Het is vandaag Global Donut Day. Zou je dat in 2017 aan Kate Raworth hebben verteld, dan had ze je niet geloofd. Haar inmiddels wereldberoemde boek Donuteconomie, in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw is dan net verschenen.
Raworth wordt aan alle kanten afgebrand. Met name door collega-economen. Zij vinden dat de Britse wetenschapper een karikatuur van de economische wetenschap maakt. Hoe durft ze modellen van briljante economen gebrekkig te noemen? Waarom zet ze vraagtekens bij de wetten van vraag en aanbod en de groei van het bruto binnenlands product? Met haar beschrijving van economische misverstanden, mythes en illusies raakt ze een open zenuw.
Raworth vindt op haar beurt de zuiver rekenkundige benadering van haar collega’s veel te beperkt. In haar ogen moeten economen ook aandacht hebben voor armoedebestrijding, sociale rechtvaardigheid, het milieu, duurzaamheid, democratie en gendergelijkheid. ‘Economie is de kunst van het huishouden. Een kwestie van hoe onze economie elke dag beheerd wordt. Daar hebben we allemaal belang bij. Iedereen is immers praktiserend econoom als je ergens geld in steekt of juist niet’, vertelt ze.
Lees ook ons interview met Kate Raworth: ‘We zijn verslaafd geraakt aan groei’
De 3 pijlers van de donuteconomie
De donuteconomie is gebaseerd op drie centrale ideeën: de economie moet rijkdom eerlijk verdelen, gebruikte natuurlijke bronnen regenereren en de mensen laten bloeien. Niets van dit alles, stelt Raworth, mag afhangen van economische groei.
Ze rekent hiermee af met het neoliberaal gedachtegoed van de afgelopen decennia, dat volgens Raworth heeft geleid tot ongelijkheid en ecologische schade. Denk hierbij aan arme arbeiders in Bangladesh, die de kleding voor grote modemerken produceren onder dikwijls erbarmelijke omstandigheden. Of denk aan de mislukte salarisverhoging van voormalig ING-topman Ralph Hamers.
Raworth verruilt dit marktdenken voor een nieuw model, omgevormd tot een donut. Opereer je als bedrijf binnen deze donut, dan ben je volgens haar goed bezig. Verschuif je te veel naar het gat in het midden, dan ontstaat sociale ongelijkheid. Inmiddels wordt haar boodschap door hele volksstammen omarmd.
Van Oxford naar Zanzibar
Eigenlijk heeft ze nog lang gewacht met het wereldkundig maken van haar visie. Die ontwikkelt Raworth al in 1990 als ze naar Oxford komt om politiek, filosofie en economie te studeren. Ze raakt geïnspireerd door professor Andrew Graham. Hij stelt zijn studenten voortdurend vragen over het krimpen van stadscentra en hoeveel efficiënter private bedrijven omgaan met middelen dan overheden. Economie gaat volgens hem minder over wiskunde maar veel meer over de echte wereld. Dat daar in de opleiding zo weinig aandacht voor is, frustreert haar.
Na haar studietijd verhuist Raworth naar Zanzibar. Ze neemt in 1995 deel aan een programma voor jonge economen. In die periode ontdekken ook veel toeristen dit eiland voor de kust van Tanzania. Nieuwe hotels aan de tropische stranden zijn populair. Dat toerisme kent wel een keerzijde. Raworth stoort zich aan het afval, vooral van plastic tasjes, dat zich op de mooie stranden verzamelt.
‘Er was geen systeem om afval in te zamelen of te beheren’, herinnert ze zich in The Guardian. ‘Ik was echt gefrustreerd dat we landen prezen om hun economische ontwikkeling, maar niets zeiden over de ecologische schade die werd aangericht om dat te bereiken.’
Planetaire grenzen
Drie jaar later verhuist ze naar New York. Ze gaat aan de slag als onderzoeker voor de Verenigde Naties. Daar werkt ze mee aan het Human Development Report dat alle landen wereldwijd rangschikt op basis van de levenskwaliteit van hun bevolking.
De Amerikaanse milieuactivist Alan Durning stelt ondertussen in een boek de vraag of alle mensen comfortabel kunnen leven zonder negatieve impact op de gezondheid van de aarde. Consuminderen is volgens hem de enige manier waarop dat kan. Raworth is geraakt. ‘Ik las bijvoorbeeld over ons gebruik van plastic en andere materialen, en ik had zoiets van: dit is wat ik gemist heb.’
Lees ook: Waarom het streven naar economische groei ons nu zo in de weg zit
Wat is de impact van alle economische activiteit op de draagkracht van de planeet? Pogingen om dit te meten, worden tot dan toe beperkt door gebrek aan data. Zure regen of de afbraak van de ozonlaag zijn in cijfers uit te drukken, maar de rest?
Met het Planetary Boundaries Framework introduceert een groep Zweedse onderzoekers in 2009 negen meetbare cruciale planetaire grenzen, van biodiversiteit tot zoetwaterreserves. Die brengen ze in beeld in de vorm van een cirkel. Bij overschrijding wordt onomkeerbare schade veroorzaakt. Toen waren al drie van die grenzen overschreden. Vandaag zijn het er zes.
Afkicken van groei
Raworth werkt inmiddels aan klimaatcampagnes bij Oxfam in Groot-Brittannië. Ze is getrouwd en moeder van een tweeling. Als ze die planetaire cirkel weer tegenkomt, is ze net terug van zwangerschapsverlof. Eigenlijk heel toevallig zag ze die cirkel in een presentatie van een collega. ‘Ik zat aan mijn bureau en dacht, bam! Dit is het begin van de economie van de 21e eeuw.’
