Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Benjamin Herman jazzsaxofonist en bandleider

Op inwisselbaar personeel zit hij niet te wachten. Hij zoekt de muzikanten voor zijn jazzformaties New Cool Collective en de New Collective Cool Big Band juist uit op hun eigenzinnige geluid. “Hun merkwaardigheden neem ik voor lief.”

“Als bandleider ben je veel meer manager dan een dirigent van een klassiek orkest is. Riccardo Chailly bepaalt het repertoire, repeteert de stukken met het Concertgebouworkest en het publiek betaalt veel om zijn interpretatie van de partituur te mogen horen. De muzikanten komen niet bij hem klagen over taxibonnen of hun lage honorarium. Een klassiek dirigent bespeelt zijn orkest als ware het zijn instrument; hij is voornamelijk muzikant. Een bandleider schrijft en zorgt voor muziek, houdt het gezelschap bij elkaar en is vooral regelneef.
“Ik ben een eigen band begonnen om muziek te spelen die ik nergens kon spelen. Mijn muziek is een mix van stijlen die dansbare jazz oplevert. Foute muziek, aldus de puristen in de jazzwereld. Typisch muziek voor de Generatie Nix, waar ik deel van uitmaak, vind ik. In de jaren negentig kon je de muziek pakken die je wilde.

Je had geen dominante stroming. Je kon oude vormen vermengen met een nieuw geluid, met drum & bass bijvoorbeeld. Als het maar niet in een hokje paste.
Wij hebben, als ik zo onbescheiden mag zijn, een ander klimaat in de jazzwereld teweeggebracht. Als we spelen, zijn de zalen uitverkocht en gevuld met een dansende menigte, terwijl vroeger hoogstens een twintigtal wat oudere mensen op een jazzconcert afkwam. “Iets anders was: ik speelde destijds veel mee met andere bands, waar ik veel ideeën inbracht, maar ik kreeg de credits niet. Voor het publiek was ik gewoon iemand die meespeelde. Ik weet daardoor wel hoe het is om deel uit te maken van een band. Destijds zag ik niet wat er allemaal bij kwam kijken om iets georganiseerd te krijgen. Ik voelde me vaak gefrustreerd.

De bandleider communiceerde meestal ook niet. Als ik nu zelf iemand zie twijfelen, dan ga ik meteen naar hem toe. De meeste ontevredenheid komt voort uit misvattingen en miscommunicatie. In de muziek moet je die uit de weg hebben geruimd. Als je aftelt, kun je niet hebben dat iemand geen zin heeft in jouw tempo of muziek, dat hoort het publiek onmiddellijk. Dat danst dan niet.
“Mijn kracht als bandleider is, denk ik, dat ik zelf een goede muzikant ben. Al kun je nog zo goed organiseren, als mensen zich schamen om naast je op een podium te staan of zich ergeren aan jouw muziek, dan zijn ze zo weg. Tenzij je ze heel veel betaalt misschien. Zelf goed kunnen spelen is een vereiste om de muzikanten bij elkaar te houden. Dat zag je ook bij Duke Ellington en Miles Davis, die een natuurlijk leiderschap bezaten. Ze kozen intuïtief de juiste mensen. Zodra ze begonnen te spelen, was duidelijk welke kant de muziek opging. Ze zetten letterlijk de toon. Davis kon zijn mensen goed de ruimte geven. Hij liep soms zelfs van het podium af.

“Iemand als Count Basie had een andere aanpak. Hij schreef niet voor solisten, maar hij wilde een bandgeluid creëren. Zijn muzikanten moesten daarin passen. Je ziet in de muziek soms bandleiders die hun eigen compositie voorop stellen. Als muzikant zit je dan in een te strak pak. Ik ben in het verleden altijd opgestapt als er te weinig rekening werd gehouden met de instrumentalisten. Zelf probeer ik multi-interpretabele muziek te schrijven, waar de verschillende muzikanten hun specialisme in kwijt kunnen. Ze hoeven hun stijl niet aan te passen.
“Je moet dan wel muzikanten hebben, die je – zoals de componist en jazzpianist Misha Mengelberg zegt – om een boodschap kunt sturen. Muzikanten met een zekere eigenzinnigheid en een eigen geluid. Ik kies mijn muzikanten op kwaliteit uit en neem hun merkwaardigheden voor lief. In het bedrijfsleven hebben mensen misschien een grotere inwisselbaarheid. Merkwaardig gedrag is dan een reden om mensen te ontslaan. In de muziek zijn het de eigenaardigheden die het spel bijzonder maken.

Sommige muzikanten zijn knettergek, maar zo geniaal in hun spel, dat het een feest is om met hen op een podium te staan. Sterallures vind ik wel vervelend. Ik heb geen zin in mensen die voortdurend moeilijk lopen te doen over het eten of het hotel als we op reis zijn. “Het zakelijke gedeelte van het leiden van een band is niet aan mij besteed. In het begin deed ik alles zelf. Ik was een beetje naïef. Als we bijvoorbeeld in het Amsterdamse café Meander hadden gespeeld, deelde ik het geld na afloop uit aan de muzikanten. Tot de fiscus ons tot de orde riep. We hebben nu een stichting met een penningmeester en een booker/manager die de financiën doet.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Benjamin Herman

1968 > geboren te Londen
1991 > studeert cum laude af aan het Hilversumse Conservatorium
1991 > Wessel Ilcken prijs
1992 > studeert aan de The Manhattan School of Music bij saxofonist Dick Oatts
1993 > octet New Cool Collective
1994 > Between a dog and a lampost, eerste van elf cd's
1996 > 21-koppige New Cool Collective Big Band
1999 > Edison voor de cd Big
2001 > Heineken Cross Over Award

2001 > gecontracteerd door Sony Music