Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De hoop van de Nederlandse biotech

Dinko Valerio is een van de weinige wetenschappers die succesvol is als ondernemer. Sinds de teloorgang van Pharming is Valerio’s bedrijf Crucell het boegbeeld van de Nederlandse biotechnologie. Nu alleen nog even winst maken.

Als ondernemer was het Dinko Valerio’s finest moment. Op 27 oktober 2000 haalde hij met zijn biotechbedrijf Crucell 144 miljoen euro op de beurzen van Amsterdam en New York op. Met de laatste succesvolle beursintroductie in Amsterdam, vlak voordat de beurzen instortten, verzekerde Crucell zich van genoeg geld om de speurtocht naar werkende medicijnen voort te zetten. “Timing is everything,” zegt Valerio (47) drie jaar later glimlachend, gezeten in zijn kantoor op het Leidse biotechpark, waar Crucell sinds 2000 een bedrijfsgebouw deelt met Pharming en het eigen dochterbedrijf Galapagos. En een flinke dosis geluk natuurlijk. “Misschien. Als we een jaar later waren geweest, hadden we nooit zo veel opgehaald, waren we waarschijnlijk niet eens naar de beurs gegaan. Maar we waren er op dat moment klaar voor en dan moet je snel handelen. Dat is ook ondernemerschap.” Een stage midden jaren tachtig als ‘visiting scientist’ bij het toen nog kleine Amerikaanse biotechbedrijf Genentech in San Francisco opende Valerio de ogen. Dat je mooi wetenschappelijk onderzoek te gelde kon maken in een bedrijf, dat was destijds in Nederland bepaald geen voor de hand liggende gedachte. “Ik werd bij Genentech gegrepen door de stimulerende omgeving van het bedrijfsleven. Een eigen bedrijf, dat deed je in Nederland niet. Dat was voor mensen die niet goed genoeg waren om hoogleraar te worden. Waarom ik het wel heb gedaan? Dat zijn de guts. Je moet de onomkeerbare stap durven maken.”

Klein druk kereltje

“Dinko is een van de weinige wetenschappers die begrijpt wat nodig is om een business te runnen,” zegt oud-mededirecteur Ton Logtenberg. “Hij is gemotiveerd, krachtig en ambitieus. Vrij unieke eigenschappen voor een wetenschapper. Sinds de beursgang heeft hij zich ontwikkeld tot een ceo die zijn mannetje staat in de wereld van juristen en aandeelhouders.” Charmant, overtuigend, doortastend (op het drammerige af), zelfbewust (neigend naar arrogant) en temperamentvol. ‘Een klein druk kereltje’ en ‘een steengoede wetenschapper’ zijn enkele kwalificaties van biotech-watchers. ‘Meer ondernemer dan wetenschapper,’ zegt een collega-onderzoeker. Gerard van Beynum, collega en voormalig ceo van Pharming, beschouwt Valerio als bijna on-Nederlandse ondernemer. “Hij heeft bravoure, is zeer extravert. Dat zal het Italiaanse bloed zijn. Dinko weet wat-ie wil, hij heeft een visie. En of het nu linksom of rechtsom is, wat hij wil gebeurt.” Analist Erik Manting van Rabo Securities noemt Valerio ‘een natuurtalent’ als ondernemer, die er goed in slaagt in het wereldje van juristen, bankiers, aandeelhouders en investeerders zijn verhaal over te brengen. “Al is hij soms te ‘bullish’. Zijn verhalen zouden iets realistischer mogen.” Het ‘aangeboren’ ondernemerschap bij bioloog Valerio was al wakker gemaakt tijdens zijn stage bij Genentech, maar het duurde tot 1993 voordat het eigen bedrijf er kwam. Na zijn promotie aan de universiteit Leiden, waar hij het gen isoleerde dat verantwoordelijk is voor adenosine deaminase (ADA), de ziekte die de immuunsys-temen zodanig aantast dat kinderen alleen nog maar in een plastic omhulsel kunnen leven, ging hij aan de slag bij TNO. Daar hield hij zich bezig met gentherapie: het bestrijden van erfelijke ziektes door het vervangen van aangetaste genen door buiten het lichaam gekweekte gezonde genen. Gentherapie was ook de basis van het door Valerio opgerichte IntroGene. De verwachtingen waren hooggespannen. Miljardenomzetten voor succesvolle medicijnen gebaseerd op gentherapie lagen in het verschiet. Behalve ondernemer werd Valerio hoogleraar gentherapie aan de Universiteit Leiden.

