De overheid heeft goed gehandeld ten tijde van de crisis. Neemt echter niet weg dat ze de kenniseconomie niet uit het oog moeten verliezen, stelt Martijn Kamermans, bestuursvoorzitter ConQuaestor.
Wat moet Nederland doen om de kenniseconomie op peil te houden?
Nederland heeft een goed functionerende kenniseconomie. Het kan natuurlijk altijd beter, maar toch. Het gaat om scholing en om de kennisinfrastructuur. We moeten zorgen voor goede scholing van jonge mensen en ook van mensen in het arbeidsproces. Daarnaast moeten we zorgen voor een goede verbinding tussen opleidingen, onderzoeksinstituten en industrie. Neem als voorbeeld de agrarische sector. Onze boeren behoren tot de besten ter wereld en we zijn ook innovatief door de verbinding tussen opleiding, onderzoek en industrie.
Op het gebied van scholing kan het in Nederland nog veel beter. We hebben nog geen topuniversiteit vergelijkbaar met MIT of Harvard. We hebben ook een probleem met het opleiden van mensen in praktische technische beroepen. Die opleidingen waren eerste veel te algemeen. Dit is iets verbeterd, maar nog steeds niet goed genoeg. Ook hebben we een probleem met de bovenbouw van de middelbare scholen. Daar zijn enige jaren geleden veranderingen doorgevoerd die in de praktijk zeer slecht uitwerkten.
Wat moet Nederland vooral niet doen?
Wij moeten niet denken dat we de toekomst kunnen voorspellen. We moeten dus zorgen voor een goede kennisinfrastructuur, maar we moeten niet één sector of één kennisgebied tot speerpunt benoemen om daar vervolgens heel veel subsidie aan te geven. Meestal blijkt zo'n keuze achteraf toch niet de juiste. Laat de markt zijn werk doen binnen die goede kennisinfrastructuur.
Heeft de regering op de juiste manier ingegrepen in de financiële sector?
Dat denk ik wel. De financiële infrastructuur is van groot belang voor de economie van een land. Wij beschikken over een goede financiële infrastructuur met mooie banken die goed met elkaar samenwerken (denk aan ons betrouwbare en efficiënte betalingssysteem). Denk ook aan de verzekeraars, de pensioenfondsen, de leasemaatschappijen, etc.
Er waren veel belangrijke spelers in gevaar, waardoor de totale infrastructuur in gevaar kwam. Dat is zeer goed opgelost door onze regering. Natuurlijk hebben ze snel moeten werken en op details zijn er fouten gemaakt. Maar de hoofdlijn was en is heel goed. Partijen hebben geld geleend dat ze waarschijnlijk snel weer gaan terugbetalen. De exit is dus ook goed geregeld. Allen het redden van het Nederlandse deel van Fortis ligt complexer. Daar zal de exit iets langer duren, maar ik verwacht binnen enkele jaren een verkoop van het staatsbelang.
Heeft de overheid de juiste financiële keuzes gemaakt in deze crisis?
De overheid heeft zich niet laten verleiden tot sectorpolitiek. Er zijn generieke maatregelen genomen om de financiële infrastructuur overeind te houden en om de conjunctuur te stimuleren. Achteraf zijn er nu wat vraagtekens bij de deeltijd WW. Zelf heb ik daar niet zo'n probleem mee.
Eén detail is nog wel noemenswaardig. De overheid is sneller gaan betalen. Dat had intelligenter gekund. Veel grote bedrijven hebben de crisis aangegrepen om hun leveranciers (veelal middelgrote bedrijven) later te gaan betalen. Ik begrijp totaal niet waarom de overheid die grote bedrijven sneller zou moeten gaan betalen. De overheid had deze gelegenheid kunnen aangrijpen om haar leveranciers in twee categorieën in te delen: de middelgrote bedrijven die snel geld nodig hebben en dus ook snel worden betaald door de overheid. De grote bedrijven die zelf ook niet snel betalen en die dus ook pas na twee tot drie maanden hun geld krijgen van de overheid. Hiermee was het onwenselijke gedrag van de inkopers van de grote bedrijven gecorrigeerd.
Gaat de verhouding tussen overheid en bedrijfsleven veranderen?
Ik denk het wel. Zoals Bos treffend opmerkte heeft hij na het lezen van het boek ‘De Prooi' toch een ander beeld gekregen van hoe goed bedrijven worden bestuurd en hoe slecht de overheid. De overheid komt zelfbewuster uit deze strijd tevoorschijn en het bedrijfsleven wordt bescheidener. Dit geeft de overheid meer legitimiteit voor het doorvoeren van maatregelen.
Er verandert ook iets niet dat eerst wel zou gaan veranderen. Er zijn nu wel te veel regels en de overheid had als voornemen de regeldruk voor het bedrijfsleven flink te verminderen. Ik ben bang dat dat traject nu het momentum heeft verloren en niet zal slagen. Ook zullen er regels komen om uitwassen te bestrijden. Voor zover ik het nu kan overzien zullen die regels gaan over de beloning van bankiers. Verder zie ik niet veel signalen die gericht zijn op meer regels. Ik hoorde de afgelopen maanden vanuit de politiek juist veelvuldig de stelling dat meer regels de huidige crisis niet had voorkomen en dat we daarom niet moeten overgaan tot meer regels.
Ook zal de overheid grip houden niet los te laten wat men eerst wel los wilde laten. Er zijn sectoren zoals energie en gezondheidszorg waar de overheid bezig was los te laten en dat loslaten komt nu onder druk. Ik denk dat die ontwikkeling totaal los staat van deze crisis. De liberalisatie heeft ons op tal van markten niet gebracht wat we hadden gehoopt. Er loopt daarom al enkele jaren een discussie over het afremmen of het terugdraaien van dat proces. Ik zie in die discussie geen plotselinge verandering.