Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Erik-Jan Ginjaar (ceo Postillion) vertelt openlijk over seksueel misbruik: ‘Het trauma is er altijd’

Erik-Jan Ginjaar, ceo van hotelketen Postillion, klimt met zijn eigen verhaal over seksueel misbruik regelmatig het podium op. Om dat trauma om te buigen naar positieve actie tegen grensoverschrijdend gedrag. 'Het taboe moet eraf. We moeten met elkaar gaan normeren wat we acceptabel vinden, en wat niet. Daarbij zijn leidinggevenden aan zet.'

erik-jan ginjaar postillion hotels
Erik-Jan Ginjaar, ceo Postillion Hotels: 'Ik hoop dat iedereen ziet hoeveel energie ik erin steek om aan de goede kant van de medaille te zitten.' Foto: Alyssa van Heyst

‘Ik heb nooit een signaal gekregen dat iets gebeurde tegen iemands zin.’ Die kop staat op woensdag 12 juni boven een NOS-artikel over de rechtszaak tegen Ali B. Een maand later zal de rapper tot een celstraf van twee jaar worden veroordeeld, voor verkrachting en poging tot verkrachting.

Erik-Jan Ginjaar, de ceo van hotelketen Postillion, krijgt het even te kwaad als hij de headline leest. Dat ene zinnetje katapulteert hem 25 jaar terug in de tijd. Naar het moment dat hij aan het avondeten zat, thuis met zijn ouders, en de telefoon ging. En hij precies die woorden hoorde. ‘Ik heb nooit geweten dat jij dit niet wilde.’

Eigenlijk gebruikt Ginjaar het woord ‘slachtoffer’ liever niet. Maar het is wel wat hij is: slachtoffer van seksueel misbruik. Als twaalfjarige zet hij zich tegen alles en iedereen af, tot het punt dat hij bijna van de havo wordt gestuurd. De schoolbibliothecaris biedt een uitweg.

Hij mag over naar de tweede, onder voorwaarde dat hij zijn huiswerk onder begeleiding maakt in de schoolbieb. Ginjaar zit er minstens drie dagen per week. Vaak tot laat, en alleen met de bibliothecaris. Zo begint het. Tweeënhalf jaar lang zal de man hem stelselmatig misbruiken.

Levenslang

De biebbaas heeft hem levenslang gegeven, zegt hij, in het restaurant van Postillion in Bunnik. ‘Het trauma is er altijd. Niet continu, niet elke dag. Het overvalt me op momenten. Bijvoorbeeld als zo’n headline van de NOS op mijn telefoon oppopt. Ali B had het alleen maar over zichzelf in het artikel, hij heeft geen woord gezegd over de vrouwen wier leven hij heeft verwoest. Ik had de slachtoffers willen horen, of de rechter.’

Fel: ‘Niet de dader.’ Werken lukt niet meer. Hij staat op het punt om naar huis te gaan, maar zijn vrouw Caroline heeft een beter idee. Schrijf het van je af, zegt ze. Dan ben je het kwijt. Ginjaar realiseert zich dat hij niet de enige kan zijn bij wie het nieuwsbericht zulke heftige emoties losmaakt.

In twee minuten heeft hij zijn gedachten op papier, waarmee hij de pijn haarscherp weet te vangen. ‘En wéér voelt het slachtoffer zich schuldig. Had ik dan een signaal moeten afgeven? Had ik het toch kunnen voorkomen? Had ik… NEE! Dat is het enige antwoord. Als je een signaal nodig hebt om te weten dat je een grens over gaat, dan ben je zelf het probleem.’ Hij deelt het op Linkedin; het bericht krijgt honderden likes. ‘Ik geloof dat het zelfs de NOS heeft bereikt’, zegt Ginjaar. ‘Ik had het mooi gevonden als de redactie had gereageerd, maar dat is helaas niet gebeurd.’

Lees ook: Kunnen we stoppen met tweede kansen voor mensen als Marc, Mart en Matthijs

Prullenbakken beklijven niet

Het is niet voor het eerst dat de topman zich publiekelijk uitspreekt over wat hem als jongen overkomen is. Sinds februari van dit jaar staat hij als spreker op het podium met zijn verhaal. Dat was niet per se de bedoeling. ‘Als ceo van Postillion spreek ik regelmatig voor grote groepen’, vertelt Ginjaar. ‘Managementpresentaties. Over wat lege prullenbakken vertellen over hoe een bedrijf wordt geleid, bijvoorbeeld. Ik kreeg als feedback dat die keynotes redelijk eendimensionaal waren; ik gooide mijn boodschap bij mensen in hun schoot, en dat was het.’

