Daan Grasveld (op de foto rechts) tuurt over een 750 vierkante meter tellend dak te Amsterdam-Oost, dat bezaaid is met kratjes vol planten. Het zijn er op de kop af 2321 stuks, vertelt de ondernemer.
Uit vrijwel ieder kratje groeien andere gewassen, van duizendknopen tot rode zonnehoeden en allerhande grassoorten. Over het dak tornen daarnaast zeven heuse bomen uit. Allen groeien ze uit een bolvormige constructie met een substraat, dat aan een stalen constructie is bevestigd.
Hitte-eilanden
Zo ziet de broodnodige vergroening van stadscentra eruit, wil Grasveld maar zeggen. Steden willen al snel vervallen tot hitte-eilanden, waar het standaard een paar graden warmer is dan in rurale gebieden. Erg vervelend, als het door klimaatverandering vaker bloedheet is.
Vergroening zorgt voor extra koelte. Grasveld probeert het tij dan ook te keren met zijn startup The Urban Jungle Project, waarmee planten en bomen naar steden brengt. Woning voor woning, dak na dak.
Het was vanwege deze hitte dat de eigenaren van de vijftig appartementen van dit gebouw aan de Amsterdamse Camperstraat voor dit groendak kozen. Via de oude grindconstructie vloeide zoveel warmte de appartementen binnen dat de bewoners al jaren zochten naar oplossingen om hun woningen in de zomer te verkoelen.
Omdat je van het dak niet zoiets kunt maken als een isolerende spouwmuur overwogen ze enige tijd een aircosysteem op het dak te installeren.
Modulair groendak
In plaats van airco kozen ze voor groen. En wel voor Grasvelds product, dat hij een ‘modulair groendak’ noemt.
‘In feite creëren we een groene spouw, waarbij de zon op de planten en niet op het dak brandt’, zegt de ondernemer. ‘Het kraan- en regenwater dat de planten krijgen verdampt deels, waardoor je een extra afkoelend effect krijgt.’
Gratis was het niet. Het complete groenveld kost 150.000 euro en door het onderhoud wordt daar de komende tien jaar nog eens 50.000 euro bij opgeteld. De gemeente verlicht dit bedrag met 75.000 euro aan subsidie. Ondanks deze kapitaalinjectie zal het totale project ieder appartement door de jaren heen 2500 euro kosten.
‘Een bijzonder initiatief’, noemt Grasveld het groene besluit van de woningeigenaren, ‘want de bewoners kunnen zelf niet op het dak en doen het dus voornamelijk voor de buurt’.
Aangewaaide els
Maar goed, dan krijg je er wel een – zoals Grasveld het omschrijft – ‘groene oase’ in de stad voor terug. Op een zonnige dinsdag begin september loopt Grasveld ter controle over het dak dat hij drie maanden daarvoor vergroende.
Met hem meegekomen is medewerker Harmen Kraai, een zogeheten horticulturalist, die controleert hoe de ecologische ontwikkeling van het kersverse groengebied ervoor staat.
‘Kijk’, zegt Kraai enthousiast, terwijl hij wijst naar een net ontkiemd boompje van nog geen tien centimeter lang. ‘Dat is een els! Die hebben we zelf niet eens geplant.’
Groen dak trekt dieren aan
De els is daar vermoedelijk gekomen door de wind of als zaadje via de ontlasting van een neergestreken vogel, zegt Grasveld. Want ja, zo’n ‘groene oase’ in de stad trekt ook dieren aan.
Welke, dat laat hij momenteel onderzoeken door de Universiteit Wageningen. Zelf zagen Grasveld en Kraai er in ieder geval al vlinders, bijen, vogels en allerhande vliegende insecten. ‘Die hebben hier nu hun woonplaats.’
In een persbericht over het dak aan de Camperstraat schreef Grasveld al gekscherend dat hij een ‘nieuwe dierentuin op het dak’ had geopend. ‘Zo’n groendak is goed voor de biodiversiteit’, zegt hij.
Bij een gelijksoortig project op een dak in Alphen aan de Rijn ontdekten de bewoners zelfs een broedende eend. De bewoner heeft de kuikens toen een voor een naar de nabijgelegen Rijn gebracht, zegt Grasveld.
Sedumdak minder doeltreffend
Grasveld had in plaats van zijn uitgebreide systeem met 2321 kratjes ook gewoon kunnen kiezen voor een regulier sedumdak. Zo’n dak doet echter weinig voor de biodiversiteit, legt Grasveld uit, want behalve sedum groeit er amper iets. Omdat er bijvoorbeeld geen bloemen zijn, trekt het dak amper bijen.
‘Zou je op een sedumdak andere planten willen laten groeien, dan heb je een hele dikke grondlaag nodig’, zegt Grasveld. ‘Dat kan dit dak niet dragen.’ Door een ‘lichtgewicht substraat’ te gebruiken voor zijn kratjes, slaagt Grasveld erin het wel draagbaar te houden. Per stuk wegen de kratjes zo’n 27 kg.
‘Bovendien: onze kratjes zijn modulair, waardoor je ze eenvoudig weg kan halen tijdens onderhoud aan het dak. Een sedumdak zul je in zo’n geval in zijn geheel moeten verwijderen.’
Watersysteem
We gaan het dak af en nemen de lift naar de begane grond, waar Grasvelds bedrijf in een afgesloten ruimte een compleet watersysteem heeft laten installeren.
In een grote buffer wordt kraanwater met plantenvoeding gemengd, dat via een leidingwerk naar de plantenkratjes op het dak van het appartementencomplex wordt getransporteerd. Dit is voor de droge periodes, legt Grasveld uit. In nattere tijden worden de planten hoofdzakelijk gevoed door regenwater.
