Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Innoveren? Probeer het spaghettiprincipe

Hoe test een Italiaan of de pasta gaar is? Hij gooit hem tegen de muur en als de pasta blijft kleven is hij perfect. In complexe, onzekere tijden werkt die methode ook voor innovatie.

het spaghettiprincipe innovatie

Het World Economic Forum heeft op 16 juni voor de twintigste keer zijn jaarlijkse Technology Pioneers gepresenteerd, een lijst met 100 jonge innovatieve bedrijven (maximaal 10 jaar oud), die leidend zijn in hun sector, die impact maken op hun markt én op de maatschappij, en die geleid worden door visionaire leiders.

De ‘winnaars’ worden lid van de innovatie-community van WEF voor startups en scaleups. Invite only. Wie ook ooit op de lijst hebben gestaan: Airbnb, Bloom Energy, Google, Kickstarter, Mozilla, Palantir Technologies, Scribd, Spotify, Twitter en Wikimedia.

Veel bedrijven in de selectie van dit jaar zetten hun innovaties in voor de strijd tegen klimaatverandering en het verbeteren van de gezondheidszorg. Denk aan het Koreaanse Lunit, dat AI inzet voor het analyseren van x-rays op longkanker en andere longziektes. Tijdens de pandemie heeft het zijn software online gratis beschikbaar gemaakt voor de diagnose en behandeling van coronapatiënten. Of het Keniaanse Twiga Foods, dat met b2b-data de voedselketen efficiënter maakt, waardoor bijvoorbeeld boeren meer verdienen en de voedselprijzen lager worden. Vorig jaar pompten investeerders onder leiding van Goldman Sachs 30 miljoen dollar in de startup.

Testen, testen, testen

Dat is natuurlijk erg mooi. Maar naast dergelijke groundbreaking vernieuwingen, zijn er ook een hoop meer alledaagse vernieuwingen. Enter het spaghettiprincipe. Volgens executive trainer Lars Sudmann is het dé methode waarmee bedrijven moeten innoveren: gooi een nieuw idee tegen de muur en zie of het blijft plakken.

Hij is zich ervan bewust dat die methode in de context van organisaties geen erg goede reputatie heeft. Het klinkt ongepland, alsof je niet goed weet waarmee je bezig bent en zomaar iets probeert. ‘Maar ik ben van mening dat meer mensen en organisaties het spaghettiprincipe moeten omarmen. We moeten veel vaker en op alle niveaus beginnen experimenteren en testen’, schrijft hij in zijn boek Innovation that sticks.

In een stabiele en voorspelbare wereld, is spaghetti gooien niet nodig. In een statische omgeving met een lange bedrijfsgeschiedenis, werken de oude methodes en tools prima en kan je het perfecte plan voor de toekomst uitwerken. Dat plan zal tot succes leiden in een context die – vrijwel – volledig voorspelbaar en bekend is. Maar vandaag de dag leven we niet in een voorspelbare wereld. In een complexe, snel veranderende wereld en in onzekere tijden, botsen we tegen de limieten van bekende methodes, processen, tools die jarenlang perfect werkten. Dán moeten we meer ‘spaghetti gooien’, aldus Sudmann.

Wanneer ‘plakt’ een idee?

Wie of wat bepaalt of innovatie al dan niet geslaagd is, of een idee ‘plakt’? Het antwoord is heel eenvoudig: de realiteit. Als je je idee niet aan de werkelijkheid toetst, dan blijft het een gedachte-experiment. Misschien zou het kunnen werken, maar misschien ook niet. Daarbij merkt Sudmann fijntjes op dat mensen de inspanning die nodig is om iets te bereiken altijd onderschatten, en hun capaciteit om zaken te controleren en te voorspellen overschatten. In Sudmanns beeldspraak is jouw idee de spaghetti en de realiteit is de muur. Gooien maar! En hopen dat het blijft plakken.

Wanneer er achter het gooien met spaghetti geen doel meer zit, ben je verkeerd bezig

Je hoeft volgens Sudmann ook niet te weten hoe dingen werken om ermee te experimenteren, zoals je ook niet hoeft te weten waarom spaghetti die gaar is aan de muur blijft plakken. Te veel kennis of te veel overpeinzingen werken beperkend en zijn de vijand van innovatie en creatief out-of-the-boxdenken.

Niet té enthousiast met die pasta

Voor alles wat je in de realiteit kan testen, kan je volgens Sudmann de spaghettimethode toepassen. Een product, een app, een proces, een methode, een techniek, een ingrediënt… ‘Als het blijft plakken, dan behouden we het. Als het niet plakt, laten we het los en proberen we iets nieuws’, stelt Sudmann.

Maar kijk uit voor een te groot enthousiasme. De spaghettimethode is zo eenvoudig en levert zo snel feedback op, dat mensen soms alles willen uittesten en allerlei experimenten willen uitproberen. ‘Je kan het principe wel degelijk tot een extreem drijven en dan ga je veel frequenter falen’, aldus Sudmann. Het is al te gemakkelijk om van alles te proberen en wanneer het niet werkt te reageren met ‘jammer, het was te verwachten, volgende experiment’. Wanneer je constant nieuwe dingen uitprobeert en er achter het gooien met spaghetti geen doel meer zit, ben je verkeerd bezig.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Enkel voor beslissingen met beperkte impact

Sudmann benadrukt dat je de methode het best alleen gebruikt voor wat hij in Amazon-terminologie Type 2 Decisions noemt: ‘things that are easy to reverse and unlikely to have a massive impact.’ Voor Type 1 Decisions , zaken die een grote impact hebben en moeilijk om te keren zijn, is de spaghettimethode niet geschikt.

Maar voor bijvoorbeeld een nieuw vergaderformat, een nieuwe marketingtool of -methode, een campagne op Google AdWords, of zelfs een pop-upwinkel, werkt de methode prima. Let wel op je timing. Of om het met Seth Godin te zeggen: ‘Het beste moment om te experimenteren in de keuken is niet wanneer je binnen drie uur elf gasten hebt die komen eten. En als je het toch doet, zorg dan tenminste dat je een dozijn diepvriespizza’s achter de hand houdt, voor het geval dat.’