Mensen beseffen vaak niet hoe alomtegenwoordig aardolie is, ziet Roger Blokland, ceo van Relement. ‘De kleding die je draagt, de pen die je vasthoudt. Allemaal gemaakt van fossiele grondstoffen.’ In de chemische industrie, waarin hij carrière maakte, is dat niet anders.
Chemiebedrijven zijn volgens hem ‘volledig afhankelijk’ van aardolie en hij proeft weinig ambitie om daar iets aan te doen. ‘Zonder wetgeving die afbouw verplicht, gaan de meesten echt niet in beweging komen. Er is iemand van buitenaf nodig om de boel open te breken.’
Aan de poort rammelen
Dus rammelt hij bij de gevestigde orde aan de poort. Dat doet hij samen met medeoprichters Monique Wekking en Stefano Iannacone, en cfo Jos van Beek. Hun startup pioniert in biobased aromaten. Geen geurstoffen, maar het ingrediënt dat bindmiddel, de basis voor onder meer verf, zijn hardheid geeft en krasbestendig maakt. Om een idee te geven: een pot verf bestaat ongeveer voor 10 procent uit aromaten.
Die worden nu gemaakt op basis van fossiele grondstoffen. Relement heeft een alternatief uit biomassa ontwikkeld. Van furfural om precies te zijn, vezelresten van bijvoorbeeld suikerriet. Dubbele duurzaamheidswinst, want dat is afval van de suikerindustrie.
Met dat concept won Relement afgelopen september de eerste Brabant40-award, een startupprijs. Een mooi podium om beter in beeld te komen bij fabrikanten die ‘groenere’ verf en coatings willen maken, vindt Blokland. Die besparen met de keuze voor biobased aromaten drie kilo CO2 bij elke kilo verf, blijkt uit een eigen levenscyclusanalyse.
Lees ook: Dit zijn de meest veelbelovende startups van Brabant
Een fabriek die 100.000 ton bio-aromaten (100 miljoen kilo) afzet, stoot op die manier dus 300.000 ton CO2 minder uit. Daar kunnen 150.000 benzineauto’s een jaar van rondrijden, becijferde The Climate Neutral Group.
Lastig te recyclen
Het in 2020 opgerichte Relement (een samentrekking van ‘renewable’ en ‘element’) is een spin-off van onderzoeksinstituut TNO. Sinds 2013 wordt in hun Biorizon-centrum aan aromaten uit biomassa gewerkt. Daar valt de meeste duurzaamheidswinst te behalen, stelt Blokland. ‘Verf is lastig te recyclen. Je kunt het moeilijk van muren of auto’s schrapen. De enige optie is om andere grondstoffen te gebruiken.’
Gedurende de ‘laboratoriumfase’ steken zowel TNO als de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), het Brabants Startup Fonds en een klant geld in het bedrijf, aangevuld met eigen inleg van de oprichters en een lening van de Rabobank. In totaal gaat het om 1,25 miljoen euro.
Luister ook: Hoe Noord-Brabant een innovatiemotor van Nederland werd
Bij de volgende investeringsronde, die nu loopt, hoopt Blokland 5 miljoen euro op te halen. Daarmee wordt de productie opgestart. ‘Onze formule werkt’, zegt hij. ‘Dat hebben we in december met partners Worlée Chemie en Baril Coatings laten zien. Met een elektrische wiellader (een laadmachine, red.), voorzien van onze coating.’
Het gebruik van bio-aromaten maakt deze bovendien harder en dus krasbestendiger dan ‘fossiele’ verf, vervolgt hij. ‘Het tweede argument waarmee we klanten over de streep willen trekken. Ons product is duurder, maar de prijs waard.’
Voor de troepen uit
Tsja, de prijsdiscussie. Hij vindt het een lastige. Waarom overstappen, reageren sommige bedrijven, als aardolie zoveel goedkoper is? Los van het feit dat hij dat van weinig visie vindt getuigen, schetst hij altijd een toekomstbeeld. ‘Met een eigen fabriek voorzie ik dat we op termijn een prijstechnisch gelijkwaardig alternatief kunnen bieden. Mits er een CO2-heffing voor de chemische industrie komt, en met name voor chemische producten.’
Daar schuilt volgens Blokland het grootste gevaar: ze lopen voor de troepen uit. ‘We zoeken partners die nú al willen bewegen en niet pas als ze door wetgeving worden gedwongen. Momenteel zijn we met vijftien partijen in gesprek. Namen kan ik niet noemen, maar alle grote verf- en lijmfabrikanten zitten erbij.’
Die eigen fabriek is een plan van de lange adem. Voorlopig wordt de productie ondergebracht bij loonproducenten, die in opdracht van derden werken. Een serie patenten moet voorkomen dat anderen in de tussentijd met de formule aan de haal gaan.
‘Nu gaat het nog om kleine aantallen’, zegt Blokland. ‘Eind dit jaar zijn we klaar voor de commerciële productie en dan kan het hard gaan. We verwachten binnen vier jaar door te groeien naar een omzet van 30 miljoen euro en, belangrijker, cashflow-neutraal te zijn.’ Naast grondstoffen voor verf zal Relement dan ook de biobased bouwstenen voor composiet en isolatiemateriaal leveren: interessant voor de bouw en producenten van auto’s en zeiljachten.
Grappig genoeg gaat Relement met het gebruik van furfural eigenlijk terug in de tijd. De grondstof werd vroeger veel gebruikt in de chemie, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog vervangen door goedkopere aardolie. Tijd om de klok terug te draaien, vindt Blokland. ‘Vroeg of laat gaat de industrie van fossiel af. En dat zie ik liever vroeger dan later gebeuren.’