Is het wel duurzaam om 2321 kratjes met kraanwater te besproeien? Niet helemaal, weet ook Grasveld. Maar hij nuanceert: het gaat om maximaal 2 procent van al het water dat de bewoners in het gebouw in een heel jaar verbruiken.
Nóg duurzamer zou het volgens hem zijn om overtollig regenwater op het dak op te slaan in een buffer. Daar zou in dit geval een heel grote waterbuffer voor nodig zijn geweest, wat niet haalbaar bleek.
Groene stad nog utopie
Dit complex heeft in ieder geval wel een vergroend dak en dat kun je niet van ieder gebouw zeggen. Uitkijkend over het dak aan de Camperstraat valt vooral het hoge aantal kale grinddaken op, die geen plant of zelfs zonnepanelen bevatten. Een écht groene stad is voorlopig dan ook een utopie. Van alle daken in het ruim 900.000 inwoners tellende Amsterdam zijn er volgens data van de gemeente nog maar 459 deels tot volledig vergroend.
Aan The Urban Jungle Project zal het niet liggen. Grasveld en zijn tien medewerkers (8 fte) voerden dit jaar al twaalf vergroeningsprojecten in Nederland uit. De ondernemer hoopt er in 2022 uiteindelijk twintig te completeren. Het leverde The Urban Jungle Project tot nu toe vijfenhalve ton aan omzet op. Grasveld hoopt dit jaar de 1 miljoen euro aan te tikken.
Hij hoopt zelfs winst te maken, ‘al zullen we dat voornamelijk terug investeren in het bedrijf’. Vorig jaar realiseerde de startup acht vergroeningsprojecten, overigens iets minder dan de tien waar Grasveld op mikte toen hij in april dat jaar Startup van de Week was bij MT/Sprout.
Boom op dakterras
Niet altijd vergroent The Urban Jungle Project een compleet dak, soms plaatst de startup ergens simpelweg een boom. Zoals op het dakterras van een fotostudio aan de Pieter Braaijweg, dieper in Amsterdam-Oost.
Hier installeerde Grasveld één boom, op dezelfde wijze waarop hij dat aan de Camperstraat deed: de boom is verpakt in een constructie met substraat en de kluit wordt via een aangelegde leiding automatisch gevoed. Door middel van sensoren meet de startup daarbij of de boom voldoende voeding krijgt.
Fotograaf Willem Groeneveld, de opdrachtgever, wijst op de dansende schaduw die de boom, een valse christusdoorn, over zijn kantoorvloer laat vallen. ‘Ziet er mooi uit, niet?’
Het heeft niet alleen iets esthetisch, zegt Grasveld, ook zorgt de boom met zijn schaduw voor verkoeling. Handig als het buiten 30 graden is. Doordat de wortels van de boom in de constructie amper groeien, wordt de boom niet groter. Groeneveld: ‘Het is in feite een bonsaiconstructie.’
Extreem weer
Maar wat als een sterke windvlaag de stabiliteit van de boom op zijn grondvesten doet schudden? Door klimaatverandering neemt ook de frequentie van extreem weer toe. Knakt zo’n stam nooit?
Nee, zegt Grasveld. De bomen zijn zo verpakt dat ze deels met de wind meeveren, legt hij uit, waardoor ze de belasting van de wind breken.
We kunnen ons het risico niet veroorloven dat er een boom van het dak af waait
Grasveld stelt de constructie zo te hebben ontworpen en getest dat deze ‘zelfs onder de meest theoretische belasting door storm’ op zijn plek blijft staan. Ook worden ze volgens hem standaard getest door een constructeur. ‘We kunnen ons het risico niet veroorloven dat er een boom van het dak af waait.’
Twintig bomen in woontoren
Al met al hoopt Grasveld dit jaar vijftig tot honderd van dit soort boomconstructies in Nederlandse woningen te plaatsen. Zo werkt hij momenteel aan een project in een woontoren in Almere, waar zo’n twintig boomconstructies worden geplaatst naast twee- tot drieduizend kratjes met planten.
De architect van het nieuwe hoofdkantoor van Galapagos in Leiden benaderde Grasveld zelfs direct. De architect had twee bomen ingetekend in haar ontwerp. Of Grasveld een offerte kon sturen voor de plaatsing. Inmiddels staan de bomen er fier overeind. Grasveld mag er aan de andere kant van het gebouw zelfs nog een paar bij plaatsen.
Investering afgeslagen
Nog altijd heeft The Urban Jungle Project geen durf- of angelkapitaal aangetrokken. De aandelen zijn fiftyfifty verdeeld tussen enerzijds Grasveld en zijn vader Maarten en anderzijds boomkwekerij Ebben uit Cuijk, die de bomen levert.
In mei dit jaar stond Grasveld wel in investeringsprogramma Dragons’ Den. Investeerders Won Yip en Bas Witvoet boden hem een investering aan van zevenenhalve ton tegen 20 procent van de aandelen. ‘Voor een goede waardering’, voegt Grasveld daaraan toe.
Toch zag hij uiteindelijk af van de investering. ‘We zoeken een partij die niet alleen investeert, maar ook projecten binnenhaalt. Daar willen we een bepaald bedrag aan hangen, waarmee we commitment van de investeerder willen. Won en Bas gaven aan het lastig te vinden zich daar in deze fase aan te committeren. Ze willen kijken hoe de markt zich ontwikkelt en hoe wij dat doen. Komend jaar gaan we weer om tafel, hebben we afgesproken.’
Dan verexcuseert Grasveld zich. Het is 1 uur ‘s middags en hij heeft een belafspraak staan. Iets met een nieuw vergroeningsproject, zegt hij. Want ja, al die geplande stadsbomen komen er niet vanzelf. Nou ja, behalve dan die mysterieuze els op het dak van de Camperstraat.