Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Henkjan Smits

Henkjan Smits is talentscout en platenproducer. Hij werd landelijk bekend als jurylid van het tv-programma Idols en was als a&r-manager verantwoordelijk voor het succes van Total Touch, Kane en Volumia!. Smits omschrijft zichzelf als commerciële rat. “Dat is een van mijn deugden.”

Moet een talentscout keihard zijn?
“Nee, ik ben niet zo hard. Ik ben eigenlijk een ontzettend heterofiele nicht.”

Als jurylid bij Idols kwam u anders vrij bot over.
“Ik help mensen graag uit hun droom, vooral als die niet realistisch is. Zachte heelmeesters maken echt stinkende wonden. Er bestaat de misvatting van: als je maar gelooft in dingen die je doet, dan komt het ooit wel uit. Onzin. Maar ik durf nu al te voorspellen dat kandidaten die tot op het bot zijn afgezeken zich toch opnieuw voor Idols gaan inschrijven.”

U bent a&r-manager. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?
“A&r staat voor artist & repertoire. Dat zou je bij een bedrijf als Philips research & development noemen. Het gaat om het ontdekken van artiesten en het regelen van een platencontract. Ik begeleid ook in het zoeken van het juiste repertoire. Daarnaast begeleid ik de styling en fotosessies. Maar dan kom je al in het grijze gebied tussen marketing en a&r.”

Hoe ver gaat uw bemoeienis?
“Volgens de marketingmensen veel te ver. Maar het zijn geen waspoeders die we aanleveren. De artiest is het product, niet de plaat. En daarom moet je ook nadenken over hoe je zo´n artiest in de markt zet: optredens, public relations, merchandising.”

U bemoeit zich overal mee. Zijn de artiesten daar blij mee?
“Ja. Daarom is het ook moeilijk om los te laten. Overigens: als een artiest zegt: in godsnaam waar bemoei jij je mee, dan ben ik heel snel weg.”

Is dat wel eens gebeurd?
“Je vliegt elkaar altijd wel in de haren als je een plaat maakt. Als je creatief bezig bent, komen de meningsverschillen. Ik sta niet bekend om mijn zachtzinnige manier om dingen duidelijk te maken. Sommige mensen vinden dat bot, ik vind het duidelijk. Ik ben niet van plan dat te wijzigen.”

Hoe bent u in dit vak terechtgekomen?
“Het begon toen ik zelf als muzikant mijn eigen optredens ging regelen. Ik speelde in een band en stopte met mijn studie geneeskunde. Ik zei: oké, nu ben ik professioneel muzikant. Dan moet je veel gaan spelen en veel bellen om aan de bak te komen.”

Toen al commercieel ingesteld?
“Ja natuurlijk. Als je besluit om met je studie te stoppen, moet je zorgen dat je van muziek kan rondkomen. Dan moet je niet zeggen: ik maak dit soort muziek en als je het niet mooi vindt, dan flikker je maar op. Mijn kachel moet roken en ik wil ook hagelslag op mijn brood.”

U zit inmiddels twintig jaar in de muziekindustrie. Wat is er veranderd?
“Veel te weinig. Het enige dat is veranderd is dat je in de zeventiger jaren de wurgcontracten nog had met de kleine lettertjes. Dat vooral de platenmaatschappijen en de managers goed verdienden aan successen en niet de artiest. Die tijd is nu wel voorbij.”

Waarom is er te weinig veranderd?
“Sinds de komst van de cd en internet hadden we kunnen weten dat digitale geluidsdragers tot iets kunnen leiden waar we nu midden in zitten. Het is tegen-woordig heel normaal gratis muziek te downloaden en plaatjes te branden. Dat ga je niet bestrijden zoals platenmaatschappijen dat doen met Ilse de Lange met een dicht-genaaide mond. Die eigenlijk met een vingertje zegt: hé, ik krijg nog geld van je. Fuck you, hoezo krijg je nog geld van me. Dat is een verkeerde campagne.”

Hoe moet het dan wel?
“Maak een campagne met Adidas en allemaal hippe merken. Verkoop het als the real thing. Mensen kijken toch in je bloesje of je het echte merk hebt? Als je een applicatie erop heb genaaid ben je een loser dat je het niet kan betalen. Zo'n sfeer heerst op scholen. Alles moet echt zijn, behalve muziek!”

Is muziek een merk?
“Nee, maar platenmaatschappijen moeten zorgen dat het artwork van de geluidsdragers ook iets extra's heeft. Dat je kan zeggen: kijk ik heb de echte. Bij cd's lijkt het dat je cooler bent als je het hebt gedownload dan wanneer je zo'n sukkel bent die bij de Free Record Shop een plaat koopt. Daar hadden de platenmaatschappijen al in 1992 iets aan moeten doen. Er is te lang gedacht dat het niet zo'n vaart zal lopen.”

