Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Izaak van Melle

Izaak van Melle maakte van de snoepfabriek van zijn opa een van de eerste duurzaam producerende bedrijven. En al nemen zijn collega’s het hem niet in dank af, hij blijft pleiten voor verplichte milieurapportage. “Ook mensen die niet zo milieugevoelig zijn, zijn zich ervan bewust dat er iets moet gebeuren.”

Bent u meer een Mentos- of een Fruitella-man?
“Mentos. Ik heb altijd een rolletje in de auto.”


Wat kunnen we daaruit afleiden?
“Dat de commerciële mogelijkheden van Mentos aanzienlijk groter zijn.”


Niet vanwege een associatie met het milieu? Mentos, the Freshmaker?
“Dat hebben we er nooit mee bedoeld.”


Toch is Van Melle een van de eerste Nederlandse bedrijven die bewust ‘duurzaam’ is gaan produceren. Als eerste Nederlandse bedrijf ging Van Melle over op groene stroom, u installeerde zonnecollectoren, organiseerde afvalscheiding. Hoe bent u daar op gekomen?
“Dat komt bij mijn grootvader vandaan. Hij was een groot natuurliefhebber en heeft dat op mij overgedragen. Als je zoals ik veel rondreist, dan zie je veel natuur die wordt vernietigd. Dan besef je dat we met business as usual geen natuur overhouden. Dat is niet alleen erg voor de natuur, het is ook een economische ramp. Die twee dingen hebben mij ertoe bewogen om te kijken of er niet een mogelijkheid is om ons bedrijf een bepaalde mate van duurzaamheid mee te geven.”


Toen keek men u op het hoofdkantoor verbijsterd aan.

“In het bedrijfsleven is het over het algemeen zo: komt de baas met iets nieuws, dan denkt men ‘dat gaat wel weer over’. Het is knap lastig om een grote organisatie in beweging te krijgen. Aan de andere kant: er was ook veel spontane bijval toen ik over duurzaam produceren begon. Ongeveer de helft van het managementteam op het hoofdkantoor in Breda was enthousiast. De andere helft zag het eigenlijk niet zo zitten en…”


…die heeft u eruit gegooid.
“Ach nee. Dat is het voordeel als je de baas bent: zolang je je positie niet misbruikt, doen mensen wel wat je wilt. In dit geval konden ze me moeilijk aanwrijven dat ik misbruik van m’n macht maakte. Ook mensen die niet zo milieugevoelig zijn, zijn zich er deep down van bewust dat er wel iets moet gebeuren.”


Tips voor het duurzaam maken van een bedrijf?
“Belangrijkste is: begin er niet aan wanneer het slecht gaat. Als de bedrijfsresultaten in een dip zitten dan is het al snel ‘nu even niet’. Dan willen bedrijven zich concentreren op het resultaat. En begin er ook niet aan wanneer de topman er niet achter staat, dan is er geen kans van slagen. Het is een topdown proces. De eerste stap die je moet zetten, is het verzamelen van gegevens over alle vervuilingen en uitstoot die door het bedrijf worden gedaan. Bij ieder bedrijf zijn die gegevens beschikbaar. Dat levert een weelde aan informatie op. Het zijn ook eye openers: ‘Hoe is het mogelijk dat we in dat bedrijfsonderdeel zo veel water of elektriciteit gebruiken.’ Dan blijkt er vaak een enorme verspilling aan de gang te zijn. De eerste slag die je maakt, levert gegarandeerd economische winst op. Dat zorgt voor enthousiasme over het hele proces.”


Maar over het algemeen zal duurzaam ondernemen toch duurder zijn. Is het daarom geen slecht ondernemerschap?
“Ben ik het helemaal niet mee eens. Ik houd vol dat duurzaam ondernemen Van Melle geen geld gekost heeft, maar geld heeft opgeleverd. Natuurlijk zijn er kosten: groene stroom kostte ons aanvankelijk 400.000 gulden extra per jaar. De grote winst zit in de grotere motivatie van de werknemers. Van Melle stond volgens enquêtes hoog in de lijst van bedrijven waar men het liefste zou willen werken.”


En dat is omdat mensen bij een ‘schoon’ bedrijf willen werken.
“Omdat ze bij een bedrijf willen werken dat winst maken niet als enige doelstelling heeft. Die omzet en winst zijn essentieel, vergis je niet, maar als je ook nog respect voor mensen en milieu uitdraagt dan voelen mensen zich daar prettig bij.”