Met andere woorden, het beklijft niet, en dat is wel wat Ginjaar wil. Dus start hij in oktober 2023 met een sprekersopleiding. ‘Kwam ik daar trots aan met mijn verhaal over die prullenbakken. Allemaal leuk en aardig, zeiden de docenten, maar jij kan veel meer impact maken als je het dichter bij jezelf houdt. Ik heb er een avond over nagedacht en de volgende dag gezegd: oké, dan wil ik het over mijn verleden hebben.’

Ginjaar koppelt zijn verhaal aan het belang van een veilige werkomgeving. Aan het bespreekbaar maken van grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer – álle vormen van grensoverschrijdend gedrag, of dat nu seksueel is of niet. Dat lijkt een lange lijn om te trekken, maar voor Ginjaar is het verband glashelder.

Schaamte is de rode draad

De rode draad? Schaamte. Zijn misbruik komt uit als Ginjaar vijftien jaar is, en de moed vindt om het aan zijn beste vriend op te biechten. Die vertelt het aan zijn ouders, en dan gaat het snel. De vertrouwenspersoon wordt ingeschakeld, belt om het verhaal te toetsen en kondigt aan diezelfde avond nog langs te komen. De bibliothecaris wordt op non-actief gesteld. Ginjaar wil het niet, maar dan móét hij wel met zijn ouders delen wat er is gebeurd.

‘Ik schaamde me dat ik mezelf niet heb kunnen beschermen’, zegt hij. ‘Dat er dingen met me zijn gebeurd waarvan mensen van een afstand kunnen denken: daar kun je toch gewoon nee tegen zeggen? Je kunt toch gewoon weglopen?’ Het slaat nergens op, hij weet het, hij had niet de macht in deze situatie, dat had de biebbaas. ‘En je wordt er ook ingezogen, hè? Het begint met een hand op je schouder en dan wordt het erger, en erger. En daar ga je je dan schuldig over voelen. Ik heb er niets over gezegd in het begin, had ik dat wel moeten doen? Heb ik dit over mezelf afgeroepen?’

Zo werkt het bij grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer ook. Het mechanisme is hetzelfde, zegt Ginjaar. De veronderstelde aannames, de zelftwijfel. ‘Je kunt toch gewoon zeggen dat je die seksueel getinte grapjes niet leuk vindt, dat je die knuffel of hand op je schouder niet prettig vindt? Daarbij ga je totaal voorbij aan de context en de machtsverhoudingen.’ Hij is zich dan ook ‘volledig’ bewust van de machtspositie die hij als leider heeft. ‘Misschien wel meer dan ieder ander. Ik hoop dat iedereen ziet hoeveel energie ik erin steek om aan de goede kant van de medaille te zitten.’

Van schaduw naar licht

Door de schaamte vinden gesprekken over misbruik en grensoverschrijdend gedrag, als ze al plaatsvinden, vaak achter gesloten deuren plaats. In de schaduw, zegt Ginjaar. Met zijn verhaal hoopt hij dat gesprek over ‘in het licht te zetten’. ‘Het taboe moet eraf. We moeten met elkaar gaan normeren wat we acceptabel vinden, en wat niet. Daarbij zijn leidinggevenden aan zet. Zij moeten het initiatief nemen om tot zo’n gedeelde norm te komen: wat vinden wij als organisatie oké?’

Die verantwoordelijkheid draagt hij als ceo voor de 450 medewerkers van Postillion Hotels. Zijn eerste keynotes houdt hij intern. Eerst voor de honderd managers, daarna in alle acht hotels voor de medewerkers daar, omdat hij wil dat ze het verhaal van hém horen. Seksuele intimidatie en geweld zijn diepgewortelde problemen. Alleen al in het afgelopen jaar heeft één op de acht Nederlanders ermee te maken gehad, becijferde het CBS (2023). Van de jonge vrouwen is dat meer dan de helft.

Voor de goede orde, zegt Ginjaar: dat gaat dus niet alleen over de werkvloer. ‘Maar het zou naïef zijn om te denken dat seksueel grensoverschrijdend gedrag bij ons niet voorkomt. Dat kan als je de statistieken erbij pakt niet anders. Ik weet niet of het in de horeca- en hotelbranche meer speelt dan in andere sectoren, maar ik weet wel dat de gelegenheid er is. Je draait vaak lange diensten, tot ‘s avonds laat, gaat na afloop nog even een sluitdrankje doen. Sinds ik mijn verhaal deel, is er veel meer ruimte ontstaan om het hierover te hebben.’ Als de ceo het durft, durven anderen het ook, ziet hij. ‘Na mijn keynotes is er zoveel losgekomen.’

