Een auto is en blijft de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde. Maar de lol gaat er wel af, met de nieuwe fiscale regels. Heeft u al eens gedacht aan een motor van de zaak?
Voor wie het gemist heeft: wat staat er vanaf 1 januari te gebeuren met de auto van de zaak?
Iedereen die een auto van de zaak ter beschikking heeft en niet met een sluitende kilometeradministratie kan aantonen dat hij per jaar minder dan 500 kilometer privé rijdt met die auto, betaalt elk jaar een zogeheten forfaitaire bijtelling bij de loonbelasting. Dit jaar is die nog 22 procent van de cataloguswaarde van de auto, volgend jaar wordt het naar alle waarschijnlijkheid (er zijn geen reacties uit politiek Den Haag die iets anders suggereren) 25 procent. Dat betekent dat u, als trots bezitter van een auto die op de zaak staat, vanaf 1 januari elke maand netto minder overhoudt.
Au. En ligt er nog meer pijn in het verschiet?
De regering is ook van plan om auto’s die relatief veel brandstof verbruiken (de slurptaks), die op diesel rijden en relatief veel roet uitstoten (de fijnstofdifferentiatie) en auto’s die veel CO2 (is nog geen naam voor, maar noem het de broeikasheffing) uitstoten, fiks duurder te maken. Van auto’s waarvoor dit alle drie geldt, kan de prijs zo maar een paar duizend euro oplopen. En daarvan wordt dan ook weer een kwart bij de loonbelasting opgeteld. Vooral de Sports
Utility Vehicles (SUV) zijn aan de beurt. O ja, voordat we het vergeten, ook de accijns op benzine, diesel en LPG gaat omhoog.
Waar leidt dit zoal toe?
Tot een aantal dingen. Allereerst is er een gerede kans dat er minder zakelijke auto’s gaan rijden, om de doodeenvoudige reden dat veel werknemers gaan rekenen om erachter te komen dat een onkostenvergoeding voor het zakelijk gebruik van de privé-auto een stuk voordeliger kan uitpakken. Een ander gevolg is dat veel automobilisten privé een ruime tweedehands auto gaan aanschaffen en een kleine auto van de zaak nemen. Het bijhouden van de
kilometeradministratie wordt dan voor lief genomen. En een derde consequentie is dat er gezocht wordt naar alternatieven, zoals de motor van de zaak.
De motor van de zaak? Wordt daar dan geen bijtelling over geheven?
Hier komen we bij de kern van dit verhaal: nee. Of de regering vindt het te ingewikkeld, of het loont de moeite niet, maar feit is dat voor een motor van de zaak andere fiscale regels gelden. Verreweg de belangrijkste is het gebrek aan forfaitaire bijtelling. Dat maakt de motor van de zaak een heel aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde, ook al omdat een motor per definitie goedkoper is dan demeeste auto’s. Ook over de motorkleding wordt niet door de fiscus afgerekend,
want zonder motorkleding kunt u nu eenmaal niet motorrijden.
Hoe zit de regeling in elkaar?
Als de motor van de zaak (de werkgever betaalt de motor en stelt deze ter beschikking aan de werknemer) ook privé mag worden gebruikt (en dat is wel zo aantrekkelijk), is er geen fiscale bijtelling. Wel geldt dat het privégebruik loon in natura is. De werkgever moet hierover loonbelasting inhouden volgens het principe dat de waarde gelijk is aan het aantal gereden privé-kilometers maal de
werkelijke kilometerkosten van de motor. Wordt een maandelijkse vergoeding betaald door de werknemer, dan wordt deze in mindering gebracht. Deze regels gelden evenzeer voor de directeur/groot aandeelhouder die een motor van de zaak rijdt. Als een werknemer (en dat kan ook de DGA zijn) met zijn eigen motor ritjes voor de baas rijdt, dan mag hiervoor 18 cent per kilometer belastingvrij
worden gedeclareerd. Meer mag, maar over elke cent hierboven moet volgens de loonbelastingtabel worden afgerekend.
Hoe zit het met leasevormen en financiering?
Er zijn speciale leasevormen voor motoren. Omdat op een motor relatief weinig wordt afgeschreven (minder in elk geval dan op de meeste auto’s), zijn de maandelijkse lasten laag. Voor nog geen tweehonderd euro per maand rijdt u al een dikke motor. Bovendien kan meestal worden afgesproken dat de motor aan het einde van de leasetermijn door de berijder kan worden gekocht tegen een
aantrekkelijke (maar wel logische) prijs. Financieren kan ook, zowel bij de motorzaak als bij de bank. Dit geldt voor nieuwe en gebruikte motoren.
Omdat over de motor van de zaak nog nooit bijtelling is verrekend, zal het motorpark de afgelopen jaren wel behoorlijk zijn gegroeid?
