‘Ik ben nog lang niet klaar'
"Ik kom uit de sport en ben een vrouw. Dat waren in 1977, toen ik in de Kamer kwam, redenen om mij niet al te serieus te nemen." Ruim 30 jaar later is Erica Terpstra, voorzitter van NOC*NSF, volgens de managers van Nederland de beste topvrouw van Nederland. Wij legden haar zeven citaten voor over sport, vrouwen en de top.
‘Ik heb nooit begrepen waarom mannen meer om sport zouden moeten geven dan vrouwen.' Hans Beerekamp, tv-recensent NRC Handelsblad.
"Helemaal goed. Ik ben net zoals zovelen het levende bewijs dat er geen enkele reden is waarom vrouwen niet om sport zouden geven. Toch is sport nog steeds een mannenbolwerk. Ik prijs mezelf heel gelukkig met een zeer getalenteerde topvrouw, Mavis Carrilho, in het bestuur van NOC*NSF. Voor de rest zijn het mannen, die trouwens ook zeer bekwaam zijn. Toen ik in 2004 werd verkozen tot voorzitter, was ik de derde vrouw ter wereld die aan het hoofd van een NOC kwam te staan. Er is wel een verandering gaande in de sport. Dit jaar is het vrouwenvoetbal de snelst groeiende sport van Nederland terwijl voetbal ongeveer per definitie een machosport was. En in onze databank van mensen die iets in een sportbestuur willen doen, komen steeds meer vrouwen voor, waar steeds meer sportbonden echt naar zoeken. Onlangs hebben we een vrouw in het bestuur van de boksbond gekregen. Dat vind ik geweldig."
‘De leus "geef vrouwen een kans" is denigrerend. Genderdiversiteit in leiderschap is een goede zakelijke beslissing, geen liefdadigheid.' Mary van der Boon, oprichter en directeur van Global TMC.
"Als jong Kamerlid ontmoette ik Ann Richards. Zij was minister van Financiën van de staat Texas, waarschijnlijk de meest masculiene van de Verenigde Staten. Haar verhaal is me altijd bijgebleven. Ze wilde de vrouwenparticipatie in het bedrijfsleven stimuleren door goede kinderopvang. Toen heeft ze alle belangrijke ceo's van de staat uitgenodigd voor een brainstorm. ‘Mannen,' zei ze daar, ‘wij gaan de economische groei van Texas de komende jaren verdubbelen.' Volgens de heren was daar niet genoeg mankracht voor – vrouwen hadden immers de capaciteiten wel, maar moesten thuis zijn voor de kinderen. Toen ging er een lichtje bij ze branden. Richards wist het zo te draaien dat ze zelf met de oplossing kwamen. Nog steeds heeft Texas de beste kinderopvang van de Verenigde Staten. Wat dit aantoont, is dat diversiteit geen liefdadigheid is, maar pure winst. Richards had een andere aanpak en die werkte. Vrouwen hebben te lang gedacht in termen van ‘ze moeten ons een kans geven' – een achterstandsgedachte. Daar moeten we vanaf. We zijn zelfverzekerd genoeg om te laten zien dat we nodig zijn. En dat het in hun eigen voordeel is."
‘Over topvrouwen maak ik me niet zo druk. Die redden zich wel.' Commissaris der Koningin in Zeeland, Karla Peijs.
"Precies! En de vrouwen in de lagen eronder redden zich ook wel, zolang ze het op eigen kracht doen. Ik wil een rolmodel zijn: iemand die inspireert en stimuleert, maar niet pampert. In speeches probeer ik ook die stimulerende rol aan te nemen. En praat ik onverhoopt tegen een zaal met alleen mannen, dan open ik met: ‘Welkom, heren. Wat jammer dat ik u niet kan toespreken met ‘dames en heren'."
‘Meer dan een halve eeuw na de publicatie van Simone de Beauvoirs feministisch handboek vormen vrouwen nog steeds de tweede sekse.' Schrijfster, jurist en econoom Heleen Mees.
