Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Frits van Exter, hoofdredacteur van dagblad Trouw

Voor hoofdredacteur van dagblad Trouw Frits van Exter was de advertentieafdeling vroeger de natuurlijke vijand. Nu niet meer. “Ik vind het fascinerend om te zien hoe zij werken.”

“Mijn werkdag begint met het lezen van mijn eigen krant. Ik lees hem van A tot Z en dat kost veel tijd. Zo’n anderhalf uur ben ik ermee bezig. Als ik niet oplet, schiet het erbij in. Maar dat is niet goed: je móet als hoofdredacteur je eigen krant lezen, anders weet je niet meer wat er gebeurt. “Veel journalisten zijn huns ondanks manager geworden. Dat geldt ook voor mij. Sinds 1978 werk ik voor Trouw. Als journalist wond ik mij nogal eens op over de zaken die buiten de redactie werden besproken. Zoals de koers van de krant of het imago. Ik dacht: laat ik dan maar eens in de stuurhut gaan zitten. Sinds 1996 ben ik lid van de hoofdredactie, in 1998 werd ik hoofdredacteur. “Als hoofdredacteur heb ik verschillende verantwoordelijkheden. Ik moet zorgen dat de redactie zijn werk goed kan doen. En ik ben het gezicht naar buiten, naar de lezers, de uitgever en de commerciële afdelingen. Dat wringt wel eens. Alle niet-journalistieke zaken, zoals overleg met de uitgever, hebben een agenda. Die wordt je opgedrongen. En dat kan al snel veel tijd in beslag nemen. Journalistieke zaken laten zich juist níet agenderen. Maar je hebt er wel veel tijd voor nodig. Bij de koffieautomaat en in het rookhok kom je op ideeën. Daar praat je met een redacteur over een rubriek die niet lekker loopt. Het gevaar is dat deze journalistieke agenda een sluitpost wordt. En dat mag niet gebeuren. Ik probeer daarom genoeg tijd te houden om zomaar over de afdeling te lopen.
“Hoofdredacteuren hebben een bijzondere verhouding met hun journalisten. De redactie heeft een statuut, zo’n document uit de jaren zeventig, dat de redacteuren een zekere mate van vrijheid in hun werk garandeert. We hebben hier dan ook geen harde hiërarchische structuur, maar een overlegcultuur. Die mondige positie van redacteuren kost tijd, maar ik zie niet hoe het anders zou kunnen. Vooral de oudere generatie journalisten, waaronder ikzelf, hecht eraan. “Trouw heeft het de afgelopen jaren niet gemakkelijk gehad. De laatste vijf jaar groeide de oplage, tegen de trend van de dagbladmarkt in. Maar die groei vlakt nu af. Bovendien zit de krant in steeds de rode cijfers. Tegelijkertijd is de opstelling van uitgever PCM zakelijker geworden. Het vertrek van Het Parool bij PCM, bijna twee jaar geleden, was een belangrijk omslagpunt. Trouw bleek op dat moment een verlies van 7,5 miljoen euro te lijden. Dat kon niet langer. Met de uitgever is afgesproken dat wij dat verlies in drie jaar tijd moeten stoppen. We hebben het lot meer in eigen handen gekregen. Willen we meer vierkante meters redactieruimte? Een magazine in kleurendruk? Prima, maar daar hangt dan een prijskaartje aan. De afgelopen jaren is de redactie gekrompen en hebben we alle kosten één voor één tegen het licht gehouden. Komend jaar moeten we break even draaien. Ik denk dat dat gaat lukken. We zitten op het goede spoor. “Dit voorjaar is PCM Uitgeverijen overgenomen door Apax, een Britse investeringsmaatschappij. Een verrassing was dat niet, want PCM stond al een tijd te koop. Maar het baarde mij wel zorgen. Ik vreesde dat Apax hoge eisen aan ons zou gaan stellen, om de investering er zo snel mogelijk weer uit te halen. Natuurlijk moet Trouw de eigen broek ophouden. Maar het blijft een kleine titel met kleine marges. Ik hoop dat de investeerder daar oog voor heeft. Totnogtoe is de stemming upbeat, maar we zitten natuurlijk nog in de wittebroodsweken. “Ik ben niet de journalistiek ingegaan omdat ik het bedrijfsleven in wilde. Maar journalistiek ís een bedrijf. De afstand tussen de redactie en de commerciële kant van de krant wordt steeds kleiner. Móet kleiner. Zo leer ik bijvoorbeeld veel van de advertentieafdeling. Het is fascinerend om te zien hoe zij werken. Vroeger was het een soort natuurlijke vijand van de redactie, nu denken we samen na over nieuwe initiatieven. Wat kunnen wij bijvoorbeeld met de seniorenmarkt? Wat kunnen we met de markt voor milieubewuste consumenten, waar veel Trouw-lezers toe behoren? Als kleine krant moeten we inventief en offensief zijn. Het Calimero-gevoel hebben we soms wel: het zal altijd een beetje knokken en sappelen blijven. Ik weet niet beter. En ik vind het ook iets moois hebben. Wanneer je groot en machtig bent, heb je ook veel te verliezen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Frits van Exter

1955 > geboren in Amsterdam
1974 > middelbare school in Amsterdam
1977 > School voor Journalistiek, Utrecht
1978 > Trouw (o.a. verslaggeverij en buitenlandredactie)
1992 > Prijs voor de Dagbladjournalistiek
1996 > adjunct-hoofdredacteur Trouw
1998 > hoofdredacteur Trouw