Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Fatih Dag, voorzitter van de Amsterdamse Aya Sofia Moskee

Fatih Dag, voorzitter van de Amsterdamse Aya Sofia Moskee, vindt dat een moskeebestuurder in staat moet zijn maatschappelijke ontwikkelingen te volgen en te begrijpen. “Het volstaat niet meer om alleen maar te zeggen: ‘Is niet goed’.”

Eerlijk gezegd heb ik deze functie zelf niet gewild. Ik dacht dat ik het niet naar behoren zou kunnen doen. Ik heb een goedlopende zaak, waar moest ik de tijd vandaan halen? Maar de religieuze argumenten van het bestuur van Milli Görüs hebben mij overtuigd. Zij zeiden: ‘In de Koran staat dat God de mens niet een last op de schouder zet die hij niet kan dragen.’ Ik dacht: als het in de Koran staat, moet het wel waar zijn.“Binnen de moskee heb ik overal invloed op. Natuurlijk moet je de rol van de imam niet uitvlakken, maar het is de voorzitter die het grootste stempel drukt. Soms als mensen het met een beslissing niet eens zijn, komen ze naar mij toe. Dan praat ik met ze en dan accepteren ze de beslissing alsnog, ook al zijn ze het er nog steeds niet mee eens. Ik word gerespecteerd als voorzitter en dat maakt het handelen wat makkelijker.“Respect is iets wat je moet verdienen, dat bouw je niet op in een paar dagen. Dat is een proces van jaren. Ik ben een tijd secretaris van de moskee geweest en ben altijd actief geweest als vrijwilliger. Bijvoorbeeld met het invullen van belastingpapieren van moskeebezoekers, of andere lastige formulieren. Dat respect dat ik nu als voorzitter geniet, heb daarmee opgebouwd.
“Dit is een groot complex, ik noem het allang geen moskee meer. We hebben een gebedshuis, een jongerenafdeling, een restaurant, een winkel. Het is een bindmiddel tussen mensen onderling en tussen burger en overheid. Een plek waar mensen dagelijks hun boodschappen kunnen doen, waar ze terechtkunnen voor maatschappelijke vragen.“Er werken hier zestien mensen op vrijwillige basis. Hoe ik ze motiveer? Ten eerste met een warme lach en vragen hoe het met ze gaat. Gewoon even vijf minuten vrij maken. Met de tijd bouw je zo’n relatie op dat mensen zich zelf ook verantwoordelijk gaan voelen als ze jou zien. “In de moskee is het vrijdagmiddaggebed zeer belangrijk. Bij het voorbereiden van dit gebed heb ik uitvoerig overleg met de imam. Dan komen er verschillende ideeën naar voren. Waar gaan wij aandacht aan besteden? De preken zijn vrij uitgebreid, dat geeft ons de kans om veel zaken te bespreken. Soms zijn we het niet met elkaar eens. Dan hebben we in het ene deel van de preek aandacht voor mijn voorkeur, in het andere deel aandacht voor de keuze van de imam. Ik zal de imam niet snel iets verbieden. Met dingen verbieden bereik je niets. Ik wil in discussie, elkaar met argumenten overtuigen.
“De moslimgemeente in Nederland maakt een transformatie door. De eerste generatie bestuurders van moskeeën sprak de taal niet. Tot een aantal jaar geleden hebben ze hun werk prima gedaan. Maar nu speelt de moslimgemeente een steeds grotere rol in de maatschappij. Kijk bijvoorbeeld naar de moord op Theo van Gogh. Het volstaat niet meer voor een moskeebestuurder om alleen maar te zeggen: ‘Is niet goed.’ Dat is niet meer van deze tijd. Je moet een standpunt kunnen verwoorden, je moet de taal spreken, en vooral: weten wat er in de maatschappij leeft.
“De kracht van de oude bestuurders lag in een goede organisatie en veel discipline maar maatschappelijke ontwikkelingen kunnen ze niet volgen. Milli Görüs, het overkoepelende orgaan van onze moskeeën, wil daarom meer jonge mensen in de besturen hebben die in staat zijn maatschappelijke ontwikkelingen te volgen en te begrijpen. Want hoe kan ik een goede bestuurder zijn als ik niet weet waar het om draait in de wereld. Dan heb ik de mensen toch niets te bieden?
“Na de moord op Van Gogh hebben we samen met stadsdeel de Baarsjes een zogenaamd contract met de samenleving opgesteld. We willen de kloof tussen gelovigen en niet-gelovigen kleiner maken en terrorisme samen bestrijden. We zeggen in dat contract bijvoorbeeld dat moskeebestuurders extreme gedragsveranderingen van moskeebezoekers melden. Daar heb ik geen problemen mee. Ik ken de meeste moskeebezoekers, ken hun ideeën, hun handelen. Als dat verandert, dan merk ik dat. Maar ook vreemde vogels die binnenkomen en invloed proberen uit te oefenen op mijn achterban, die vallen op. Het is niet heel moeilijk om mensen met verkeerde bedoelingen te achterhalen. Dat komt omdat de moskee een hechte gemeenschap is. Veranderingen vallen direct op.”

CV Fatih Dag

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

1973 > geboren in Aksaray, Turkije
1987 > lyceum Turkije
1989 > havo in Nederland
1994 > gewerkt in de horeca, onder andere op Schiphol
1998 > kortdurende hbo-opleiding bedrijfsmanagement
2000 > secretaris bij de Aya Sofia moskee, start uitzendbureau
2004 > bestuursvoorzitter Aya Sofia moskee

Fatih Dag is getrouwd en heeft een kind, de tweede is onderweg