"Dat kan ik niet ontkennen, maar het is slechts een deel van de waarheid. De kloof is denk ik vooral optisch: bij in het oog springende sectoren heerst een mannencultuur, vooral van mannen rond de vijftig, zestig jaar. Zij zijn de generatie van de eerste emancipatiegolf, die ondanks goede intenties niet volledig de gewenste uitwerking kreeg. Taken werden nog te weinig verdeeld en daardoor kwam de vrouw vaak alsnog thuis te zitten met de kinderen. Nu is dat anders. Bij mij op kantoor op Papendal werkt een geweldig team van mensen die zich volledig inzetten voor de sport en toch vrijwel allemaal een mama- of papadag hebben. De aanstormende generatie pakt het anders aan, die vindt zoiets vanzelfsprekend. Als die mensen vijftig of zestig zijn, ziet het beeld er heel anders uit."
‘Vrouwen betalen voor alles de rekening. Ze krijgen meer eer dan mannen wanneer ze slagen voor vergelijkbare feiten, maar krijgen ook meer aandacht wanneer ze falen.' Amelia Earhart, luchtvaartpionier.
"Deze uitspraak getuigt van overgevoeligheid. Misschien dat het in haar tijd zo was, maar ik geloof niet dat vrouwen of mannen nog worden afgerekend op sekse. Mannen komen regelmatig prominent falend in het nieuws. Niet omdat ze man zijn, maar omdat ze falen. Voor vrouwen gelden dezelfde regels. Sekseovergevoeligheid of zelfs navelstaarderij zoals in deze uitspraak zou vandaag de dag getuigen van weinig zelfvertrouwen."
‘Dat vrouwen vaak als enige tussen allemaal mannen zitting hebben in de raad van bestuur of commissarissen, maakt hen kwetsbaar. Ze worden eenvoudig weggezet als stereotype.' Mijntje Lückerath-Rovers, samensteller Female Board Index.
"Mijn persoonlijke ervaring is heel anders. Ik zit in die positie als commissaris bij Welten en word daar heel serieus genomen. Ze hebben me gevraagd omdat ik met mijn human interest-kijk complementair ben aan de andere commissarissen. Ik denk dat geen enkele vrouw in een toppositie zich wil laten wegzetten als stereotype, als excuustruus. Dat weiger ik te zijn."
‘Vrouwen zijn waarschijnlijk een beetje menselijker in hun leiderschap – mannen zijn te ongeduldig.' Sirimavo Bandaranaike, eerste vrouwelijke premier ter wereld (in 1960 van het toenmalige Ceylon).
"Voor mij geldt dat in elk geval wel: ik ben een mensenmens. Maar er zijn ook vrouwen die dat niet hebben en uiterst succesvol leidinggeven. Ieder mens is uniek en als je iemand zoekt voor een bepaalde functie, moet je daarnaar kijken. Ik voel me als voorzitter van NOC*NSF als een vis in het water, elke dag is een cadeautje. De passie voor de sport is mijn drijfveer en die zie ik terug in de volgende generatie. Jonge mensen met een droom die we met z'n allen een stukje op weg kunnen helpen; ik kan niets mooiers bedenken. Het leven is heel goed voor mij geweest en is dat nog steeds. Ook als ik in mei moet aftreden bij NOC*NSF, stop ik niet. Ik ben nog lang niet klaar."
Topvrouw van het Jaar
"Ik ben verbaasd en blij tegelijk dat ik deze verkiezing heb gewonnen", is Erica Terpstra's eerste reactie op het nieuws dat ze is verkozen tot ‘beste topvrouw van 2009'. "Een paar jaar geleden zou een vertegenwoordiger van de sport niet zo serieus zijn genomen door managers. Dat ze dat nu wel doen, is voor mij een erkenning van de maatschappelijke betekenis van sport – iets waaraan ik samen met mijn bestuur en vele anderen hard heb gewerkt."'