Boegbeeld

Tien jaar later is Dinko Valerio, zoon van een Italiaanse immigrant, nog altijd hoogleraar gentherapie in Leiden. Introgene heet nu Crucell en is een heel andere koers ingeslagen. Gentherapie bleek weerbarstiger materie dan gedacht. Het gaat nog wel even duren voordat er erfelijke ziekten mee kunnen worden genezen. Te lang om er binnen een bedrijf onderzoek naar te doen, vond Valerio. IntroGene verlegde de aandacht naar vaccins en productietechnologie, gebaseerd op de cellijn PER.C6: menselijke cellen die kunnen worden gebruikt om medicijnen in te maken, in plaats van in dierlijke cellen. In 2000 ontstond Crucell uit een fusie van enerzijds IntroGene met zijn vaccins en PER.C6 en anderzijds Ubisys van de Utrechtse wetenschapper Ton Logtenberg, dat menselijke antilichamen commercieel wilde produceren. De bedrijven gingen succesvol naar de beurs, maar sindsdien is de strategie wederom gewijzigd. Het antilichamenproject is op een laag pitje gezet. Medeoprichter Logtenberg vertrok eind vorig jaar als wetenschappelijk directeur, met een vertrekpremie van 650.000 euro. Logtenberg is inmiddels bezig met een nieuw bedrijfje. Crucell heeft de drang tot innoveren ingeruild voor de wens om geld te verdienen. De cellijn PER.C6 wordt uitgelicenseerd aan farmaceutische bedrijven die er medicijnen mee proberen te maken. Inmiddels heeft Crucell met een twintigtal bedrijven licentieovereenkomsten, waaronder farmareuzen als GlaxoSmithKline, Aventis en Merck. Daarnaast ontwikkelt Crucell eigen vaccins, ook met behulp van PER.C6, tegen infectieziekten als griep, het Ebola-virus en het West-Nijl-virus.
Na het bijna-faillissement van Pharming, het vertrek van Rhein Biotech naar Zwitserland en de fusie van Isotis, is Crucell het boegbeeld van de Nederlandse biobusiness. Dat is voor een groot deel te danken aan Dinko (kort voor Domenico) Valerio. Valerio wordt geroemd om zijn ondernemerschap. Eindelijk een wetenschapper die succesvol de stap naar het ondernemerschap heeft gemaakt. Time plaatste hem vorig jaar op de 18e plaats in de top-25 van Europa’s spannendste technologiebedrijven.

