1. Breng je energiegebruik in kaart
Een voor de hand liggende eerste stap is het in kaart brengen van je energiegebruik. De jaarlijkse energierekening volstaat. Op energiecentrum.nl kun je vervolgens je elektriciteitsgebruik, aardgasgebruik en vierkante meters invullen en direct vergelijken met het landelijke gemiddelde in je branche. Wanneer één van de twee substantieel hoger is dan het branchegemiddelde, is er ongetwijfeld laaghangend fruit te vinden in je bedrijf en kun je het elektriciteits- of gasgebruik met een eenvoudige ingreep omlaag brengen. Sommige bedrijven komen er bijvoorbeeld na een eerste zoektocht achter dat hun CV-ketel iedere koude nacht om vijf uur ’s ochtends begint te loeien om het hele pand om zeven uur boven de twintig graden te krijgen.
Het is handig om zogenoemde slimme elektriciteits- en gasmeters te installeren, zodat je maatregelen de volgende dag kunt zien en niet op de volgende jaarlijkse energierekening hoeft te wachten. Door over te stappen op een leverancier die hernieuwbare elektriciteit levert, is de CO2-voetafdruk direct te verlagen.
2. Bepaal je transportkilometers
Alle brandstoffen die auto’s, vrachtwagens en vliegtuigen omzetten in CO2 om je medewerkers en producten te verplaatsen, zorgen voor een niet te onderschatten en veel moeilijker terug te brengen deel van je CO2-voetafdruk. Door al deze CO2-kanonnen goed in beeld te brengen, is te zien waar reële mogelijkheden liggen om de CO2-uitsttoot terug te brengen. Wanneer bijvoorbeeld je heftrucks aan vervanging toe zijn, is het een reële overweging om elektrische aan te schaffen. Heftruckchauffeurs hoeven immers niet bang te zijn dat ze stranden met een lege accu. En elektriciteit is de gemakkelijkst vergroenbare energiebron.
3. Laat je leveranciers hun CO2-uitstoot in kaart brengen
Leveranciers van Prorail, de beheerder van het Nederlandse spoorwegennetwerk, zijn tegenwoordig verplicht om Prorails CO2-prestatieladder in te vullen. Ze kunnen een score van één tot vijf halen en wie een vijf scoort krijgt een gunningsvoordeel van tien procent.
Wie zijn leveranciers stimuleert hun CO2-uitstoot te kwantificeren, kan hen ook stimuleren om die CO2-uitstoot omlaag te brengen en per order aan te geven wat de milieu-impact is. Zo kun je je leveranciers mee laten doen in het omlaag brengen van je eigen milieu-impact.
4. Watergebruik en afval
Water is nog relatief goedkoop en het gebruik staat nauwelijks ter discussie, maar dat zou in de toekomst wel eens anders kunnen worden. Wie voorbereid wil zijn op toekomstige waterschaarste kan beter nu vast zijn watergebruik meten en manieren vinden om dit naar beneden te brengen. Bij sommige waterintensieve productieprocessen is het niet nodig om drinkwater te gebruiken, maar kan proceswater met een eenvoudig filter worden gerecycled en het watergebruik gedecimeerd.
Voor al je afvalstromen, van verpakkingen van grondstoffen tot afval uit het productieproces, geldt hetzelfde: maak het kwantificeerbaar en kijk hoe je het omlaag kunt brengen, bijvoorbeeld door leveranciers te vragen te leveren met kleinere verpakking of door meer te recyclen.
5. Bepaal je duurzame KPI’s
Wie het gebruik van energie en grondstoffen en het lozen van afval op papier heeft, kan beginnen die te verminderen. Voeg daarom aan de gewone Key Performance Indicators (KPI’s), die je ongetwijfeld hebt, een aantal ecologische KPI’s toe. Uiteraard is het raadzaam om alle KPI’s relatief te maken, dus om met percentages te werken of met hoeveelheden per product, dienst of euro’s omzet of winst. Je wilt immers niet dat je duurzame KPI’s de verkeerde kant opgaan omdat je winst is verdubbeld.
Bierbrouwer Gulpener bijvoorbeeld registreert sinds 2001 het percentage grondstoffen uit de regio en het aantal liters water per gebrouwen hectoliter bier. Honderd procent van de ingrediënten komt ondertussen uit de directe omgeving en voor iedere liter bier heeft het nu minder dan zeven liter water nodig.
6. Bepaal de totale impact van je product of dienst
Met het in kaart brengen van alle ecologische KPI’s ben je er niet. Wanneer je de hele keten in kaart brengt, zou dit nog wel eens verrassingen kunnen opleveren. Unilever bijvoorbeeld, dat zichzelf tot doel heeft gesteld zijn CO2 uitstoot te halveren bij een verdubbeling van de omzet in 2020, berekende dat het gebruik van zijn producten 68 procent van de totale CO2-uitstoot veroorzaakt, vooral door het gebruik van warm water voor de douche en wasmachine. Wil Unilever zijn milieu-impact verminderen, dan moet het zich vooral op gedragsverandering bij consumenten richten en wasmiddelen ontwikkelen die in kortere tijd, met minder water en op een lage temperatuur schoon wassen.
Zo kun je als bedrijf veel meer impact maken dan op het eerste gezicht lijkt. De rekensom lever je er gratis bij. Bovendien heb je een mooi verkoopargument: wil je meetbaar duurzaam ondernemen? Koop mijn product!