Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De kosten van een Grieks failliet

Een faillissement van Griekenland heeft hoe dan ook grote gevolgen. Met de lessen van Lehman in het achterhoofd is duidelijk dat een gedegen voorbereiding moeilijk is. Maar het lijkt er steeds meer op dat die lessen al weer vergeten zijn.

 

Systeemrisico's zijn groot. Wat een Grieks bankoet precies zal kosten is dan ook moeilijk te zeggen. Zo langzamerhand komen voor Nederland steeds meer bedragen voor verschillende scenario's naar buiten. Maar wie een parallel trekt met de val van Lehman weet dat de pijn groter zal zijn dan voorzien.

Internationale systeemrisico's bij ongecontroleerd failliet: 80-120 miljard

Nederland zal bij een ongecontroleerd faillissement tenminste 80 miljard euro extra moeten ophoesten om te voorkomen dat ook Ierland, Portugal en Spanje door een Grieks failliet worden meegezogen. Dat meldt RTL Z vandaag op basis van vertrouwelijke notities van het ministerie van Financiën, waar het de hand op heeft gelegd.

Om de zwakke eurobroeders niet in dezelfde negatieve spiraal te sleuren als de Grieken, is een buffer nodig in de vorm van een uitbreiding van het bestaande noodfonds, de Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit (EFSF). Dat behelst nu 750 milard euro en zou moeten worden uitgebreid tot 1.500 à 2.000 miljard euro. Nederland zou een garantie van 80 tot 120 miljard hiervan voor rekening moeten nemen.

De bedragen zijn gebaseerd op berekeningen van ambtenaren van Financiën van voor de zomer. Duidelijk is dat als de boel uit de hand loopt, de rekening snel hoger wordt. Bij een ongecontroleerd faillissement slaat de crisis immers over naar andere zwakke eurolanden, zoals Ierland, Portugal en misschien Spanje, maar mogelijk ook Italië. Als dat laatste land zich bij het rijtje voegt, zal een hoger bedrag noodzakelijk zijn, dit scenario is in de berekeningen van voor de zomer nog niet meegenomen.

Totale garanties: 399 miljard euro

Op dit moment heeft de Nederlandse overheid voor 399 miljard euro aan garanties en andere financiële verplichtingen uitstaan. Een bedrag bijna net zo groot als onze staatsschuld. Dat schrijft de Telegraaf vandaag op basis van een bijlage van de schokproef van de overheidsfinanciën, die het ministerie van Financiën heeft laten uitvoeren.

Van de 399 miljard euro bestaat 187 miljard daadwerkelijk uit garanties, zoals afgegeven aan onder meer banken en aan het noodfonds EFSF. Daarnaast is er 212 miljard aan achterborgstellingen in verband met de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) (126,4 miljard) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Met de NHG loopt het Rijk volgens de Telegraaf niet direct risico omdat er een waarborgfonds bestaat, gevuld met 600 miljoen. Dat fonds betaalt uit als huiseigenaren niet meer aan hun hypotheekverplichtingen kunnen voldoen. Het fonds raakt pas leeg als de huizenprijzen met meer dan 25 procent dalen en de werkloosheid tot 10 procent stijgt, zo blijkt uit het schokproefrapport. Het Rijk verschaft dan een renteloze lening aan het fonds, wat leidt tot een hogere staatsschuld. Eenzelfde achterborgstelling geldt voor het WSW, waar ruim 85 miljard mee is gemoeid.

Lessen van Lehman

Een daling van de huizenprijzen met 25 procent en stijging van de werkloosheid met 10 procent. Het klinkt wat onwaarschijnlijk, of in elk geval als een 'ver van je bed-scenario'. Hoeven we ons geen zorgen te maken? Wie terugdenkt aan wat de val van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers met zich meebracht, zet zich vast schrap.

Destijds was de beredenering dat de bankiers die in de fout waren gegaan moesten boeten voor hun fouten. Lehman werd niet gered van de ondergang. De val die volgde, schokte de internationale bankensector zwaar en veroorzaakte een diepe economische recessie. Uiteindelijk verwerd de last voor de fouten van de bankiers daarmee tot een last voor een groot deel van de wereld. De gevolgen zijn nog altijd voelbaar.

Het bestraffen van bankiers had niet de prioriteit moeten zijn, schrijft de Belgische zakenkrant De Tijd vandaag. Het overeind houden van het financiële systeem had voorrang moeten krijgen, aldus de krant in een commentaar.

En daar valt wat voor te zeggen. Wie nu de paralel trekt met het wel of niet redden van de Grieken, loopt tegen een vergelijkbare redeneertrant aan als destijds bij Lehman. De Grieken de hand boven het hoofd houden, geeft de indruk dat zij ongestraft uit de pas kunnen lopen. Net als de bankiers destijds. Dat wilde men toen voorkomen, en dat wil men nu ook. Maar met de lessen van Lehman vers in het geheugen – de bank viel pas drie jaar geleden – , zouden we beter moeten weten. De Grieken straffen, betekent dat we de wereld hoe dan ook in een nieuwe systeemcrisis storten. 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Het is de vraag welke schade groter is. De Grieken redden en zorgen dat een land niet meer over de schreef kan gaan, of de gevolgen van een faillissement berekenen en dat aangaan.

Willem Buiter, hoofdeconoom van Citibank en hoogleraar aan de London School of Economics schetste recent alvast de gevolgen van een Griekse exit uit de eurozone. Een opbeurend scenario is het niet.

Lees ook: