In het centrum van het vredige provinciestadje Haarlem wonen de zware jongens. Ze zijn opgeborgen onder een grote, donkere koepel, de werkplek van Dirk Stubbe, unitdirecteur. Management Team liep een dag mee met de bajesbaas.
De binnenkomst van Huis van Bewaring De Koepel geeft Schipholachtige associaties. Aanbellen, poortje door, meezoemende camera, nog een poortje door, inleveren van paspoort en mobiel ("zet u die mobiel even uit, graag"), tas, jas en de rest op een lopende band en door de detectie, weer een poortje door en inmiddels drie bewakers verder, nog een deur open en jawel: ik bevind me nu eindelijk in het hol van de leeuw. Ik word vriendelijk verzocht op een verschoten groene stoel plaats te nemen. Beton, donker, er hangt een net-niet neutrale geur. Unitdirecteur Dirk Stubbe zal me zo ophalen.
Stubbe is gehuisvest in het "Het gouden laantje", de gang met de hogere functies. Hij is net in vergadering met een medewerker Planning en Control en de unitdirecteur van De Koepel. Zelf is hij directeur van de aanpalende unit De Vest. Er is voor een buitenstaander niet veel chocola van de vergadering te maken. Termen als ‘S-factoren',' ervaringscijfers', ‘omgang gegronde en ongegronde klachten',' FG's' (die snappen we: ‘functioneringsgesprek'), ‘PPO' en' Fitkits' vliegen over en weer. Over ziekteverzuim gaat het in deze ochtendvergadering ook. Dat moet omlaag naar 7 procent of liefst nog minder.
Manager Stubbe werkte voorheen in de gevangenis van Scheveningen. Daar was het ziekteverzuim volgens hem veel lager. "Ik ben zelf een Katwijker. In mijn dorp heerst de vissersmentaliteit. Je bent gewend om te luisteren en je meldt je niet ziek. Die mentaliteit zie je terug in de gevangenis van Scheveningen. In de grote steden is het anders. Eén van mijn speerpunten is om het ziekteverzuim terug te dringen. Ik ga persoonlijke gesprekken voeren met het personeel dat vijf keer per jaar ziek is."
Dirk Stubbe, zoon van een politieagent, begon zijn carrière als PIW'er in de gevangenis van Scheveningen. Met weemoed blikt hij terug op die tijd. "Het was een hecht team, er was veel humor en we werkten hard. Er was veel doorstroom in functies. Hier in Haarlem werken hele families, sommigen al twintig jaar. Ze zijn baanvaster dan in Scheveningen." Stubbe vind dat niet altijd even makkelijk.
"Eigenlijk vind ik dat je niet meer dan tien jaar dezelfde functie moet hebben. Ik wil als manager investeren in mensen. Opleidingen vind ik belangrijk en het is ook zinvol om van tijd tot tijd van functie te veranderen."
De gevangenis van Scheveningen is een tandje ruiger dan die van Haarlem. Samen met de gevangenis van Vught komen hier de vlucht- en vuurgevaarlijke criminelen, gedetineerden die ook in de gevangenis een twijfelachtige staat van dienst hebben opgebouwd door vecht- en steekpartijen, drugshandel, noem maar op. Vught en Scheveningen zijn de zwaarstbewaakte gevangenissen van Nederland.
Heeft Stubbe wel eens een ontsnapping meegemaakt? Hij graaft zijn geheugen af: "Eens even denken", peinst hij " Eén keer een geslaagde ontsnapping en meerdere ontsnappingspogingen. We hebben ook een keer een opstand in Scheveningen gehad. Dat was tamelijk beangstigend."
De deur van de kamer van bajesmanager Dirk Stubbe staat open. Geen overbodige luxe, want er lopen regelmatig mensen binnen met stapeltjes papieren die hij moet tekenen. Stubbe heeft als unitmanager te maken met veel regels. "Als een gedetineerde zegt dat zijn Armani-onderbroek bij binnenkomst niet is geregistreerd, zijn we zo tien paperassen verder."
Geweldspolitiek
Maar de papieren zijn maar een onderdeel van zijn werk. "Wat uniek is aan het beroep van gevangenisdirecteur is dat je als directeur bevoegd bent om een uitspraak te doen tegen een gedetineerde. Vaak wordt het een disciplinaire straf. Je bent een soort rechter", legt Dirk Stubbe uit. "Ik denk niet dat andere managers dat mogen doen." Er is nog meer: "Een gevangenisdirecteur heeft een geweldsprotocol, net als de politie. Het is niet leuk om geweld te gebruiken, maar soms moet dat gewoon. Ik word nou eenmaal betaald om een bajes te leiden."
Los daarvan moet Stubbe leiding geven aan het personeel, contacten onderhouden met reclassering, politie en gemeenten . Hij maakt daarbij gebruik van het A3-jaarplan, een overzichtelijk schema waarin concreet de afspraken staan tussen Stubbes' leidinggevenden boven hem en zijn eigen afdelingshoofden onder hem. Ook heeft Stubbe zijn schouders gezet onder het project Terugdringen Recidive (TR). Nu keert nog 60 tot 70 procent van de gevangenen na vrijlating terug in de criminaliteit. Justitie wil dat percentage flink terugschroeven. In landen als Zweden en Canada is dit model al met succes toegepast.
Onder het werk door wordt Stubbe regelmatig naar De Koepel of De Vest geroepen om rapporten van stoute gedetineerden af te handelen. Maar van willekeur is geen sprake, de gedetineerde is van alle kanten ingedekt. In een vuistdik boek staan al zijn rechten. Op basis van dit wetboek kan een gedetineerde een klacht indienen tegen de directeur. De klacht wordt dan behandeld door de Commissie van Toezicht bestaande uit onder anderen een huisarts, advocaat en een rechter. Maar de meeste gedetineerden dienen geen klacht in. En als ze dat wel doen, vangen ze meestal bot, want Stubbe is rechtvaardig: van de 68 klachten vorig jaar waren er twee gegrond.
Straf op cel
"We moeten even naar de Koepel," zegt Stubbe terwijl hij opstaat . Op zijn arm liggen de rapporten waarin de misdragingen van de gedetineerde staan vermeld. Via het gouden laantje lopen we (poortje door – zoemende camera – pieper-bewaking-poortje door), naar De Koepel. Het is een enorme hoge en donkere ruimte. Het midden bestaat uit een voetbalveld van lineoleum. Rondom ringen waar hier en daar een gevangene rokend voor de celdeur hangt, want het is zo recreatietijd. Elke ring heeft minimaal twee Penitiaire Inrichting Werkers (PIW'ers), die vroeger de ‘cipiers' of ‘bewakers' werden genoemd.
Stubbe overlegt met de Senior PIW'er waar de te straffen gedetineerden zitten. De eerste zit op de eerste galerij. Via een wenteltrap lopen we naar boven. De cellen zijn klein en donker, niet groter dan een caravan. Er staat een stapelbed met een klein tv'tje, een tafel, een kast en een cabine voor sanitair. Bij deze gedetineerde is voor de tweede keer een blokje hasj aangetroffen. Hij staat wat onbeholpen naast het onopgemaakte stapelbed de straf aan te horen: vier dagen straf op cel. "Maar dat is niet eerlijk", zegt hij "Het is pas de tweede keer dat u hasj vindt! En het was steeds maar één blokje! En de ontluchting is hier niet goed, dat weet u best!" Stubbe is onverbiddelijk. Vier dagen straf op cel*. "Er zijn ook al zeven keer drugssporen in zijn urine aangetroffen", zegt hij achteraf. Op de drempel van de hasjroker slingert de zaterdagbijlage van De Volkskrant.
De twee volgende bestraften hebben zich niet gedragen. Ze krijgen voor straf zes dagen geen televisie en straf op cel. De vierde gevangene die straf verdiend, had te veel koffiemuntjes. "Dit lijkt me een beetje een hoge straf,"mompelt Stubbe op het formulier kijkend. Gevangenen mogen niet meer dan vier koffiemuntjes hebben. Als het er meer zijn, is er kans op handel en dat mag niet. De betroffen gevangene had het misdadige aantal van twaalf koffiemuntjes in bezit. Vier dagen straf op cel, was het voorstel. De koffiemuntjesverzamelaar lijkt een opgeschoten puber van nauwelijks achttien. "Ze waren niet van mij, maar voor vrienden, meneer", legt hij uit. "En ik wilde mijn moeder koffie geven en toen zou ik de muntjes weer teruggeven aan mijn vrienden. En dat had ik ook gezegd. Dat vonden ze goed, zeiden ze." "Dat kunnen ze wel gezegd hebben, maar ik zit hier wel met een rapport."houdt Stubbe, met het formulier waaierend vol. "Maar ik wilde de muntjes teruggeven." "Je krijgt een voorwaardelijke straf, maar laat het niet nog een keer voorkomen", oordeelt Stubbe. "Dank u wel meneer, dank u wel." De gevangenis lijkt op een middelbare school, maar dan grimmiger.