Twee jaar later, in 2011, tekent ze voor het eerst twee cirkels op een kladblok, een grote met een kleine erin. Ze vindt het idee van een donut wel grappig, maar durft het niet verder te ontwikkelen. Toch laat de tekening haar niet los. Een beeld zegt nu eenmaal meer dan duizend woorden.
Ze test dat later uit in een vergadering. De gesprekken krijgen plots een andere dynamiek. ‘Milieuactivisten zeiden me: Nu kan ik het eindelijk over de sociale aspecten hebben. En bij mensen in sociale organisaties klonk: Nu kan ik het over het milieu hebben.’
Dat is precies wat Raworth wil bereiken. ‘Met een andere manier van denken en kijken, wordt het mogelijk af te kicken van de verslaving aan economische groei. De markt staat niet langer centraal. De planeet is de basis. De vraag is vervolgens welk economisch systeem daar het beste bij aansluit. Daarmee kunnen we binnen de mogelijkheden van de planeet voorzien in behoeften van iedereen.’
Dubbele cijfers graag
Ze schrijft het boek ‘dat ze als student had willen lezen’. Toegankelijk, prikkelend en uitdagend. Ze kiest niet voor de frontale aanval, vertelt ze aan MO*. Ze hoeft de vele subsidiestromen tussen fossiele industrie en overheden niet te onthullen. Ze hoeft zich ook niet vast te ketenen aan boorplatformen. ‘Ik ben er zeker van dat we later in de geschiedenis op hen zullen terugkijken als zij die vochten voor ieders toekomst. Maar dat is niet mijn manier. Ik kies ervoor het paradigma te verschuiven.’
Het boek Donuteconomie slaat in als een bom. Raworth wordt overal uitgenodigd voor lezingen, besprekingen, tv-optredens en workshops. Ze legt haar verhaal uit aan de hand van tuinslangen en K’nex-ballen. Dat werkt. Van het World Economisch Forum tot Amsterdamse wethouders, van startups tot multinationals. Ze is de nieuwe darling van de economie.
Uit principe weigert Raworth de planeet over te vliegen. Ze doet altijd een beroep op het openbaar vervoer. En is een locatie niet te bereiken, dan wordt het een online sessie.
Ze krijgt natuurlijk ook kritiek. Dat ze naïef is over huidige machtsstructuren, dat armere landen groei nodig hebben en dat rijkere landen niet zomaar zullen stoppen met groeien. ‘We staan nog maar aan het begin’, reageert ze daarop onder meer in een interview met Pioneers Post.
Focus op purpose en duurzame producten is lang niet genoeg. Het hele ontwerp van bedrijven moet op de schop. Net zoals verwachtingen van investeerders. ‘We hebben een financiële norm geërfd die double digits in rendementen vraagt. Maar we moeten heel ergens anders beginnen. Ecologisch herstel en sociale investeringen, daarvoor hebben we hoge opbrengsten nodig. Laat bedrijven dubbele cijfers in CO2-uitstootreducties, materiaalgebruik en dergelijke realiseren. Pas dan vragen we ons af welk financieel rendement ze kunnen leveren.’
Donuts in actie
Het veranderen van een wereldwijde mindset kost tijd. Tastbare resultaten verwacht Raworth eigenlijk niet. Ze wil vooral jongere generaties de kans geven het verstandiger aan te pakken. Zelf werkt ze daar enthousiast aan mee op het Environmental Change Institute van de Universiteit van Oxford. Ze klust bij aan het Cambridge Institute for Sustainability Leadership en ze is Professor of Practice bij de Hogeschool van Amsterdam.
Toch krijgt de Britse econoom voortdurend praktische vragen die over het hier en nu gaan. Daar speelt ze in 2019 op in met de oprichting van het Doughnut Economics Action Lab (DEAL). De gemeente Amsterdam gaat in 2020 met haar in zee om de donut centraal te zetten in het beleid voor een circulaire economie. ‘Een dappere sprong in het diepe’, vindt Raworth. Tegelijkertijd is het een enorme boost voor haar eigen lab.
Tientallen andere lokale overheden volgen. Van Stockholm tot KwaZoeloe-Natal, maar ook gemeenschappen, bedrijven, onderzoeksinstellingen en scholen. Allerhande instrumenten, presentaties en handboeken worden ontwikkeld. Haar donut-diagrammen zijn inmiddels in 25 talen verkrijgbaar.
Lessen van Kate Raworth
Al die positieve inzet inspireert Raworth in 2022 tot het toevoegen van een extra hoofdstuk aan haar boek: de donuteconomie in actie. Welke lessen heeft ze in vijf jaar tijd geleerd?
‘Go where the energy is. Verspil je tijd niet aan gesloten deuren. Er zijn genoeg andere mensen die wel in actie willen komen’, schrijft ze in haar nawoord.
‘Je hoeft ook zelf niet de beweging te zijn. Sluit je aan. Er zijn zoveel nieuwe benaderingen in economisch denken die wereldwijd terrein winnen. Dat is belangrijk, omdat transformeren van de economie teamwork op wereldschaal vereist. Geen enkel idee of initiatief kan het alleen.’
Of het ooit zal lukken om de gevestigde orde omver te blazen, weet ze nog steeds niet. ‘Maar blijf experimenteren, want dat is hoe een economie zich ontwikkelt.’
Lees ook: 5 ondernemerslessen uit de Donuteconomie, de bestseller van Kate Raworth