1. De inspirator
“Ik ben geen manager, ik ben een inspirator”, riep John de manager en Unilever verkocht miljoenen cup-a-soepjes. Niet zo gek, want de inspirator staat voor succes en wie wil daar nou geen deel aan hebben? Het leven is één groot feest voor dit type leider, niets is onmogelijk, en de inspirator rijgt schijnbaar moeiteloos het ene succesvolle bedrijf aan het andere. Richard Branson is een inspirator, net als Spyker-baas Victor Muller. Wie een paar jaar geleden had beweerd dat Nederland weer een succesvol automerk zou bezitten, was voor gek verklaard. Laat staan een eigen Formule 1-team! Toegegeven, dat laatste is nog niet helemaal het succes waarvan sommigen hadden gedroomd, maar zelfs de inspirator kan nu eenmaal geen instantwonderen verrichten.
Het leven in de schaduw van de inspirator kan vermoeiend en ondankbaar zijn. In al zijn enthousiasme wil hij namelijk nog weleens over de gevoelens van anderen heen stappen. Sommige inspirators laten dan ook een spoor van teleurgestelde zakenpartners achter, die vergeefs claimen dat het briljante idee waarmee de inspirator nu zo’n goede sier maakt toch echt van hen was. Typisch gevalletje van vier uur cup-a-soup, dat zouden meer mensen moeten doen.
2. De dictator
“Zijn jullie nou zo dom, of ben ik zo slim?” De beruchte retorische vraag doet menigeen nog huiveren voor de succesvolle voetbalcoach Louis van Gaal. Of hij ook echt zo autoritair is als hij op televisie overkomt, wordt zowel door hemzelf als door sommige van zijn spelers bestreden. Hoe het ook zij: bij AZ is er op het veld maar één de baas en dat is Louis. Is dat duidelijk?
Dit type leider is de laatste jaren niet erg populair en dat is volgens de dictator ook wel te zien aan de staat van dit land. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Vooral in tijden van crisis heeft de sterke man zijn nut bewezen. Kijk naar Hans Breukhoven, die zijn hele directie eruit smeet en Free Record Shop weer zelf ging leiden. Elke factuur moest voortaan weer langs zijn bureau. Dat was nodig, want de verkoop van cd’s is de laatste jaren volledig ingestort.
Het gevaar van de sterke man is dat hij alleen maar jaknikkers om zich heen verzamelt. Als niemand de baas meer durft tegen te spreken, gaat het vroeg of laat fout. Vraag het voormalig Ahold-topman Cees van der Hoeven. De sterke man moet zijn eigen kritiek organiseren, heet het dan. Maar ja, als je iedereen dom vindt, wordt dat natuurlijk lastig.
3. De polderaar
‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.’ Het is de polderleider ten voeten uit. Hij hoeft niet zo nodig op de voorgrond te treden, hij is makkelijk in de omgang, spreekt zijn talen, heeft oog voor de verschillende belangen en praat tot hij een ons weegt. Met die kwaliteiten schopte ‘big Ben’ Verwaayen het tot hoogste baas van het zeer Britse bedrijf British Telecom. Jeroen van der Veer werd er CEO van het Brits-Nederlandse Shell mee en Bart Becht topman van het eveneens Britse Reckitt Benckiser.
De polderleider als nieuw Nederlands exportproduct? Had de Amerikaanse managementgoeroe Jim Collins tenslotte niet geschreven dat bescheidenheid een van de belangrijkste eigenschappen was van zijn Level 5-leiders van succesvolste bedrijven? Een nieuwe tulpenmanie werd de polderaar in elk geval niet en dat komt doordat hij nogal wat nadelen heeft. Dat oeverloze gepraat is soms nodig, vooral in situaties waarin tegenstellingen moeten worden overbrugd. Maar soms moet er ook gewoon worden gewerkt en knopen worden doorgehakt. En daar is onze polderleider nu eenmaal niet zo goed in. Ach ja, elk voordeel heb z’n nadeel.
4. De laat maar waaien-leider
‘Laat duizend bloemen bloeien! Laat het onkruid woekeren en welig tieren, en kijk of er iets moois uit voortkomt.’ Toegegeven: het is een beetje een overdreven beeld van dit type leider. Niet het soort leiderschap dat u zou willen nastreven. Maar toch heeft de laisser faire-leider zo zijn voordelen. Door zijn gemoedelijke manier van leidinggeven geeft hij anderen ruimte om te excelleren. Het enige wat hij hoeft te doen, is zijn medewerkers vertrouwen te geven – en ze gaan voor hem door het vuur.