Bij de telefoon staat een lange rij. "Als ergens ruzie is, is het wel bij de telefoon", vertelt Stubbe. Gevangenen mogen niet langer dan tien minuten per week bellen. Andere regels: Eén uur per week bezoek, één uur per dag luchten of het nu hoogzomer is of niet, geen seks en natuurlijk geen alcohol of drugs. Geen internet. Voorts is er 's middags recreatie en kun je 's ochtends nog wat werken (banden plakken, hout- of metaalbewerking of eenvoudig productiewerk). Daarmee verdient een gevangene tien euro per week. De rest van de dag zit je in je cel. Tenzij je naar de dokter moet. Die wordt dan ook frequent bezocht, evenals de kerkdiensten. De gevangenen vervelen zich te pletter. Een studie volgen in de gevangenis is in theorie mogelijk, maar er is een beperkt budget. In de praktijk zijn er weinig gedetineerden die de tijd doden door te studeren.
Hiërarchie
Volgens Stubbe is een gevangenis niet altijd gunstig voor een gedetineerde. "Ik sluit niet uit dat hier criminele activiteiten worden voorbereid. Je kunt niet alles zien. Daarom wil ik me inzetten voor terugdringen van de recidive. Er moet iets veranderen in het Westerse gevangenissyssteem. Te veel criminelen vallen terug."
De Koepelgevangenis van Haarlem heeft als één van de weinige een zogenaamde IBA- (Individuele Begeleidingsafdeling) en een VBA (Verslavingsbegeleidingsafdeling). De IBA-unit is voor psychisch gestoorde gevangenen en de VBA voor verslaafde gevangenen. In de meeste andere gevangenissen lopen alle gevangenen door elkaar heen, ongeacht het misdrijf of de achtergrond.
Er is wel een hiërarchie, weet Stubbe. "Overvallers staan het hoogst in rang, zedendelinquenten het laagst. Waar moordenaars precies staan, weet ik niet." Vanwege deze sterke rangorde worden zedenmisdrijvers meestal in de IBA gezet. "Op de IBA zitten de kwetsbare gevangenen. Zoals psychisch zwakke gevangenen of ‘First Offenders', mensen die voor het eerst in de gevangenis komen." Stubbe licht toe: "Je hebt hier ‘draaideurcriminelen', die al heel vaak in de bajes zijn geweest. Soms zeggen we: ‘hee, jij hier? Je vader zat hier vroeger ook al! Veel criminelen zijn van huis-uit al gewend aan het verschijnsel gevangenis. Voor ‘First Offenders' is alles nieuw en dat maakt ze kwetsbaar. De gevangenis is een harde wereld, een maatschappij in een maatschappij."
Op de IBA-unit hangt een andere sfeer dan in De Koepel. De PIW'ers lopen er niet in uniform maar in een spijkerbroek met een ‘Dienst Justitiele Inrichtingen'- T-shirt. De PIW'ers zitten samen met een psycholoog en psychiater net in vergadering. Ze bespreken de gedetineerden. Zo wil één van de gedetineerden zijn luier niet om. Een tweede heeft zijn eigen tanden eruit getrokken. Weer een ander moet ophouden koprollen te maken op de betonnen vloer. De IBA is de afdeling van de gestoorde gedetineerden, die beter af zijn in een omgeving met minder prikkels. Op de IBA-afdeling is meer rust dan in de grote, grimmige Koepel.
Verloning
Het actuele knelpunt bij de Dienst Justitiele Inrichtingen zit volgens Stubbe in de verloning. "We kunnen tegenwoordig bijna geen afdelingshoofden krijgen omdat een PIW'er per saldo meer verdient dan een afdelingshoofd. Je krijgt als PIW'er allerlei toeslagen die een afdelingshoofd misloopt. Aan de andere kant zul je nergens de dynamische werksfeer van de gevangenis vinden. Ik heb werknemers gezien die elders gingen werken. Ze kwamen vaak weer terug. Want als je eenmaal in een gevangenis hebt gewerkt, wil je geen andere werkplek meer."
*'straf op cel' betekent dat de gedetineerde – behalve voor het uur luchten – tijdelijk niet uit zijn cel mag komen en uitgesloten wordt van alle activiteiten. Soms wordt ook de televisie weggehaald.
Dirk Stubbe (1962) getrouwd, drie inderen, studeerde Post- HBO Bedrijfskunde in Den Haag. Hij begon zijn carrière als PIW'er in de gevangenis van Scheveningen. Sinds anderhalf jaar is hij unitdirecteur van De Vest in Haarlem.