Geen meganivellering via de zorgpremies, maar een nieuw regeerakkoord. Het CPB rekent de effecten voor. Een samenvatting.
De inkomensafhankelijke zorgpremie die de VVD bijna ten gronde richtte is van tafel. De belastingen gaan gefaseerd omhoog, er veschuift 250 miljoen van infrastructuur naar sociale zaken en er wordt gerommeld met allerlei aftrekposten. Het heeft allemaal financiele en economische gevolgen. Het CPB rekende en presenteert een gemengd beeld.
Handig om te weten is dat het basispad, de benchmark voor de berekeningen en voor de discussie het begrotingsakkoord 2013 is. En dat kennen we onder de naam ‘Kunduzakkoord’ of ‘Lenteakkoord’.
De maatregelen in het akkoord hebben tot gevolg dat:
-
Het begrotingssaldo verbetert met 15 miljard euro.
-
Vanwege de nadelige effecten van de maatregelen op de economie is de verbetering van het EMU-saldo in 2017, niet deze initiële impuls van 15 mld euro of 2,3% bbp. In 2017 verbetert het EMU-saldo tot -1,6% bbp in 2017.
-
Het BBP blijft in de periode 2013-2017 0,2%-punt per jaar lager achter bij het het basispad. Wat rest is een bbp-volumegroei van 1,25% per jaar.
-
De werkloosheid in 2017 is 6,25% Dat is 1,2% hoger dan in het basispad.
-
De mediane statische koopkracht van werknemers en uitkeringsgerechtigden blijft gelijk.
-
De mediane koopkracht van de gepensioneerde verslechtert met 0,25% per jaar.
-
Er is sprake van herverdeling van hoge naar lage inkomens. Dit komt door de afbouw van de algemene heffingskorting over het inkomen in de tweede en derde schijf en het verder afbouwen van de arbeidskorting voor inkomens vanaf 70 duizend euro. ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting verhoogd.
- Het beleidspakket verbetert de houdbaarheid met 2,3% bbp, en komt daarmee uit op een positief saldo van 1,0%. Hiermee is het houdbaarheidstekort van 1,3% bbp omgebogen in een overschot. Dit betekent dat het kabinet ruimte creëert voor toekomstige lastenverlichting of hogere uitgaven.