De broertjes Van Bommel lijken hun familiebedrijf op die manier te bestieren. Door de week hard werken, met z’n allen de schouders eronder zetten, en in het weekend samen doorzakken in de kroeg. Gewoon gezellig op z’n Brabants! En geef de schoenenmakers eens ongelijk. U bent toch ook niet ondernemer geworden om alleen maar te werken? Nou dan. Bovendien: als leider moet je loslaten. Je kunt niet al het werk zelf doen. Dus moet je erop vertrouwen dat anderen het zo goed mogelijk voor je doen. Ik zeg: los!
5. De ethisch leider
De ethisch leider heeft een hoger doel. Hij wil de wereld verbeteren of stelt zich in dienst van een door God gegeven opdracht. Hoe dan ook: het verleent hem gezag en geloofwaardigheid bij hen die hem willen volgen. En dat geeft hem kracht op momenten dat het allemaal even tegenzit.
Hét Nederlandse voorbeeld van dit type leider is Jan Baan. De oprichter van het roemruchte Baan Company ziet zijn ondernemerschap als een door God gegeven talent en opdracht. In godsvruchtig Barneveld en omgeving vond hij daarvoor een vruchtbare voedingsbodem. Toen Baan Company ten onder ging door een ‘boekhoudkundige fout’ liet Jan Baan zich niet uit het veld slaan. Hij timmert weer flink aan de weg met een nieuwe onderneming, Cordys. Ook dit uiteraard ter meerdere eer en glorie van de Grote Leider.
De valkuil van dit type leiderschap laat zich raden: hij is zo bezield door het hogere doel, dat hij de aardse realiteit uit het oog dreigt te verliezen. In die aardse realiteit lopen accountants en financiële waakhonden rond, en concurrenten die de ethisch leider maar al te graag onderuit willen halen. Een rechterhand die zijn blik niet naar boven heeft gericht, is dan ook geen overbodige luxe.
6. De met de poten in de modder-leider
Een goede leider weet waar hij het over heeft. Hij heeft het namelijk allemaal zelf al eens gedaan. Hij is een vakman die toevallig succesvol is en nu een groot bedrijf leidt. Maar hij zal nooit vergeten waar hij vandaan kwam. En als het nodig is, gaat hij gewoon weer achter de machines of de kassa staan.
Dit type leider heeft een broertje dood aan al die gestudeerde jongens en meisjes die van de bestuurskundeopleiding komen. Besturen leer je niet op school, maar in de keiharde praktijk. Het liefst leidt deze leider, die in de eerste plaats ondernemer is, daarom zijn eigen personeel op. Dan weet hij tenminste zeker dat het goed gebeurd.
In ondernemersland zijn vele voorbeelden te vinden van dit type leider. De Iraniër Akbar Tamiz van de succesvolle horecaketen de Bazar is zo’n voorbeeld (zie de vorige Sprout). Begonnen als afwasser klom hij langzaam op tot waar hij nu staat: aan het roer van een miljoenenbedrijf met 220 medewerkers. Tamiz is nog regelmatig te vinden op de werkvloer waar hij graag een handje meehelpt. Het is voor hem dé manier om contact te houden met zijn onderneming en klanten. Nee, dat leer je niet op de business-school.
7. De coach
De coach is vandaag de dag een populaire gast. Dat is niet zo vreemd, want persoonlijke ontwikkeling staat bij zowat iedere moderne werknemer boven aan het lijstje. De coach faciliteert en stimuleert dat. Hij wil het beste uit zijn mensen halen, hij delegeert, moedigt aan, is een meester voor zijn leerlingen. Bij hem kun je altijd aankloppen, ook met je persoonlijke problemen. Een schouder om op uit te huilen? Hij is je man. En als deze leider het zelf even niet meer ziet zitten? Dan gaat hij naar zijn eigen coach, die hij voor veel geld heeft ingehuurd. Ja, persoonlijke ontwikkeling mag wat kosten.
Hét prototype van deze leider is Guus Hiddink, de voetbalcoach die tussen ‘zijn jongens’ stond in plaats van erboven. En die daardoor een matig elftal als Zuid-Korea boven zichzelf deed uitstijgen op het WK 2002 in eigen land. Arjen de Koning, oprichter van Paradigit Computers en Entrepreneur of the Year 2004, heeft dat ook. Hij begrijpt dat niet hij, maar zijn personeel dagelijks in de winkel staat en contact heeft met de klant. Als zij plezier in hun werk hebben, ziet hij dat terug in de verkoopcijfers. Zo simpel is het. Daarom houden De Koning en zijn managers elke drie maanden gesprekken met alle medewerkers, waarbij de vraag gesteld wordt: wat zou jij anders doen? Kijk, dan neem je je mensen pas echt serieus.
Als we een van bovenstaande leiderschapsstijlen zouden moeten tippen als winnaar voor de toekomst is het absoluut de coach. Heeft dit type dan geen nadelen? Jawel, hij vindt het moeilijk om te snijden en om mensen eruit te gooien. Maar zolang de economie groeit, is daar ook geen enkele aanleiding toe.