Onzekerheid is vaak een beetje eng
Mensen hebben een aangeboren behoefte aan controle en structuur. Geen controle hebben heeft dan ook vaak merkwaardige gevolgen. Een grotere kans om op Wilders te stemmen is er slechts één voorbeeld van.
De Amerikaanse Nobelprijswinnaar Richard Feynman heeft gezegd dat de menselijke verworvenheid om onzeker te zijn, om ergens aan te twijfelen, de basis is van alle goede wetenschap. Dat is ongetwijfeld waar, maar desondanks blijkt dat we – nou ja, de meeste mensen in ieder geval – er fysiek niet goed tegen kunnen, tegen die voortdurende twijfel.
Onzekerheid is vaak een beetje eng, het geeft ons het gevoel dat we geen controle hebben over onze omgeving. Dit gevoel gaat samen met een verhoogde activatie van de amygdala, een deel van de hersenen dat betrokken is bij emoties als angst en boosheid. De keerzijde is dat het gevoel dat we de situatie wel meester zijn positieve gevolgen heeft. Iemand die de details kent van een pijnlijke medische ingreep is minder bang en herstelt sneller dan iemand die de details niet kent.
De behoefte aan controle en structuur verschilt van mens tot mens. We weten dat mensen die een grotere behoefte aan controle hebben geneigd zijn om politiek rechtser te stemmen – vandaar mijn eerdere opmerking over het stemmen op Wilders. Juist mensen met een grote behoefte aan controle krijgen er last van als ze het gevoel hebben controle te ontberen. Ze zullen het gevoel van controle proberen te herstellen door hun waarneming aan te passen. Ze gaan hun best doen om orde en structuur te zien, ook als die er niet is.
Zo weten we bijvoorbeeld dat gebrek aan controle leidt tot bijgelovigheid. Als je mensen vraagt of het helpt om "iets af te kloppen" of op dobbelstenen te blazen voor het gooien, antwoorden ze eerder bevestigend als ze het gevoel hebben te weinig controle te kunnen uitoefenen op hun omgeving. Bijgelovigheid is bij uitstek een manier om het gevoel van controle te herstellen, omdat je denkt dat je met een simpele handeling (blazen op dobbelstenen) dingen kunt beïnvloeden (drie keer 6!).
Een ander aardig voorbeeld is het zien van verbanden die er helemaal niet zijn. Je ziet dat bijvoorbeeld op de beurs. Zowel specialisten als leken hebben nogal eens de neiging een samenhang te zien tussen beurskoersen en allerlei andere zaken, zoals de dollarkoers, de olieprijs, of het aantal oorlogen waarbij de NAVO betrokken is. Soms zijn die dingen relevant natuurlijk, maar heel vaak ook niet. Toch zie je bij mensen met een grote behoefte aan controle dat ze een verband zien. Noem het beursbijgeloof.
Wellicht het meest sprekende voorbeeld is het feit dat gebrek aan controle leidt tot een sterker geloof in samenzweringen en complottheorieën. Je ziet het voor je: de wat meelijwekkende, maar vooral ook ergerlijke man die thuis zwaar onder de plak zit, op het werk geen enkel uitzicht heeft op promotie, maar in de kroeg ventileert dat Bush wist van de aanslagen van 9/11, dat Pim Fortuyn vermoord is door inlichtingendiensten, en dat Paul McCartney al in 1966 bij een auto-ongeluk is omgekomen en vervangen door een dubbelganger. Zo iemand tegenspreken heeft meestal geen enkele zin. Besef je liever: zo'n man heeft gewoon behoefte aan een beetje meer controle, dat is alles.
Ap Dijksterhuis is hoogleraar pychologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en mededirecteur van adviesbureau Dijksterhuis & van Baaren.