Drempels verlagen

Ginjaar komt zelf ook tot een besef: dat Postillion zich als werkgever te reactief heeft opgesteld. Volgens het argument dat John de Mol in het veelbesproken interview met Tim Hofman gebruikte, na de onthullingen van Boos over grensoverschrijdend gedrag bij The Voice: er was toch een loket? ‘Meld zich iemand, dan doen we er wat mee.’ Dat is niet genoeg, ziet hij nu. ‘Bedrijven moeten proactief met een cultuur van openheid aan de slag.’

Hoe? Door het gesprek te faciliteren. Tijdens de halfjaarlijkse medewerkersdag van de hotelketen worden rondetafelsessies gepland, waar ‘veiligheid op de werkvloer’ standaard op de agenda staat. Ook is ingevoerd dat medewerkers elke week koffiedrinken met hun leidinggevende. Dat kan 5 minuten zijn, of een uur – het is bedoeld om even ‘in te checken’ en dingen op een laagdrempelige manier te bespreken.

Want Ginjaar wil de drempel om iets aan te kaarten, zo laag mogelijk maken. Dat kan op ook op andere manieren. Medewerkers kunnen hulp vragen via OpenUp, een platform voor werkgevers, gericht op mentale support voor het personeel. Ze kunnen terecht bij de interne en externe vertrouwenspersonen van het bedrijf, en bij een HR-collega met speciale expertise op het gebied van seksueel grensoverschrijdend gedrag.

Lees ook: Wat is gezellig en wat is grensoverschrijdend? Hier moet je op letten

Misbruik in een doosje

Ergens heeft hij nog geluk gehad, vindt Ginjaar. Zijn moeder neemt een besluit waarvoor hij haar nog altijd dankbaar is: ze stuurt hem naar een psychiater. Gerard heet hij, en hij heeft een harde boodschap voor de jongen. ‘Ik dacht: ik stop het misbruik in een doosje en dat doe ik nooit meer open’, blikt hij terug. ‘Zo werkt het niet, zei Gerard meteen. ‘Je zal voor de rest van je leven in situaties komen die je eraan herinneren wat er is gebeurd. Je kunt het niet inkapselen. Het enige wat je kunt doen, is ermee om leren gaan.’’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Veel slachtoffers hebben die hulp niet, weet Ginjaar, krijgen die niet aangeboden of durven er niet om te vragen. Omdat ze het niet durven te vertellen. Dat is meteen zijn belangrijkste les, hoe moeilijk ook: pak de regie over je verhaal. Het brengt hem terug naar de periode nadat zijn misbruik net uitgekomen is. Meteen beginnen de roddels op zijn middelbare school. Ginjaar schrikt zich wezenloos. Op aanraden van zijn psychiater besluit hij om zelf te vertellen wat hem overkomen is. Voor de klas, voor de les Nederlands begint.

Op het podium

En hij merkt: daarna is het geen issue meer. Zijn klasgenoten gaan niet anders naar hem kijken, zijn collega’s ook niet. Of misschien wel, maar dan in positieve zin. Ze steunen hen, prijzen hem om zijn moed en kwetsbaarheid. ‘Mensen waarmee ik al tien jaar samenwerk, zeggen: ik heb het gevoel dat ik nu pas echt weet wie je bent.’

De schaamte zal nooit helemaal verdwijnen, weet hij. Het blijft eng om dat podium op te stappen. ‘Zo doodnerveus als de eerste keer ben ik niet meer. Maar binnenkort spreek ik voor tweehonderd ceo’s uit de foodservice-industrie. Ik weet nu al: dan slaap ik de nacht ervoor slecht.’

Angst om het trauma met die keynotes steeds opnieuw op te rakelen, heeft hij daarentegen niet. ‘Dat gebeurt normaal gesproken ook vijf keer per week. Door iets wat ik zie of hoor, of dat nu een nieuwsartikel of iets anders is. Het trauma was al onderdeel van mijn realiteit. Laat ik het dan ombuigen naar iets positiefs.’

Lees ook: Hoeveel gevallen van seksueel misbruik heeft u nodig voor uw rapport?