De muziekindustrie heeft zich daarop verkeken?
“Heel erg zelfs. Als ik de keuze heb tussen 1, 10 eurocent of 0 euro te betalen voor een liedje, kies ik voor de laatste optie. Heel gek. Het is allemaal beschikbaar op internet. Waarom zou ik kiezen om een euro te betalen als het voor nul euro kan?
“Over vijf jaar bestaan platenmaatschappijen niet meer zoals ze nu bestaan. Ik riep al tien jaar geleden dat er geen cd's meer zullen zijn en muziek uit de kabel komt. En dat je per maand afgerekend wordt op gas, licht, water en muziek.”

Maar zover is het toch niet?
“Nog niet, maar ik voorspel het nog steeds. Misschien tien jaar later, maar het gebeurt. En dan krijg je de big bang in de muziekindustrie. Dan gaat er een geld in om waar je helemaal geen weet van hebt. Er wordt nu per huishouden tien euro per maand aan muziek besteed. 1 cd per twee maanden. “Over een paar jaar heeft iedereen een kabeltje voor muziek. Dan komen je ouders op bezoek en je tikt in dat je Dire Straits en soortgelijke muziek wilt hebben en dan luister je de hele avond naar deze ellendige, slaapverwekkende muziek. Per maand krijg je een afrekening van wat je hebt beluisterd.”

Gaat muziek daarmee niet in de uitverkoop?
“Nee, sterker nog. Je moet muziek zo goedkoop mogelijk maken. Zo goedkoop als water. Hoeveel mensen laten de kraan wel niet lopen? Maakt niemand ene reet uit.”

Als muziek toegankelijker is, gaan mensen meer naar muziek luisteren?
“Absoluut. Iedereen vindt het leuk om over muziek te praten. Muziek is entertainment en emotie. Mensen willen geëntertaind worden. Wat de platenmaatschappijen moeten doen: een artiestenmaatschappij worden. Ze marketen namelijk artiesten. Na een succesvolle plaat wordt de artiest in de markt gezet op podia. Daar gaat het meeste geld in om en verder natuurlijk advertenties, commercials, deals met snoepfabrikanten, weet ik veel.”

Gaat het ook nog om de muziek?
“Nee, het gaat om het merk artiest. Als platenmaatschappijen investeren in marketing van de artiest hebben ze geen zorgen meer. Dan komt het geld binnen via de artiest.”

Hoe belangrijk is kwaliteit?
“Het allerbelangrijkst. Als we nu een slechte plaat zouden maken met Jamai, is zijn carrière in één keer afgelopen.”

Is elke kwaliteit verkoopbaar?
“Nee, er is heel veel kwaliteit die niet te verkopen is. Jeff Buckley vind ik kwaliteit, maar volgens mij kent niet eens 10 procent van jullie lezers hem.”

U bent een kenner van de massa?
“Ja dat is mijn mazzel. Ik kan goed de massa inschatten.”

Wat zijn belangrijke trends?
“De tijd van doemdenken is voorbij. De mensen zijn toe aan vrolijke feelgood-muziek. Dat kunnen ook ballades zijn. Het klinkt wel tegenstrijdig, maar men wil emotie. En dat mag ook liefdesverdriet zijn.”

Zoals de tango?
“Tango schatte ik veel groter in dan het is geworden. Danny Malando had de nieuwe André Rieu moeten worden. Nu haalden we alleen goud, wat niet slecht is voor een instrumentele plaat. Maar ik verwachtte vier keer platina. Ik dacht: dit is veel gepassioneerder en minder stofzuigmuziek dan de Wals. Toch geef ik de hoop niet op want de massa reageert traag. Ik weet hoelang Rieu erover deed om door het grote publiek ontdekt te worden.”

Hoe ziet u of iemand goed is voor een gouden plaat?
“Er is geen blauwdruk. Het is Fingerspitzengefühl. In Engeland noemen ze het the x-factor. Een man of vrouw met uitstraling, muzikaliteit en talent om te entertainen. Ik praat ook altijd eerst persoonlijk met de artiesten. Dan vertel ik mijn visie. Helaas hebben de meeste Nederlandse artiesten zélf geen enkel benul waar ze mee bezig zijn, laat staan dat ze weten waar ze naar toe willen.”

Ze zijn bezig met muziek. Dat is toch het belangrijkste?
“Ja, maar als ze een contract willen bij een platenmaatschappij…dat is ook het probleem bij Nederlandse artiesten. Die hebben kritiek op het commerciële circuit en roepen: jullie willen alleen maar geld verdienen. Ja, gek hè? Er werken gemiddeld zestig mensen bij een platenmaatschappij en die willen allemaal salaris. Voor mensen in het bedrijfsleven natuurlijk een open deur maar iedere artiest moet je dit uitleggen.”