Toppers

Als sterkste punt van Valerio geldt dat hij zich bij Crucell heeft omringd met toppers op het gebied van management, financiën en wetenschap, in de directie en in de raad van commissarissen. Zo haalde hij Jaap Goudsmit weg bij het AMC in Amsterdam om wetenschappelijk directeur te worden bij Crucell. Ook zijn oud-hoogleraar Van der Eb werkt bij hem. “Hij heeft een enorm netwerk en is niet bang om die mensen in te schakelen,” zegt Van Beynum. “Hij kan goede mensen om zich heen velen, dat is niet elke wetenschapper, of ondernemer, gegeven. En hij heeft natuurlijk het geld om ze te halen.” Eigenlijk heeft Crucell een te zware top voor een bedrijfje met 180 mensen en een beurswaarde van 120 miljoen euro. “Voor deze fase van de ontwikkeling wel,” zegt Valerio. “Maar als we straks een product hebben, groter worden, dan hebben we al die expertise hard nodig. Dan mag de groei van het bedrijf niet worden belemmerd omdat we eerst op zoek moeten naar de juiste mensen.”
Volgend jaar gaat het echt gebeuren, is de eeuwige belofte in de biotechnologie. Pas na vele jaren investeren kan er, mogelijk, geld worden verdiend. Dat geldt ook voor Crucell, dat na tien jaar nog altijd verlies lijdt. De burnrate zal dit jaar op zo’n 20 miljoen euro uitkomen. Nu kan Crucell, met nog 100 miljoen euro in kas, wel een stootje hebben, maar zo langzamerhand wordt het toch tijd dat de beleggers eens wat van hun geld terugzien. Juist omdat gentherapie en antilichamen op korte termijn niet tot inkomsten leiden, besloot Crucell de koers te wijzigen. Maar het blijft wachten op de doorbraak. Het uitlicenseren van de PER.C6-cellijn is weliswaar een winstgevende activiteit, maar het aantal licenties is niet onbeperkt. Pas echt interessant wordt het als een van de farmaceutische bedrijven ook daadwerkelijk een medicijn in de markt zet dat met PER.C6 is gemaakt. Dan krijgt Crucell een deel van de winst, en de marges op medicijnen zijn hoog. Tegelijk is het wachten op een werkend vaccin tegen griep, Ebola- of West-Nijl-virus. Dat zijn de drie producten die Crucell in eigen huis ontwikkelt. De perspectieven lijken gunstig. De lastige Amerikaanse Food and Drug Association, die met zijn strenge en tijdrovende procedures het tempo van de introductie van nieuwe medicijnen in de wereld bepaalt, is onder de dreiging van bioterrorisme geneigd zich iets soepeler op te stellen tegenover nieuwe vaccins. In september kondigde Crucell aan dat begin volgend jaar een veterinair West-Nijl vaccin wordt geregistreerd. Een maand eerder maakte het US Institute of National Health bekend dat Crucells Ebola-vaccin werkt bij apen. Maar in de lifesciences lopen veelbelovende trajecten niet zelden dood.

Tegenstrijdigheid

Valerio weigert zich te committeren aan een datum waarop Crucell daadwerkelijk met een eigen product komt. “Dit zijn producten met een serieus afbreukrisico. Ontwikkelingen kunnen langer duren dan je denkt. We plannen conservatief. We gaan in ieder geval met een product komen voordat een nieuwe financierings-ronde nodig is.” Op een ranglijstje van de Vereniging van Effectenbezitters van meest renderende ceo’s van beursgenoteerde fondsen staat Valerio op de 99e plaats, van de 106. Sinds de beursintroductie daalde het aandeel Crucell van 18 euro naar iets boven de 3 euro nu. In maart werd het dieptepunt bereikt: 1,4 euro. Valerio nam het opvallende besluit zijn eigen salaris met 45.000 euro te verlagen (tot nog altijd drieëneenhalve ton, exclusief opties en bonus), ‘omdat het niet meer in verhouding was met de omvang van het bedrijf’. Een succesvolle ondernemer die al tien jaar verlies maakt en de beurskoers met 80 procent laat dalen. Het is volgens Valerio geen tegenstrijdigheid. “Wanneer ben je succesvol als ondernemer? Als je waarde creëert. Dat hebben we gedaan. Nog niet voor de mensen die in 2000 een aandeel hebben gekocht, maar wel voor de investeerders die er vanaf het begin bij waren. Bovendien hebben we een werkende technologie in de markt gezet: PER.C6. Daar verdienen we geld mee. Dat we geen winst maken, komt doordat we investeren in onderzoek naar nieuwe producten.” Niet iedereen is overtuigd van de gouden toekomst van Crucell. Oud-analist Marcel Wijma, nu adviseur voor onder meer de biotechnologie-investeringsmaatschappij De Mello Group, vindt dat Valerio wel wat al te vaak van strategie wijzigt. “Eerst gentherapie, toen antilichamen, en nu willen ze zelf vaccins gaan maken. Daar is veel aandacht voor met de dreiging van bioterrorisme. Het lijkt dat ze meegaan met de waan van de dag. Pharming is bijna ten onder gegaan omdat het alles in eigen hand wilde houden. Dat kostte meer geld dan het bedrijf had, bovendien is het produceren van medicijnen een aparte tak van sport. Crucell dreigt nu ook die kant op te gaan. Het bedrijf zou zich moeten concentreren op PER.C6. Dat is een sterke technologie waar ze geld mee kunnen verdienen. En misschien moeten ze op zoek naar een overnamepartner om voldoende schaalgrootte te krijgen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Rolmodel

