Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Jan Dijkgraaf – Een ontslag is écht voor iedereen beter

Ik herinner me mijn eerste keer nog als de dag van gisteren.
Ze heette Beatrijs. Een knappe roodharige jongedame. Ze was buitengewoon aardig. Op haar inzet was niets aan te merken. Maar elke vezel in mijn lijf vertelde me dat zij en ik niet voor elkaar geschapen waren.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ze kon namelijk niet echt schrijven. Ze kon ook niet echt interviewen. Ze vertrouwde werkelijk alles en iedereen – zelfs als iemand een Pinokkio-neus van een meter kreeg. En als klap op de vuurpijl: ze was bang in het donker en kon dus eigenlijk niet goed ’s avonds op pad.
Ja, het is indrukwekkend als je voor het eerst in je leven iemand (zoals de Amerikanen het zo mooi zeggen) moet ‘laten gaan’. Ontslaat dus.
Maar Beatrijs was niet geschikt voor de journalistiek. Ze zou ook nooit geschikt voor de journalistiek worden. En als iemand dat haar niet voor haar 25ste vertelde, zou ze ergens tussen haar 35ste en 40ste zwaar overspannen thuis komen te zitten, omdat de jarenlange mismatch uiteindelijk haar gezondheid zou aantasten.
(En nee, ik ben God niet, en ja, ik respecteer dat iemand het recht heeft om zelf uit te vinden waar zijn talenten wel en vooral niet liggen, maar och, soms weet je het gewoon zeker…)

Wie ik als tweede heb ‘laten gaan’, weet ik trouwens níet meer. Zo snel devalueren de emoties rond ontslaan (dit als steun in de rug van beginnende managers)…
Ik heb van mijn eerste keer één heilige overtuiging overgehouden: als wordt gezegd dat uiteindelijk (!) iedereen beter wordt van een ontslag, dan is dat 100 procent waar. Eén van de partijen (meestal de partij die ontslagen wordt) is het daar op het moment suprême absoluut niet mee eens, maar het is echt waar. Wie blijft bij een bedrijf dat hem of haar niet meer wil, loopt een grote kans een hel in te stappen. En aangezien je doordeweeks minstens 33 procent van je leven in die hel moet rondlopen, kost dat je uiteindelijk de kop.
En ja, dat een ‘nieuwe uitdaging elders’ echt voor nieuw elan kan zorgen bij de ontslagene, daarvan ben ik ook overtuigd. Sterker: ik geloof dat een dienstverband langer dan een jaar of zeven, acht echt het maximale is wat werkgever en werknemer elkaar moeten aandoen. Blijft iemand langer, dan komt ’ie onder het stof te zitten. Zijn dynamischer collega’s noemen zo iemand al snel: een meubelstuk. Een fossiel soms zelfs. En ik vind: daar zit absoluut wat in!
Laten we die ellende met z’n allen voorkomen.