In de seed fase (idee maar nog geen product) zijn de risico’s het hoogst, in de startfase (productontwikkeling en eerste klanten) zijn er iets minder risico’s, in de groeifase (product operationeel en klanten) zijn de risico’s voor de investeerder het minst.
WaarderingHelaas is er geen standaard formule die je kan hanteren. De investeerder kijkt natuurlijk hoeveel jij als ondernemer al hebt geïnvesteerd, zowel in tijd, kennis en in geld. Sommige investeerders gebruiken geen modelmatige waardering, maar kijken samen met de ondernemer hoeveel is er nodig om dit bedrijf in de markt te zetten en dat is het maximale bedrag wat ze willen (en hopelijk zullen) investeren. Kortom, de buikgevoel methode.
Anderen gebruiken de contante waarde of discounted cashflow methode om hun investering te waarderen. Hiermee wordt gekeken wat de toekomstige winstpotentie ven het bedrijf is en corrigeren die waarde met de risicofactor. Dit werkt voornamelijk bij bestaande bedrijven. Bedrijven in de seed- of startfase hebben nog geen goede inschatting van hun winstpotentie en de risico’s zijn nog erg hoog.
Risico’sVaak heb je als ondernemer dit soort afwegingen zelf al gemaakt, anders zou je je bedrijf niet eens zijn begonnen. Stel dat je 100.000 euro moet investeren om jaarlijks 3% rendement te kunnen maken, dan begin je er niet aan. Als je jaarlijks rendement 30% of hoger is, dan wordt het wel interessant. Zo kijkt de investeerder ook. Zeker als er een echt groeiscenario ligt, waardoor de waardevermeerdering sterk kan groeien. Let wel op dat je geen ‘hockeystick scenario’ presenteert. Het is zeldzaam dat een bedrijf in 5 jaar het duizendvoudige kan terugverdienen. Blijf ambitieus maar realistisch.
AandelenpercentageDan de vraag “hoeveel procent van mijn aandelen geef ik weg aan de investeerder?”. Een belangrijk uitgangspunt is: jij bent de ondernemer, jij zit aan het stuur. Een investeerder die aan het stuur wil zitten (dus meer dan 50% van de zeggenschap), is geen investeerder maar ondernemer. De bovengrens ligt normaliter bij 49,9% van de aandelen, de ondergrens ligt over het algemeen op 30%. Ikzelf benader het altijd vanuit de gedachte: Beter een laag percentage van iets groots, dan veel procent van weinig. Voorbeeld: Nadat je je aandelen aan de investeerder hebt gegeven, kan je beter 30% aandelen van tien miljoen winst hebben, dan 70% van één miljoen.
Het allerbelangrijkst is en blijft de wederzijdse klik of synergie tussen ondernemer en investeerder. Kijk dus vooral naar wat de investeerder, naast geld, aan extra waarde aan jouw bedrijf kan toevoegen in de vorm van coaching, ervaring, relaties en wellicht zelfs klanten. Het aandelenpercentage is het laatste onderdeel van de onderhandelingen en behoort dus niet in het eerste kennismakingsgesprek ter tafel te komen.
Edo van Santen (Groei Coach)