Dat valt mee. Op 1 januari dit jaar telde Nederland 568.000 motoren. Ter vergelijking: op hetzelfde moment stonden ruim zeven miljoen auto’s op kenteken. Alhoewel de laatste jaren het motorpark is gegroeid, vlakt de groei sinds vorig jaar af. In 2006 zijn maar 15.000 nieuwe motorfietsen verkocht, een schijntje van de bijna 500.00 nieuwe auto’s die over de toonbank gingen. In het topjaar 2000 werden ongeveer 20.000 motoren op kenteken gezet, dus een echt
grote markt is het niet.
Het feit dat je altijd motorkleding aan hebt, maakt het er voor de manager die strak in het pak naar een vergadering moet niet makkelijker op?
Helemaal waar. Motorkleding bestaat uit een beschermende broek en jas, natuurlijk een helm, altijd handschoenen en stevige motorschoenen. U kunt daar wel een kostuum onder aan doen, maar het wordt één grote kreukelbende. Bovendien moet de kleding op het werk worden opgeborgen en dat is niet altijd even eenvoudig. Maar als er die dag geen eisen worden gesteld aan de kleding, dan is er geen enkel beletsel om de motor te pakken. En voor de aktetas zijn er voor elke motor riante opbergmogelijkheden.
Het weer werkt ook niet altijd mee?
Dat is maar voor een deel waar. Kou is tegenwoordig geen issue meer. Er zijn verwarmde handvatten (een accessoire bij de meeste merken), er is thermokleding en zelfs verwarmbare motorkleding die u kunt aansluiten op de accu van de motor, waardoor u het altijd behaaglijk hebt. Nattigheid en blaadjes op de weg zijn ook geen probleem, maar de één stapt dan af, terwijl de ander blijft doorkachelen. Sneeuw en ijzel zijn eigenlijk de enige echte motorkillers.
De voordelen zijn daarentegen enorm?
Dacht het wel. De bijtelling hebben we al genoemd. Maar het is ook prettig om de files voorbij te kunnen rijden. En vergeet de voordelen van het rijden in de stad niet. Waar anderen bij een verkeerslicht achteraan moeten aansluiten, rijdt u door tot de streep en bent u als eerste weg. De tijdwinst is enorm. En daarbij: motorrijden doet u niet alleen voor de tijdwinst, maar natuurlijk ook voor de fun.
In feite is het geen motor van de zaak, maar fun van de zaak. Nog zo eentje: nooit zoeken naar een parkeerplek en meestal is parkeren van de motor gratis.
Leuk hoor zo’n motor, maar ik ben zo gehecht aan mijn navigatiesysteem?
Dat treft dan, want er zijn ook navigatiesystemen speciaal voor de motor. Het aardige is dat hiermee zowel de kortste route als een leuke route zonder snelwegen kan worden ingetikt.
Hoe zit het met het rijbewijs?
Iedereen die het motorrijbewijs A wil halen, moet eerst slagen voor het theorieexamen. Dat geldt ook wanneer u uw rijbewijs B al heeft. Met een geldig rijbewijs B of een militair theoriecertificaat A, mag weer wel worden gestart met de praktijkopleiding. Wie dat niet heeft heeft, moet vóór de praktijkopleiding eerst het theoriecertificaat A halen. Als u al een rijbewijs A hebt, maar een paar jaar
niet heeft gereden (druk, druk, druk, geen tijd, gezinnetje, een vrouw die niet van de motor houdt, met een beetje pech herkent u het beeld), dan is een paar uurtjes les bij een rijschool geen overbodige luxe. Een aantal merken biedt ook speciale rijvaardigheids- en heropstaptrainingen aan.
Welke merken zijn tegenwoordig eigenlijk populair?
Gerangschikt naar merk was vorig jaar Suzuki het best verkochte motormerk. Suzuki bleef Honda, dat jarenlang de mars leidde, net voor. Gekeken naar de zwaardere modellen (boven de 560 cc) dan is de volgorde Suzuki, BMW, Yamaha, Harley-Davidson en Honda.
Wat valt er te zeggen over de rijders?
De motorrijder veroudert. Jongeren (tot 30 jaar) voelen zich niet aangetrokken tot de motor, waarom niet weet niemand. Waarschijnlijk is het niet vet cool. Van de motorrijders is zes procent vrouw, maar er zijn erg grote verschillen per merk.
Gek genoeg rijden op een Harley-Davidson relatief veel meer vrouwen; twaalf procent van de Harley-rijders is vrouw. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de lage positie van het zadel en het feit dat een Harley naar hartenlust gepimpt kan worden. Een leuk weetje: Harley-Davidson heeft een boek met bijna negenhonderd pagina’s om de motor te customizen.
Gaat de motor de auto van de zaak verdringen?
Natuurlijk niet. Een auto geeft status en comfort, een auto is vanzelfsprekend. De auto zal tot in lengte van dagen de populairste secundaire arbeidsvoorwaarde blijven, punt uit. Maar als redelijk alternatief of – dat kan ook – voor erbij, is een motor zo gek nog niet.