Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

De ergste managementvaagheden

Managers praten bewust in code. Ze gebruiken overbodige (Engelse) woorden en beeldspraak omdat ze denken dat dit nodig is, maar worden daardoor onnavolgbaar. Wilt u ook van die glazige ogen af tijdens de maandelijkse businessupdate? Grijp uw kans en ban sommige begrippen uit uw persoonlijke woordenlijst.

Bent u ook zo fijn proactief aan het aansturen, resultaatgericht, heeft u een hands-on-mentaliteit en houdt u ervan de cases even snel af te tikken in een bilaatje na het nodige finetunen? Poeh, dan is het erger dan we vooraf hadden bedacht bij het opstellen van onze geoptimaliseerde targets: u lijdt aan een bijzonder ernstig weergave van het virus ‘managementspeak’; dermate onduidelijk gebruik van uw communicatie waardoor het volstrekt onhelder is, wat u concreet aan het doorcommuniceren bent. Hoogste prioriteit dus voor een update.

Onbegrijpelijke woordenbrij

Vond u deze voorafgaande alinea onleesbaar? Mooi, dat was ook de bedoeling. Begreep u daarentegen haarfijn waar de alinea over ging, dan is het wellicht een goed idee uw eigen speech of toespraken eens op te nemen. De kans is groot dat u zich bedient van dezelfde onbegrijpelijke woordenbrij.

Want dat is wat het is volgens taalkundigen Heidi Aalbrecht en Pyter Wagenaar. In het 168 bladzijden tellende boek ‘De managementcode gekraakt’ vegen ze de vloer aan met holle frasen en wollig taalgebruik. Via hun eigen tekst- en redactiebureau de Taalwerkplaats kwamen Aalbrecht en Wagenaar in aanraking met heel veel managementstukken, die niet zelden onleesbaar waren. In hun boek noemen ze dit ‘managementspeak’.

Alles onder controle

NIET ALLEEN MANAGERS

Het zijn overigens niet alleen managers die last hebben van wollig en warrig taalgebruik.

Ook consultants, marketeers, communicatieadviseurs en natuurlijk politici blinken uit in vage termen, waarover eerder al eens het boek ‘Vaagtaal’ verscheen.

 ‘In je kracht staan’ is uitverkozen tot vaagste taal van 2011.

Volgens de auteurs is dit een bepaald taalgebruik waarmee de manager zich een houding probeert te geven om te laten zien dat hij of zij terecht manager is. Aalbrecht: “Manager is natuurlijk een beetje een vaag vak, het is niet echt een wetenschap. Het is meer gevoelswerk terwijl er toch belangrijke beslissingen worden genomen. De manager wil dus uitstralen dat hij of zij alles onder controle heeft. En dus gebruikt hij veel taalclichés, metaforen, citaten, modellen, Engelse termen.”

Veel managementspeak bestaat uit werkwoorden waar een voorzetsel voor is gezet om het extra nadruk te geven. Denk aan herfocussen, uitfaseren, herbronnen, uitnutten, of doorontwikkelen. Of zelfstandige naamwoorden waar een werkwoord van gemaakt wordt, zoals helikopteren, implementeren of interveniëren.

Intellectueel en flitsend

Veel woorden worden volgens Aalbrecht ook gebruikt om intellectueler over te komen – denk aan woorden als appreciëren, concipiëren, initiëren -, of omdat het flitsender klinkt. Incentive klinkt toch een stuk mooier dan prikkel. Officemanager komt chiquer over dan secretaresse. En vergelijk business development manager met vertegenwoordiger, manager cost controlling met boekhouder en humanresourcesmanager met personeelschef. Niet moeilijk te kiezen wat je op je visitekaartje wil zetten.

De taalkundigen vinden het op zich logisch dat managers onderling een apart taaltje spreken, maar pleiten ervoor om op de werkvloer normaal te praten zodat ook alle medewerkers begrijpen waar het over gaat. “Het moet een doel dienen om dingen te verhelderen, maar niet om zaken onnodig ingewikkeld te maken zodat de informatie verloren gaat. Het moet relevant zijn.” Dikke kans dat uw medewerkers niet staan te springen voor een vergadering aan het eind van de dag, maar wel willen blijven voor een pizzaoverleg.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Zelfcheck

Aalbrecht en Wagenaar vertellen niet alleen hoe het niet moet, in hun boek staat ondermeer een tien pagina’s tellende lijst van woorden die je beter kunt vermijden, met daarachter een goed alternatief. Wie de lijst doorkijkt, ziet een groot aantal Engelse termen die al zo doordrongen zijn in onze taal, dat je er nauwelijks bij stilstaat. Meest opvallende woord: ‘blamestormen’; iemand iets verwijten.

Uw eigen woordgebruik checken? Hieronder een greep uit de ‘vermijdlijst’ van ergste managementvaagheden met bruikbare alternatieven, waarbij zelfs de auteur van dit stuk grote moeite had om bij de uitleg niet in dezelfde valkuil te trappen van clichés. Lees het met een knipoog en probeer voor de grap eens de dag door te komen zonder gebruik te maken van de woorden uit de lijst.


Greep uit de managementvaagheden: