John Fentener van Vlissingen is verantwoordelijk voor liefst twee bedrijven uit de top 5 grootste familiebedrijven van Nederland. Een gesprek over de economische crisis, falen en familie.
Als enige van zijn generatie koos John Fentener van Vlissingen niet voor een carrière bij het familieconglomeraat – de Steenkolen Handels Vereniging. Hij toog naar de Verenigde Staten om daar in 1975 zijn ‘eigen' familiebedrijf – BCD – op te richten. En uit te bouwen. Onstuimige groei van de zakelijke reismarkt brengt hem voor de tweede maal in de top 10 van meest succesvolle Nederlandse familiebedrijven.
Na bijna veertig jaar aan zijn familiebedrijven bouwen, doet John Fentener van Vlissingen het rustiger aan. Een relatief begrip. "Ik ben aan het afbouwen. Een paar jaar geleden heb een indeling voor mijn tijd gemaakt: éénderde bestuursfuncties, éénderde voor het bedrijf (BCD) en éénderde voor mijn familie en stichtingen. Dat laatste is er afgelopen jaar een beetje bij ingeschoten", zegt hij met enig gevoel voor understatement. "Ik voel de verantwoordelijkheid om in deze moeilijke tijd achter mijn mensen te staan. Maar eigenlijk zou ik het liefst nu stoppen." Bij SHV steunt hij als tweede man nicht Annemiek, die na het overlijden van vader Frits, aan het roer staat bij SHV. Zelf is hij nog altijd actief als president-commissaris van de Raad van Commissarissen van ‘zijn' BCD Holdings.
Crisis
Het afgelopen jaar gingen er bij BCD duizend banen verloren, het valt de topondernemer zwaar. "Je kan niet ondernemen if you don't care. Deze crisis is veel heftiger dan de crisis die we kenden na de aanslagen van 11 september. Sterker nog, zo'n diepe crisis heb ik in mijn leven nog niet meegemaakt." Volgens de ondernemer is er één duidelijke weg uit de crisis – flexibilisering van arbeid. "Ik ben ervan overtuigd dat meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt beter voor de wereld is."
'Falen hoort bij ondernemen'
Over zijn managementstijl is Fentener van Vlissingen duidelijk: "Er zijn heel veel zaken in de onderneming waar ik me absoluut niet mee bemoei. Ik heb altijd veel ruimte aan mijn mensen gegeven. Ga aan mijn niet vragen hoeveel potloden er in de la liggen, ik ben geen hands-on manager." In de wereld van Fentener van Vlissingen ontplooien medewerkers zich het best in vrijheid. "We spreken de grenzen af, wie daar binnen blijft krijgt een grote mate van vrijheid. Falen hoort daarbij, sterker nog: ik faal iedere week."
Lees het volledige interview in de FB50 of klik hier om het in onze digitale epaper te lezen.