Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De telefooncel als beschermd erfgoed

De telefooncel overleefde de crisis in de jaren dertig en de vernielzucht in de jaren tachtig en negentig. Zelfs tegen de ruim negen miljoen mobiele telefoons houdt de telefooncel dapper stand. Voorlopig althans.

Met de oprukkende mobiele telefoons verdwijnt langzaam maar zeker de telefooncel uit het straatbeeld. Vorig jaar waren er nog 22.600 cellen, nu nog 19.200 en volgend jaar zullen er nog maar 15.950 cellen staan. Ze zijn niet meer rendabel. Een probleem waar KPN, voorheen de PTT, overigens altijd mee heeft geworsteld.
De primeur van de eerste straatcel was overigens niet voor de PTT. De gemeentelijke telefoondiensten van Den Haag plaatsten in 1930 de eerste cel, de 'kouwe-benencel', die alleen het bovenlijf van de gebruiker uit de tocht hield. Amsterdam volgde op de voet en plaatste in 1931 de eerste volledig dichte cel. Het staatsbedrijf kon niet achterblijven en liet een cel ontwerpen met kap, glazen zuil en zilvergrijze spijlen. Een proefcel werd in 1932 op het Vreeburg in Utrecht getest. Een goed ontwerp: dit type staat nog steeds op straat, zij het in 1967 gerestyled, wat resulteerde in een grotere behuizing. De kleur van de cellen werd iedere keer aangepast aan de huisstijl van de PTT, later KPN – van grijs, naar grijsgroen, naar het huidige KPN-gifgroen.
De telefooncel heeft al heel wat stormen doorstaan. De crisis van de jaren dertig, de Tweede Wereldoorlog en het oprukkende misbruik: diefstallen en vernielingen door kwartjesjagers, telefoongidsen die werden verscheurd en verbrand en ingeslagen ruiten. In 1975 was er een cellenbestand van 5000, dat nog zorgde voor een positief saldo van 6 miljoen gulden. In 1982 stonden er 7500 telefooncellen en het verlies voor de PTT was opgelopen naar 10 miljoen gulden per jaar. Het antwoord: een nieuw lid van de familie, de driekantige cel. Hij is gemaakt van grote, loeiharde glasplaten, is niet langer voorzien van telefoongids, en de muntendief wordt een halt toegeroepen met de geboorte van de telefoonkaart. Tevergeefs. De telefooncel is en blijft onrendabel. De post vernielingen blijft hoog en bovenal is het gevecht tegen de mobiele concurrent er een van David tegen Goliath.

Toch zal de telefooncel zelfs ook deze storm doorstaan. Om de simpele reden dat dit straatmeubilair wordt beschermd door een wet: iedere woonkern met 5000 inwoners heeft recht op één telefooncel.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.