Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hollands Glorie – Apollo Vredestein

Klein land, wereldproduct. Deze aflevering: de autobanden van Apollo Vredestein. Jaarlijks worden er miljoenen van verkocht – in meerderheid nog steeds Made in Holland.
 

Er gaat niets boven Enschede

Aan Apollo Vredestein zit al heel lang een internationaal tintje. Het bedrijf, sinds 1908 actief in rubber, stortte zich in 1946 met het Amerikaanse BF Goodrich op de autobandenmarkt. De eerste bandenfabriek die na de oorlog in Enschede werd geopend, was een joint venture van de twee. Volledig internationaal werd Vredestein in deze eeuw, toen het eerst een Russisch en daarna een Indiaas moederbedrijf kreeg. In 2009 kocht Apollo Tyres de bandenproducent, maar thuisbasis is nog steeds Enschede. Hier vindt het merendeel van de productie plaats: elk jaar rollen er zo’n zes miljoen exemplaren van de machines. Van de banden voor personenauto’s wordt 95 procent in Nederland gemaakt. Niet voor niets, zegt ceo Rob Oudshoorn: “Heel simpel: we kunnen het hier beter. In Nederland zijn zowel de organisatie als de beschikbare technologieën superieur. Made in Holland is ook voor veel afzetmarkten een voorwaarde.” Apollo Vredestein, dat 1.700 medewerkers telt en behalve autobanden ook banden maakt voor fietsen, de agricultuur en de industrie, distribueert naar Europa en Noord-Amerika en heeft verkoopkantoren in 16 landen. Van de omzet komt 10 procent uit Nederland; Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland (“winterbandenlanden”, aldus Oudshoorn) zijn de grootste afzetmarkten. “Maar andere landen volgen nu ook, ­onder invloed van de afgelopen twee zware winters.”

Op zoek naar marge

Productie in Nederland is duur, dus keek Oudshoorn na zijn aantreden in 1994 hoe Apollo Vredestein de stap kon maken naar een ander marktsegment. “We zochten een manier om de marges te verhogen.” Allereerst werd de fabriek in Enschede gemoderniseerd, zodat het mogelijk werd brede banden te produceren, die geschikt voor auto’s in de hogere middenklasse (en dus duurder) mogen zijn. Een investering van 100 miljoen gulden maakte Apollo Vredestein de tweede partij in de wereld die dit soort brede banden kon maken.
Als tweede strategische zet werd in 1999 de Italiaanse ontwerper Giorgetto Giugiaro (onder meer bekend van de eerste VW Golf) ingehuurd, die zijn naam verbond aan diverse autobandenseries. “Daarmee werden onze banden ook geschikt voor sportwagens en snelle limousines.” De banden kregen dankzij Giugiaro niet alleen een eigen uiterlijk, zijn naam zorgde ook voor extra bekendheid, met name in Italië, vertelt Oudshoorn: “Na de paus is hij de bekendste persoon in dat land.” De autobanden van Vredestein worden alleen bij geselecteerde dealers verkocht. Oudshoorn: “Dat komt door de gelimiteerde productie. Die zes miljoen banden kunnen we wel verkopen, dus proberen we dat zo intelligent mogelijk te doen. Ook met de prijsstelling: we zijn niet goedkoop.”

Weerstand, geluid en regen essentieel

Een nieuwe autoband naar de markt brengen, kan in principe in een half jaar. Meestal duurt het echter zeker twee jaar, waarbij ­vooral het testen veel tijd in beslag neemt. “Er wordt minstens 100.000 kilometer met nieuwe types gereden, om te zien hoe de banden zich onder verschillende omstandigheden gedragen.”
De r&d-afdeling van Apollo Vredestein richt zich op drie speerpunten: rolweerstand, geluid en natte omstandigheden. Oudshoorn: “20 procent minder rolweerstand zorgt voor 5 procent brandstofbesparing, geluid is altijd een storende factor en de meeste ongelukken vinden plaats bij nat weer, dus op die aspecten willen we hoog scoren in de testen.”
Het gaat dan bijvoorbeeld over onafhankelijke testen door Duitse instanties, die op de voet worden gevolgd door dealers. Een top-5­positie is hier essentieel, zegt Oudshoorn: “We willen de top van de top zijn. We hebben ook niet voor niets in bijna alle landen een eigen verkoopkantoor, met eigen vertegenwoordigers. Zij moeten het verhaal verder uitleggen aan onze klanten.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Geen black box voor leveranciers

Innovatie moet voor Apollo Vredestein onder meer komen van nanotechnologie, maar ook van goede relaties met leveranciers. Oudshoorn: “Bij de meeste bedrijven wordt tot aan de poort geleverd, daarna horen leveranciers niets meer. De hele bandenindustrie is op dit vlak eigenlijk een black box. Wij geven juist wel terugkoppeling. En daar profiteren wij weer van. Zo krijgen we bijvoorbeeld in een vroeg stadium en tegen een gunstige prijs prototypes van machines, die we dan samen vervolmaken.”
Het experiment is interessant, maar uiteindelijk is alles wat Apollo Vredestein doet tegenwoordig gericht op de markt. De kanteling die het bedrijf sinds zijn aantreden moest maken is afgerond, zegt Oudshoorn. R&d dicteert er niet ­langer. “We zijn een marketingbedrijf en van daaruit kijken we wat moet worden ontwikkeld. Mede daarom trainen wij nu onze mensen in projectmatig werken. Bij grote beslissingen werken alle disciplines nu met elkaar samen.”

> Dit artikel is afkomstig uit MT Magazine. Klik hier om het magazine online te bestellen.