Dinko Valerio vindt de kritiek niet terecht. “Toen ik in 1993 begon had ik geen sjoege waaraan ik begon. Als ik toen had geweten wat ik nu weet, had het bedrijf er veel sneller uit gezien zoals het er nu uitziet. Kijk, gentherapie was onze ‘claim to fame’. Maar als je ziet dat dat te lang gaat duren, moet je het roer durven omgooien. Dat was voor mij ook een belangrijk moment. De ondernemer won het op dat moment van de wetenschapper die graag verder gaat met gentherapie. Maar het was nodig om het bedrijf een stap verder te helpen.” Marcel Wijma noemt het ‘een teken aan de wand’ dat Crucell nog niet is overgenomen. Zelfs niet toen begin dit jaar de beurswaarde lager lag dan wat het bedrijf in kas had. “Maar het is natuurlijk niet zo dat de aandeelhouders destijds een bod tegen de beurskoers hadden geaccepteerd,” zegt Valerio. Volgens hem is verkoop van Crucell voorlopig niet aan de orde.
Zijn oud-collega Ton Logtenberg is daar nog niet zo zeker van. “Biotechnologie is een dynamische sector. Overnames en fusies horen daarbij. Crucell staat vast ook op de verlanglijstjes. Als zich een goede partij aandient met een mooi bod is dat niet tegen te houden. Dat moet je ook niet willen.” Voor de Nederlandse biotechnologie zou het goed uitkomen als Crucell de grote klapper gaat maken, bij voorkeur op eigen kracht. De sector kan wel een goed rolmodel gebruiken om de internationaal opgelopen achterstand weer een beetje goed te maken. “Het is voor de sector in Nederland belangrijk dat Crucell een succes wordt,” zegt Gerard van Beynum.
Toen Dinko Valerio in 1985 bij Genentech op bezoek ging had dat bedrijf ongeveer de omvang van het huidige Crucell. Vorig jaar bedroeg de omzet 2,7 miljard euro. De kans dat Crucell dezelfde groei gaat doormaken lijkt gering. De vraag of hij niet beter zijn bedrijf in de VS had kunnen beginnen, doet Valerio in lang gepeins vervallen. “Ik denk wel dat we in de VS een ander risicoprofiel hadden gehad. Dan waren we eerder gestart met het ontwikkelen van eigen producten. Daarmee zijn we eigenlijk pas een jaar geleden begonnen. En dan nog met vaccins waarvoor de testfase relatief kort is. Dat past bij ons Nederlandse businessmodel, met een laag risicoprofiel. We hebben eerst een geldstroom op gang gebracht met een eigen technologie. Als Amerikaans bedrijf hadden we misschien veel verder kunnen zijn. Aan de andere kant, we hadden er ook níet meer kunnen zijn. De statistieken van biotechbedrijven die overleven stemmen tot soberheid.” Voor zichzelf heeft Valerio geen exit-datum in gedachte. De tijd van cashen (hij heeft 2 procent van de aandelen in Crucell, plus een optiepakket) is nog lang niet aan de orde. “Ik vind het nog veel te leuk. De uitdagingen van een snel groeiend technologiebedrijf doen m’n bloed sneller stromen, daar leef ik op. De volgende mijlpaal is een patiënt die wordt genezen met een eigen product van Crucell, of een product dat met PER.C6 wordt gemaakt. Maar ik zie dat niet als hét moment om iets anders te gaan doen.”