Ondanks de roep om meer diversiteit is de managerrol vooral een mannelijke. Van de managementposities in ons land wordt 65 procent ingevuld door een man, blijkt uit het Nationale Management Onderzoek, uitgevoerd door opleidingsinstituut ISBW onder ruim 1.200 werkenden in loondienst.
De grootste groep managers is tussen de 45 en 55 jaar (34 procent). Bijna een derde is tussen de 35 en 45 jaar. Al met al zijn we best te spreken over onze leidinggevenden. Hij krijgt dit jaar een 7,5. Het cijfer is hoger dan vorig jaar: toen beoordeelden medewerkers hun manager met een 7,1. Het vaakst geven medewerkers hun manager een 8 (38 procent). Binnen sommige bedrijven of afdelingen moet het echter een stuk minder gezelliger zijn: 10 procent geeft zijn manager een vijf of lager.
Geen ruggengraat
Betrokken- en behulpzaamheid worden dit jaar als meer kenmerkend gezien voor de manager, volgens respectievelijk 36 en 33 procent van de respondenten. In de top 5 staan ook de kerneigenschappen ambitie en daadkracht. Dit zijn ook de twee eigenschappen waar werknemers het meest jaloers op zijn, respectievelijk met 11 en 10 procent.
Volgens 17 procent van de respondenten heeft zijn manager geen ruggengraat. Dit geldt vooral voor managers in de communicatie en media (39 procent). Daarnaast geeft 20 procent aan dat zijn manager onvoldoende daadkracht heeft, terwijl dat wel een van de kerneigenschappen is. Slechts de helft van de respondenten geeft bovendien aan dat de manager overwicht heeft binnen de organisatie.
61 procent van de mannen acht zichzelf beter dan de manager, tegenover 45 procent van de vrouwen
Drempel
Ondanks dat de manager wordt gekarakteriseerd als betrokken en behulpzaam, voelt een groot deel van de respondenten toch een drempel om zijn manager om hulp te vragen (20 procent). 29 procent heeft vaak het gevoel dat zijn manager te druk is, en valt hem daarom niet lastig met vragen of verzoeken. Wanneer medewerkers de manager benaderen, doet 33 procent dit meestal per mail of telefoon. Dit geldt iets vaker voor vrouwen (37 procent) dan voor mannen (29 procent).
Ruim de helft van werkend Nederland (54 procent) ziet zijn manager als een gelijke. Om de balans op te maken wie welke kwaliteiten het best beheerst, vroegen de onderzoekers de respondenten te beoordelen wie er beter is in bepaalde vaardigheden: zijzelf of de manager. Er zijn opvallende verschillen te zien tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers. Zo vindt 26 procent van de mannen zichzelf beter in leidinggeven, tegenover 18 procent van de vrouwen. Ook op het gebied van vakinhoudelijke kennis is er een aanzienlijk verschil tussen mannen en vrouwen. 61 procent van de mannen acht zichzelf beter dan de manager, tegenover 45 procent van de vrouwen.
Vooral medewerkers in communicatie en media denken dat zij de rol van manager beter uitvoeren dan de zittende manager
Van de medewerkers denkt zelfs 18 procent de rol van manager beter uitvoeren dan de zittende manager doet. Vooral in communicatie en media (41 procent), technische dienstverlening (30 procent) en FMCG (27 procent) is dit het geval. Op de vraag of de manager zichzelf voldoende ontwikkelt, antwoordde een op de vijf medewerkers van niet.
Geen idee wat de manager doet
Bijna een kwart van de werkenden (23 procent) zegt niet te weten wat de werkzaamheden van zijn manager precies zijn. Voor mensen met een operationeel beroep geldt dit voor 20 procent, voor mensen met een functie op tactisch niveau voor 29 procent en van de mensen die werken op strategisch niveau geldt dit voor 31 procent. Oftewel: hoe hoger de functie, des te minder inzicht er is in de taken van de manager. Daarnaast denkt bijna 1 op de 3 respondenten zijn manager helemaal niet nodig te hebben, dit geldt vaker voor mannen (31 procent).
Voor motivatie is aanmoedigen, het benoemen van en stilstaan bij succes van cruciaal belang. 53 procent van de respondenten geeft aan dat zijn manager voldoende stilstaat bij de successen van het team. Een iets hoger percentage (56 procent), zegt dat zijn manager de prestaties van individuen binnen het team erkent. Toch zegt ruim een op de vijf werkenden geen podium te krijgen van de manager om te presteren.
45 procent vindt dat zijn manager niet effectief communiceert
Communiceren
Leiderschap en communicatie zijn nauw met elkaar verbonden. En daar is de nodige winst te behalen. 45 procent vindt dat zijn manager niet effectief communiceert. Het is ook van belang dat een manager af en toe gewoon even een praatje maakt, zodat hij weet hoe zijn teamleden in hun vel zitten. 45 procent van de werkenden geeft aan regelmatig door zijn manager opgezocht te worden voor een praatje. Vooral in de horeca, recreatie, toerisme en cultuur (63 procent), land- en tuinbouw (57 procent) en bouw en vastgoed (57 procent) doen managers dit goed.
Werknemers hebben dus wel wat aan te merken op hun manager. Maar daar blijft het niet bij: 14 procent kan zijn manager niet uitstaan. En onder jongeren tussen de 18 en 25 geldt dit zelfs voor 30 procent. Hoe dat komt? Onder andere doordat veel medewerkers zenuwachtig worden van hun manager (19 procent). Vooral in de FMCG stijgt de spanning zodra de manager binnenloopt (27 procent). Daarom is het niet vreemd dat bijna 1 op de 3 werknemers het prettig vindt als zijn manager een dag niet op kantoor is (29 procent). Hierin spannen jongeren de kroon met 48 procent.
Naast zenuwen, ontstaat er ook weleens irritatie. Bijvoorbeeld omdat managers er met de ideeën van het team vandoor gaan (20 procent). Mannen ervaren dit vaker dan vrouwen, respectievelijk met 22 en 17 procent. Verder vinden we een continu van mening veranderende manager of één die onbereikbaar is zeer hinderlijk.
