zijn: oudere werknemers functioneren nu niet."
VIJF VRAGEN
1. Waarom voeren we een verhoging in?
Niet omdat het onze crisis vandaag zal oplossen. De maatregel is vooral bedoeld voor de middellange termijn, zegt hoogleraar economie Esther-Mirjam Sent van de Radboud Universiteit Nijmegen in Intermediair. De crisis is volgens haar vooral een aanleiding om een "sudderend probleem op te lossen".
2. Waarom 67?
Dat doen de landen, zoals Duitsland, IJsland en Noorwegen, ook Bovendien: als we de maatregel nu invoeren is de leeftijd in 2035 werkelijk naar 67 verschoven. Dan verwachten economen ook de piek van de vergrijzing.
3. Is het goed als we langer doorwerken?
Daar is nooit onderzoek naar gedaan. Wel is er een verschil tussen lager en hoger opgeleiden, zegt hoogleraar Toon Taris, eveneens van de Radboud Universiteit Nijmegen, in Intermediair. Die eerste hebben vaker fysiek zwaar werk en zijn daardoor niet altijd in staat langer door te werken. Hogeropgeleiden kunnen hun werk vaker langer volhouden.
4. Willen we zelf doorwerken?
Nee. In het derde kwartaal van vorig jaar had slechts 9,1 procent van de 65-plussers een baan. Uit een studie uit 2001 bleek dat mensen het liefst al op hun 58e zouden willen stoppen. Onlangs bleek uit een onderzoek van uitzendorganisatie Oudstanding dat mensen niet onverdeeld negatief staan tegenover langer doorwerken. Zeker niet als dat parttime zou kunnen.
5. Kunnen we wel doorwerken?
Onze levensverwachting ligt een aantal jaren hoger dan vroeger. Maar we kunnen niet automatisch aannemen dat we daarom ook langer kunnen werken. De helft van de jaren die we leven na ons 65e zijn we niet meer gezond. Van de groep 55 tot 65 is er bijna niemand meer zonder chronische ziekte, aldus hoogleraar sociaal gerontologie Theo van Tilburg.
TWEE VISIES
Een ander interessant artikel over het thema vinden we in Forum, het opinieblad van ondernemersorganisatie VNO-NCW. Twee Tilburgse hoogleraren gaan met elkaar in debat. Lans Bovenberg is voor verhoging van de leeftijd naar 67 en later zelfs naar 69, terwijl vakgenoot Harrie Verbon pleit voor een AOW-leeftijd van 63 jaar.
Bovenberg: voor
Hij stelt dat de groep tussen 30 en 50 jaar ontlast kan worden als mensen langer doorwerken. Zij hebben te maken met een carrière, jonge kinderen en ouders waarvoor ze steeds meer moeten gaan zorgen. "Het ontzien van die gezinsfase is eigenlijk mijn diepste motivatie om voor een hogere AOW-leeftijd te pleiten. We moeten zuiniger zijn op mensen zodat ze langer actief kunnen blijven op de arbeidsmarkt." Hij vindt dat we vrije tijd niet allemaal aan het einde van ons leven moeten proppen.
Hij wil de discussie breder trekken, naar de manier waarop we tegen ouderdom aankijken. Het feit dat we mensen van 65 jaar als oud bestempelen, vindt hij ‘van de gekken'. "Laten we eerlijk zijn: oudere werknemers functioneren nu niet. Ze kunnen hun talenten eigenlijk alleen maar in hun hobby's kwijt en daarom willen ze met vervroegd pensioen. We moeten ervoor zorgen dat ouderen weer met plezier en passie kunnen doorwerken."
Verbon: tegen
Verbon deelt de mening van Bovenberg dat we zuinig moeten zijn op mensen. Daarom pleit hij juist voor verlaging van de leeftijd naar 63 jaar. Hij wil het mensen die wél langer door willen werken makkelijker maken door het functioneel leeftijdsontslag van 65 jaar af te schaffen. Hij stelt dat het verhogen van de AOW-leeftijd ertoe leidt dat vooral mensen met een lager inkomen, die vaker fysiek zwaar werk moeten doen, langer moeten doorwerken.
Bovendien denkt Verbon dat de positie van oudere werknemers erop achteruit gaat. "Als er een crisis komt, wordt er altijd meteen naar de ouderen gekeken. Het eerste wat een directie roept is: alle 62-plussers eruit. Als je de AOW-leeftijd verhoogt, maak je die positie alleen maar zwakker. Dan zit een werkgever nog langer met die oudere werknemer opgescheept en zal hij nog meer de neiging hebben hem eruit te gooien."