Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom talent irrelevant is

We zijn allemaal wel eens jaloers op een olympische sporter die een medaille haalt, een collega die een topprestatie levert of een wonderkind dat op haar vijfde zes talen spreekt. Maar door deze prestaties af te doen als aangeboren talent, doe je deze mensen tekort. Succes blijkt van heel andere zaken afhankelijk, schrijft Mark Vernooij van THNK.

Foto: Massimo Rinaldi via Unsplash

Wie ergens goed in wil worden moet oefenen. Dat lijkt een dooddoender van jewelste, maar uit onderzoeken blijkt dat mensen die echt ergens goed in zijn geworden, daar hard voor hebben geoefend.

In zijn boek Uitblinkers populariseerde Malcom Gladwell het idee dat uitblinkers zoals Bill Gates en de Beatles eigenlijk altijd 10.000 uur (dat komt neer op 40 uur per week gedurende 5 jaar) oefening hebben gehad. Dit inzicht komt uit onderzoek door Anders Ericsson, hoogleraar aan de Florida State University en gespecialiseerd in expertise-ontwikkeling. Ericsson keek onder andere naar hoeveel jaren Mozart eigenlijk al bezig was nog voordat hij ‘plotsklaps’ succesvol werd, hoe een gewone man leerde om een getallenreeks van 82 getallen te onthouden en hoe de hersenen van Londense taxichauffeurs veranderen door hun beroep.

Toch is alleen het maken van de uren niet voldoende. Er zijn genoeg mensen die hun 10.000 uur oefening erop hebben zitten en nog steeds geen verbetering vertonen in wat ze kunnen: de manager die maar nooit beter wordt in luisteren, de collega in het koor die na 10 jaar nog steeds haar hoge noten mist of de speler in het veteranenteam wiens spel maar niet vooruitgaat.

Wat Ericsson vond, was dat niet 10.000 uur oefening, maar 10.000 uur bewuste oefening (hij noemt dit deliberate practice) de kern is tot succes. Deze bewuste oefening bestaat uit het definiëren van specifieke doelstellingen, het aanbrengen van focus, het verlaten van de comfortzone en het krijgen van constante feedback van een coach.

Daarnaast zijn er nog twee eisen. Ten eerste moet de oefening zich bevinden op een veld dat al goed ontwikkeld is, ofwel waarin er mensen zijn die duidelijk beter zijn en daardoor een benchmark kunnen vormen. Ten tweede moet de coach de kennis en ervaring hebben om de leerling effectieve oefeningen te geven om beter te leren presteren. Zo zijn er in voetbal duidelijk spelers die beter zijn dan anderen en zijn er vele goed ontwikkelde trainingstechnieken om mensen te ontwikkelen in de sport.

Plaatjes in het brein

Door bewust te oefenen bouw je mentale modellen op. Een mentaal model werkt als volgt. Als je het woord ‘Eiffeltoren’ leest, denk je waarschijnlijk aan de stalen toren in Parijs en vormt zich een plaatje in je brein met associaties. Dit is een mentaal model. Mentale modellen zijn structuren in het langetermijngeheugen van het brein die correleren aan plaatjes, herinneringen, bewegingen of andere zaken die het brein heeft opgeslagen. Deze modellen helpen het korte geheugen om snel te reageren in situaties. Zo hoeft je brein niet elke keer te leren dat de Eiffeltoren in Parijs staat.  

Mentale modellen helpen ook om succesvol te zijn. Zo hebben schakers grote hoeveelheden modellen van zetten, patronen van zetten en mogelijke alternatieven opgeslagen zodat ze niet elke keer het gehele bord hoeven te analyseren. Op dezelfde manier ontwikkelen professionele voetballers een rijke set aan gecompliceerde modellen van hoe de bal zich kan verplaatsen over het veld. Daarmee kunnen zij in een fractie van een seconde voorspellen hoe snel een bal waar zal vallen met welke spin en hoe ze deze aan moeten nemen.

In organisaties zien we hetzelfde. Napoleon had modellen van complete veldslagen in zijn hoofd en kon daardoor bij verrassingen zijn strategie snel aanpassen. Intel-ceo Andy Grove had een model van de technologie-industrie in zijn hoofd en kon Intel daarop aanpassen en ook Bill Gates werkte op deze manier, waardoor hij de opkomst van de PC kon voorzien.

Andere factoren

Toch is oefenen slechts een deel van de puzzel. Een metastudie van 88 onderzoeksprojecten over bewuste oefening door Princeton University concludeerde ook dat bewuste oefening van belang is, maar toont tegelijkertijd dat het niet alles is en ook nog eens zeer afhankelijk van het domein waarin de oefening plaatsvindt. De onderzoekers vonden dat bewuste oefening 26% van de variantie verklaarde in spellen, 21% in muziek, 18% in sport en slechts 4% in educatie.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ondanks dat hieruit niet meteen duidelijk werd welke andere factoren ook een bijdrage leveren aan het beheersen van skills, stelden de onderzoekers dat genetische invloeden zoals spiergroeisnelheid en psychologische factoren zoals zelfvertrouwen in elk geval een rol spelen bij succes.


Maar bestaat talent dan wel écht? Antwoord op die vraag vind je in het nieuwe nummer van MT Insights, waar dit een samenvatting van is. Neem een abonnement of bestel een los exemplaar.