Het overgrote deel van de Nederlandse bedrijven doet weinig aan duurzaamheid. Zou de overheid dat meer moeten stimuleren?
“Als je slim bent, kun je veel steun krijgen van de overheid bij het duurzaam maken van je bedrijf. Bij Van Melle in Breda hebben we een enorme zonnecollector op het dak laten plaatsen, de grootste van Europa. Een investering van anderhalf miljoen gulden. Dankzij de steun van de overheid en het energiebedrijf hebben we de kosten ervan zo weten te drukken dat het zichzelf in zes jaar terug betaalde. Een prima investering dus. Als je de lokale overheid vraagt om mee te denken, dan zijn zij best bereid dat te doen. Daar betaal je veelal niets voor.”


Dat is mooi, maar waarom duurzaam ondernemen niet gewoon verplicht stellen?
“Oké, maar dan niet vanuit Den Haag, maar vanuit Brussel of vanuit een nog groter verband. Want je moet voorkomen dat zoiets je concurrentiepositie aantast.”


Een van de dingen die in Nederland speelt, is het verplicht stellen van een sociaal en milieujaarverslag. Zodat de consument kan kiezen: neem ik een duurzaam of een ‘gewoon’ product.
“Ben ik het ook mee eens. Ik denk dat er een enorme preventieve werking uitgaat van het moeten publiceren van alle belastingen naar het milieu. Bovendien heeft de omgeving van een fabriek of bedrijf er recht op te weten wat er allemaal in de lucht, in het water of in de bodem verdwijnt.”


Het bedrijfsleven wil er niet aan. Wat doet u eraan om uw voormalige collega’s te overtuigen?
“Ik hou veel lezingen en ik praat met mensen. Veel zakenlieden zijn het best wel met me eens, maar ze hebben de neiging om de zaken vooruit te schuiven. Overigens zijn er diverse Nederlandse bedrijven met goed uitgewerkte milieuprogramma’s. Ondernemers staan vaak onder enorme druk om te scoren, winstgevend te zijn. Dan zeg je al snel: ik voldoe aan de eisen die de overheid stelt op dit gebied, daar betaal ik belasting voor en daar laat ik het bij. Maar die mening is achterhaald, want duurzaam opereren hoort steeds meer bij goed zaken doen. Afnemers willen graag weten wat je op milieugebied uitspookt. En het allerbelangrijkste is dat de grote beleggers, zoals de pensioenfondsen, zorgvuldig kijken naar het sociale beleid en het milieubeleid van bedrijven waar ze in investeren. Vroeger deden alleen de ‘groene’ beleggingsfondsen dat.”


Het is dus belangrijk om open te zijn over je milieubeleid. Dan is het toch op z’n zachtst gezegd opmerkelijk dat uw vroegere bedrijf Van Melle geen jaarverslag meer publiceert, laat staan een milieuverslag.
“Inderdaad jammer. Maar Van Melle is nu eenmaal verkocht aan Perfetti, en die hoeven geen jaarverslag te publiceren omdat het een besloten familiebedrijf is.”


Met de verkoop van uw bedrijf heeft u dus ook de duurzaamheid verpatst.
“Toch niet. Bij de overname hebben wij met Perfetti duidelijke afspraken gemaakt over duurzaam produceren. Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering heeft topman Augusto Perfetti beloofd dat hij het milieubeleid van Van Melle zou voortzetten.”


Kunt u Perfetti dwingen woord te houden?
“Die macht heb ik niet meer. Ik ben alleen maar commissaris van de Nederlandse bedrijven en niet van de groep. Dus ik heb het moeten loslaten.”


Dat doet pijn?
“Ja dat doet pijn.”


Uw familie was woedend toen u in 2001 besloot het familiebedrijf te verkopen.
“Welnee, hoe komt u daarbij?”


Tijdens de laatste aandeelhoudersvergadering was een aantal van uw neven en nichten zeer verbolgen. Dat staat in verslagen van die vergadering.
“Er waren inderdaad enkele kritisch geluiden. Maar over het algemeen realiseerde men zich dat we moesten verkopen. Het was ofwel vrijwillig verkopen aan Perfetti waar we al mee samenwerkten ofwel slachtoffer worden van een vijandige overname.”


U had geen geld om zelf aandelen op te kopen.
“Nee. Mijn grootvader, de oprichter van het bedrijf, had elf kinderen. Hij had twee broers die ook een groot gezin hadden. Na de eerste vererving waren er gelijk al zo’n twintig erfgenamen. We zitten nu in de derde en vierde generatie, kunt u nagaan hoe verdeeld het oorspronkelijke eigendom is geraakt.”


De commissie Tabaksblat, had u daar geen zitting in moeten hebben? U had mooi een paar regels omtrent duurzaamheid kunnen inbrengen.
“Dat was mooi geweest. Maar ik kan Tabaksblat natuurlijk niet dwingen mij in zijn commissie op te nemen. Ik denk dat men wel weet dat mijn standpunt radicaal is en dat men mij er daarom niet bij wil hebben.”


