De manager is wéér de kop van jut, nu in veel verkiezingsprogramma’s. Helaas maken politici een kapitale denkfout: bureaucratie en management zijn niet hetzelfde.
Nooit eerder was de Nederlandse manager inzet van een landelijke verkiezingsstrijd. Wie de partijprogramma’s van de PvdA, VVD en het CDA doorbladert, komt tot de conclusie dat managers debet zijn aan zo’n beetje alles wat er mis is met Nederland. Zo waarschuwt de PvdA in onheilspellende woorden tegen ‘duurbetaalde managers die ver van het eigenlijke werk staan’. Managers worden expliciet verantwoordelijk gehouden voor de malaise in het onderwijs en de zorg.
Ook de VVD, traditioneel toch geen vijand van de ‘white collar worker’, opent de aanval op managers. In het VVD-verkiezingsprogramma worden management en bureaucratie in een adem genoemd, alsof het één onlosmakelijk een gevolg is van het ander. Letterlijk staat er: “Er komt minder management. Bureaucratie wordt aan banden gelegd.” Van leraren wordt beweerd dat deze ‘eigenlijk alleen carrière kunnen maken als manager binnen de school,’ wat volgens de VVD niet gezien moet worden als een eerbare manier voor een leraar om zich omhoog te werken.
Dan het CDA. Volgens de christen-democraten kunnen ministeries met minder managementlagen toe en moeten scholen dankzij meer autonomie worden bevrijd uit de klauwen van ‘bovenschools management’.
Managers worden door de schrijvers van deze verkiezingsprogramma’s neergezet als een door eigenbelang gedreven groep cijferneukers die eerzame vaklui overladen met bureaucratische regels. Het moet niet gekker worden. Als er iéts duidelijk is geworden uit de talloze artikelen die de afgelopen twee jaar verschenen – ook in Management Team – over de problemen in verzorgingstehuizen en op scholen, dan is het wel dat ook managers in die sectoren de grootste moeite hebben met door ambtenaren opgelegde procedures. Diagnose-behandel-combinaties (dbc’s), Periodieke Kwaliteitsonderzoeken (pko’s), protocollen en rapportages. Ga er als manager maar aan staan. Het probleem ligt volgens managers niet bij hen, maar bij de beleidsmakers.
De campagneteams van de drie grote landelijke partijen maken een denkfout. Bureaucratie en falend management zijn twee losstaande fenomenen. Zo zegt de noodzaak om een managementlaag weg te snijden op een departement niets over de overbodigheid van management, maar des te meer over het onvermogen van opeenvolgende ministers om greep te krijgen op de eigen ambtenaren. Natuurlijk zijn sommige ‘spreadsheetmanagers’ die anderen afrekenen op omzet en winst een last voor hun omgeving. Maar in de zorg en in het onderwijs is hun komst het gevolg van slechte politieke keuzes in het verleden.
Laat de politiek het probleem van de bureaucratie en de regelzucht van beleidsmakers maar oplossen. Dan kunnen de managers in de verzorgingstehuizen en op de scholen, die elke dag moeten dweilen met de kraan open, écht aan het werk.