Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

“Het glazen plafond zit in het hoofd van vrouwen”

Vrouwen zijn net krabben: die trekken elkaar naar beneden als er een langs de krabbenmand omhoog probeert te klimmen. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten. Daar moeten we ons bewust van zijn, vindt Bram Buunk, hoogleraar evolutionaire sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

"Mannen zijn doorgaans veel meer dan vrouwen uit op status in groepen", stelt Buunk in Intermediair. "Tegelijkertijd kunnen ze zich tijdelijk ook goed voegen in een lagere positie in de hiërarchie, zonder daar direct gefrustreerd over te worden. Ze wachten hun kans af, dagen de leider niet nodeloos uit en hebben mechanismen ontwikkeld om conflicten te hanteren en te bezweren. Vrouwen werkten al die miljoenen jaren ook samen bij de verzorging van kinderen, maar die samenwerkingsvorm was veel minder hiërarchisch, veel meer egalitair."

Glazen plafond
"Wat ik op de werkvloer zie, is dat vrouwen dikwijls meer moeite hebben om hun sociale groep te verlaten als ze hogerop komen. En andere vrouwen accepteren het ook vaak niet. Als een van hen zich onderscheidt, zetten ze daar met zijn allen de rem op. Dat is echt een verschil met mannen die elkaar niet naar beneden trekken. Het is een glazen plafond in het hoofd van vrouwen zelf."

Vijanden
"Het idee dat in organisaties leeft is: we nemen een vrouw aan en dan komen er vanzelf meer vrouwen binnen. Onzin. Het omgekeerde kan zelfs het geval zijn. Er is onderzoek dat laat zien dat leidinggevende vrouwen vrouwelijke ondergeschikten strenger beoordelen dan mannelijke. Terwijl mannelijke leiders dat onderscheid niet maken. Vrouwen kunnen elkaars ergste vijanden zijn."

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Conflict
Buunk vindt echter wel dat vrouwen mogen proberen om hogerop te komen. "Als het om leiderschapskwaliteiten gaat, hebben vrouwen en mannen evenveel competenties, vrouwen zelfs ietsje meer. Je zou willen dat er in organisaties veel meer vrouwelijke leiders waren. Maar als het om motivatie gaat, hebben mannen een natuurlijke voorsprong. Competitie, statusdrang, de natuurlijke manier waarop ze coalities smeden en niet rancuneus zijn, maar zich na ruzies snel verzoenen; het zit bij hen ingebakken. Vrouwen nemen een conflict hoog op en willen erover praten, waardoor zo'n conflict zich juist scherper aftekent."