Tabaksblat had het vooral over beloning van bestuursvoorzitters. Wat verdiende de bestuursvoorzitter van Van Melle in die tijd?
“Als ik de bedragen zie die nu langskomen, was dat zeer bescheiden.”


Hoeveel?
“Ik zeg daar verder niets over. Dat vind ik niet leuk.”


Volgens Quote is uw persoonlijke vermogen achteruit gehold. Eind jaren negentig stond u nog hoog in de Quote 500 met een persoonlijk vermogen van 420 miljoen gulden. Dat is nu gekelderd tot een ‘schamele’ 112 miljoen euro. Waar heeft u in vredesnaam zoveel geld aan uitgegeven?
“Ik weet niet hoe serieus u Quote neemt. Ze hebben mij een paar keer om commentaar gevraagd over het vermogen dat ze mij toedichten. Ik vertel dan dat ze onzin opschrijven en daar luisteren ze vervolgens niet naar. Die mensen zijn op een volslagen onverantwoorde manier bezig. De ranking is vermoedelijk hun grootste winstmaker, het gaat erin als koek bij de consument, maar het slaat nergens op. Het Van Melle-vermogen is verdeeld over een groot aantal nazaten, terwijl Quote er alleen mijn naam bijzet. Ik woon in een appartement in België. Extreme luxe hoeft voor mij niet. Dat is niet mijn stijl.”


U heeft nooit veel reclame gemaakt met de duurzaamheid van Van Melle. Is dat niet dom?

“We hebben er bewust voor gekozen om ons milieubeleid niet commercieel uit te buiten. Daarmee maak je jezelf kwetsbaar. Dat zie je aan de Bodyshop, die zijn daar enkele malen geweldig mee onderuitgehaald. Want natuurlijk kun je niet vermijden dat er soms iets niet klopt. Het is niet moeilijk dingen te vinden bij Van Melle die nog steeds behoorlijk vervuilend zijn. Soms is er gewoon geen oplossing.”


Zo bent u behoorlijk aangepakt door Greenpeace, want er zouden genetisch gemodificeerde grondstoffen in uw snoepjes zitten.
“Over genetische modificatie hebben we vervolgens duidelijk beleid gemaakt en ook Greenpeace hebben we er daarna niet meer over gehoord.”


Op internet waarschuwen milieuorganisaties nog steeds tegen Mentos.
“Dat weet ik niet eens. Het is een ontzettend moeilijk onderwerp. Daar kunnen we de rest van de dag nog over praten, zonder er uit te komen.”


Had u niet graag iets relevanters geproduceerd dan snoep?
“Tja. In het eerste deel van mijn carrière was dat inderdaad een zwaar thema. Dat wij verantwoordelijk waren voor tandbederf. Ik heb veel moeite gedaan om stoffen te vinden die snoep onschadelijk maken. Er zou een Australische vinding zijn die tandbederf tegengaat. Daar heb ik serieus naar gezocht. En toen kwam de fluoridering, daarmee viel dat probleem weg. Maar om de waarheid te zeggen: ik vond de keuze van mijn grootvader om snoep te gaan maken niet optimaal. We zijn bezig geweest om gezonde producten te maken uitgaande van onze kennis om iets lekker te laten smaken. We hebben zelfs een koekje ontwikkeld, met steun van de overheid, waar alles in zit – eiwitten, vitamines en mineralen – om aan de belangrijkste tekorten tegemoet te komen. Speciaal bedoeld om in te zetten in ontwikkelingslanden. De test was perfect gelopen en we hadden niet eens de opzet om er winst op te maken. Maar de noodhulporganisaties wilden er niet aan. Het idee was besmet omdat er een bedrijf achter zat en omdat het niet goed zou zijn om snoepgewoontes naar de ontwikkelingslanden te brengen.”

CV Izaak van Melle

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

1941 > geboren te Breskens
1953 > ULO
1957 > Franse kostschool La Chataignerai te Coppet
1958 > hbs te Rotterdam
1960 > bedrijfseconomie Economische Hoogeschool te Rotterdam
1967 > assistent-manager Mobil Oil Rotterdam
1969 > in dienst van familiebedrijf Van Melle NV
1975 > opleiding management development, Harvard Business School
1975 > president-directeur Van Melle
1995 > bestuurslid World Watch Institute, Washington
2000 > bestuurslid Nederlands Initiatief voor Duurzame Ontwikkeling
2002 > vice-voorzitter raad van bestuur Koninklijke COSUN, Breda

Izaak van Melle is gehuwd en heeft drie dochters en een zoon