Het vinden en krijgen van een vaste, betaalde baan is lastig voor niet-westerse allochtonen, zegt het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP). Uit de eerste Discriminatiemonitor blijkt dat deze belemmeringen niet volledig terug te voeren zijn op opleiding of taalbeheersing, maar dat er ook discriminatie in het spel is. Voor Eduard Nazarski, directeur van Amnesty Nederland, is dat onacceptabel.
Volgens Eduard Nazarksi moet er een goed antidiscriminatiebeleid gevoerd worden door bedrijven. Amnesty, de vereniging waar hij directeur van is, is daarom in oktober begonnen met de actie ´Leiderschap gevraagd´.
Amnesty wil zich sinds kort meer op Nederland richten en daar maakt deze actie deel van uit. "Als je niet kijkt naar je eigen achtertuin, ben je ook minder geloofwaardig naar andere landen toe." Bedrijven worden opgeroepen om een intentieverklaring te ondertekenen. Daarin staan 19 maatregelen om discriminatie op de werkvloer te voorkomen. "Dat is nog niet voldoende om het probleem te bestrijden, maar het gaat om het signaal."
Het SCP zegt dat door discriminatie vooral de toetreding tot de arbeidsmarkt en het krijgen van werk voor niet-westerse allochtonen lastig is. Nazarski: "Dat is niet nieuw of onverwacht, maar dat betekent niet dat we het moeten accepteren. Waarom niet? Als mensen geen werk vinden, worden ze uitgesloten van de maatschappij. Daar moet je je niet bij neerleggen. Artikel 1 van de Grondwet staat niet voor niets bovenaan."
Ook het feit dat mensen vanzelf niet meer bij een discriminerende werkgever willen werken, is geen argument volgens de directeur. "Het is vervelend als bepaalde eigenschappen aan je worden toegeschreven op basis van achtergronden waar je geen invloed op hebt. Als dat een paar keer voorkomt, heb je een maatschappelijk probleem."
Negatief beeld
Amnesty wil daarom discriminatie bestrijden en diversiteit op de werkvloer stimuleren en volgens Nararski liggen hier ook taken voor het bedrijfsleven en de overheid. "Managers kunnen niet meer zeggen dat er niets aan de hand is. Bedrijven moeten zich uitspreken en maatregelen nemen. De eerste reactie van Donner en Aboutaleb vond ik daarnaast redelijk lauw, daar mag wel een schepje bovenop. Ze zien het probleem wel, maar willen het niet van bovenaf regelen."
De reactie van Balkenende vond Nazarski sterker. "Toen ik hem ontmoette zei hij dat je met het motto van het huidige kabinet niet lijdzaam kunt toekijken hoe een deel van de maatschappij zich uitgesloten voelt." Natuurlijk snijdt het mes hier aan twee kanten, want discriminatie komt ook voort uit het negatieve beeld dat bestaat over sommige groepen niet-westerse allochtonen.
Volgens Nazarski is dat juist reden te meer om een goed antidiscriminatiebeleid te voeren als bedrijf. "Hoe beter het is uitgewerkt in het personeelsbeleid, hoe beter je beschuldigingen van discriminatie kunt afweren als bedrijf. Als er dan een klacht wordt ingediend, kan er nul op rekest worden gegeven."