Hoe beoordeelt u uzelf als artiest?
“Oh, rampzalig. Die man kan niet zingen, laat die droom varen, het gaat je nooit lukken. Als artiest heb ik muziek altijd als een middel om te entertainen gezien en nooit als doel.”

U zei wel tijdens de Nationale Muzikantendag dat u er honderd procent van overtuigd bent dat u leuk bent om naar te luisteren en te kijken.
“Vooral om naar te kijken. Ik vind mezelf niet om aan te horen. Het klinkt narcistisch, maar ik kan mezelf wel van een afstand bekijken en begrijpen waarom mensen mij leuk vinden. Ik was een ontzettende entertainer.”

Het gaat niet om kwaliteit, maar om entertainment?
“Entertainment is een enorme kwaliteit, die de meeste zangers ontberen. De podiumpresentatie is in Nederland om te janken.”

U zei in een interview dat u mensen kunt maken en breken…
(onderbreekt) “Dat heb ik niet gezegd. Ik breek geen mensen, dat doen ze zelf.”

Nou goed, maar u komt niet over als iemand die last heeft van valse bescheidenheid.
“Totaal niet.”

Klopt het wel dat u zichzelf omschrijft als commerciële rat en gladde teckel. Bent u daar trots op?
“Ja, ik vind dat een gave. Het is een van mijn deugden.”

Commercie is geen vies woord?
“Helemaal niet. Muziek is gewoon een product dat verkocht moet worden. Maar ik ben wel blij dat niet iedereen zo denkt, want het cultuurgoed moet blijven bestaan. Bandjes die geen begeleiding van een a&r-manager willen, moeten vooral hun eigen weg blijven volgen. Ze moeten dan echter niet zeiken dat ze nooit een gouden plaat krijgen.”

U bent inmiddels een bekende Nederlander. Gaat u het product Henkjan Smits maximaal uitbuiten?
“Nee, ik ben daar niet zo mee bezig. Geld verdienen staat niet boven alles. Werk is leuk voor erbij terwijl ik wel achttien uur per dag werk. Mijn leven is het allerbelangrijkste. Op het moment dat er iets met mijn gezin zou gebeuren, gaat dat altijd voor.”

We lezen anders nooit iets over Henkjan Smits als vader of echtgenoot.
“Dat staat absoluut bovenaan. Toen ik twaalf dagen achter elkaar RTL Boulevard deed, zei mijn vierjarige dochter 'Ik mis papa zo'. Dan ga ik met grote tegenzin naar de uitzending.”

Maar u gaat wel.
“Ja. Gemaakte afspraken moet je nakomen. Dat kind is vier, je kan moeilijk zeggen oh, je mist papa zo, dan laat papa gewoon alles uit zijn poten flikkeren. Daar krijg je goed bedorven kinderen van.”

U bent twee jaar geleden ernstig ziek geweest met een buikvliesontsteking. Heeft dat tot nieuwe inzichten geleid?
“Ja. Ik kon er vroeger ontzettend van balen als een van mijn platen niet in de top-10 terechtkwam. Maar toen was het in een keer: het zijn maar plaatjes, waar maak ik me druk om. Het probleem van dit werk is wel dat je met artiesten werkt en voor een groot gedeelte verantwoordelijk bent voor hun succes. Dat we nu al wekenlang op nummer 1 staan met nummers van Jim en Jamai blijft natuurlijk een kick. Daar doe je het uiteindelijk voor.”

U lijkt erg zelfverzekerd, is dat een houding?
“Nee, ik geloof niet zo in een houding, ik ben geen acteur.”

Maar als u zich twee keer vergist in een artiest, begint u dan niet te twijfelen aan uzelf?
“Ik ben erg overtuigd van mezelf. Als een door mij geproduceerde plaat niet verkoopt dan heeft het meestal toch aan andere factoren gelegen, sorry dat ik het zeg. Dan was de marketing niet goed of hij werd om wat voor redenen dan ook niet gedraaid door de radio of de tv. Dat heb je zelf niet in de hand.”

U kent geen twijfel?
“Nee. Oh wat erg eigenlijk.”

Wat is het vervelendste wat iemand over u kan zeggen?
“Dat ik oneerlijk ben, dan beledig je me echt.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Henkjan Smits

Getrouwd, twee dochters
1961 > geboren te Almelo
1978 > zanger/gitarist diverse bands
1980 > studie geneeskunde, niet afgerond
1986 > manager/boeker diverse bands
1983 > zanger No Holding Back
1990 > freelance promotor Flying Dutchmen
1993 > radiopromotor Polygram
1994 > productmanager Polygram
1995 > hoofd a&r BMG
1999 > productiebedrijf Henkjan Smits

2002 > juryvoorzitter van het tv-programma Idols