Duncan Stutterheim (34), ID & T
Focus op de dingen waar je goed in bent
“Dit jaar was voor ID&T het jaar van de grote schoonmaak. Nadat we de afgelopen jaren hadden geprobeerd het bedrijf uit te bouwen met een radiostation, een magazine en een eigen horecapoot, kwam ik er vorig jaar achter dat dit niet de juiste groeistrategie was. Het werd allemaal te ingewikkeld, ik was gewoon met teveel dingen tegelijk bezig. Je kan niet alles goed doen. Naast versnipperde aandacht waren al die nieuwe activiteiten ook niet allemaal even rendabel, om het maar voorzichtig uit te drukken. Met name bij Slam FM (het vroeger ID&T radio, PR) ging het geld met bakken de deur uit. Die radiozender kostte mij op een gegeven moment 200.000 euro per maand. En het lukte ons maar niet het marktaandeel omhoog te krijgen. Dan weet je dat je aan een dood paard zit te trekken. Het was voor mij de directe aanleiding om het roer radicaal om te gooien. De horecapoot hebben we verpacht, het tijdschrift Release is aan het zittende management verkocht en begin deze maand hebben we tweederde van de aandelen in ons radiostation aan Lex Harding en Ruud Hendriks verkocht.
ID&T is weer een overzichtelijke organisatie geworden. Ik heb nu al een paar keer meegemaakt dat als je boven de dertig medewerkers komt en je met een gelaagde structuur gaat werken, er onvermijdelijk ook iets verandert in de bedrijfscultuur. Veel overleg en vergaderen, medewerkers voelen zich minder verantwoordelijk, de energie gaat er een beetje uit. En dat is dodelijk, zeker in onze branche. We zijn nu georganiseerd rondom drie ‘bollen’ van elk zo’n twintig man met daarboven een managementteam. Elke bol is verantwoordelijk voor zijn eigen dancelabel. Onze groeistrategie is vooral gericht op het uitbouwen van onze dance-events in Europa. Dat is niet nieuw voor ons. We hebben het met name in Duitsland al twee keer eerder geprobeerd en beide keren zijn we op onze bek gegaan. Want je bent er niet met een hal afhuren, een flyer drukken en er een bekende dj neer zetten. Je moet denken vanuit de lokale markt en van daaruit concepten bedenken.
Dit keer gaan we het samen doen met Stage Entertainment, het nieuwe bedrijf van Joop van den Ende, waar we inmiddels een partnership mee hebben gesloten. Vorig jaar kreeg ik een telefoontje van Joop. Of ik eens een keer wilde komen praten.. We zagen allebei dat onze dance-events, gericht op de doelgroep 18 tot 28 jaar, een mooie aanvulling zouden zijn op het theaterportfolio van Stage Entertainment. Daarnaast kunnen wij gebruik maken van hun kantoren in Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië en profiteren van hun kennis van de lokale markt. Daar kunnen we de komende jaren nog wel even mee vooruit. (PR)
Dave Deutsch (39) & Yalçin Cihangir (37), De Fietsfabriek
Hoe internationaal te opereren
“Eigenlijk overkwam het ons een beetje, de stap naar Japan. Op een goede dag kwam een vrouw hier binnen en zei dat ze naar Tokio ging verhuizen. En ze wilde daar wel onze fietsen verkopen, want ze vond ze heel aansprekend.” De vestiging in het oosterse fietsland is nu een paar maanden open en de handel komt voorzichtig op gang. Disney Japan is een heel belangrijke klant. “Ze heeft twee weken stage gelopen bij ons, daarna vertrok ze naar Tokio. Voor de Fietsfabriek was het ook een gok, maar zonder al teveel risico: wij werken met een franchisesysteem waarbij de franchisenemer fietsen bij ons inkoopt. Een franchisenemer heeft tussen de 20.000 en 40.000 euro nodig om een volwaardige fietsenzaak te starten”.
Japan zat dan niet direct in hun hoofd, maar de twee liepen al langer met internationale plannen rond. En Cihangir is ongeduldig. “Ik vind het eigenlijk wel langzaam gaan, van mij mag er wel meer vaart in. Komend jaar richten we ons in ieder geval op het buitenland. Kopenhagen gaat binnenkort open, en ik krijg net een mailtje uit Zuid-Korea. Daar is Nederland nog steeds populair, dankzij het WK met Guus Hiddink.
Ik ben net terug uit Berlijn. Paar dagen rondgereden op Fietsfabriek-fietsen. Uittesten of de stad geschikt is, meningen peilen van het Duitse publiek. Dat vinden we belangrijk, voordat we zomaar ergens beginnen. Berlijn gaat voor ons groter worden dan Amsterdam, vermoed ik. Men was heel enthousiast, en er zijn veel brede straten. We gaan daar nu de media benaderen, de stad wakker schudden. Intussen gaan we ook in Nederland verder. De makelaar in Utrecht heeft een pand voor ons, ook in Den Haag hebben we een eigen vestiging. In Haarlem en Groningen zijn franchisenemers gestart; die in Weert en Eindhoven volgen binnenkort. Maar Amsterdam blijft ons hoofdkwartier. Deze stad is belangrijk voor ons. De hele wereld komt hier immers.” (RR)
Karin Löwik (31) , Wouter Pol (33), René Toet (36), Fred & Ed
Hoe we de prijzenoorlog moeten overleven
“We zijn in 2003 begonnen en ze zeggen wel eens dat het derde jaar cruciaal is. De prijzenoorlog van de supermarkten maakt het er niet makkelijker op. We waren nog maar net op de markt toen die strijd in volle hevigheid losbarstte. Ik hoop dat hier na twee jaar een eind aan komt. Het kost retailers en fabrikanten veel geld en uiteindelijk wil iedereen in de keten toch beleg op de boterham.
Wij hebben Fred & Ed op de markt gebracht, omdat de kindermarkt sterk groeit. We willen innovatief zijn, maar door de prijzenoorlog is dat niet eenvoudig, omdat iedereen is gefocust op prijs. Het is ook niet raar met al die spotjes over hamsterweken of prijzenknallers. De kunst is toch producten te bedenken die vernieuwend zijn, maar waarbij de prijsafstand tot de concurrentie niet te groot is. Zo zijn we onlangs gekomen met Fred & Ed Vlokkies: geen hagelslag, geen vlokken, maar ertussenin. De innovatie zit ditmaal niet in de verpakking, maar in het product. Bij onze eerste producten – pindakaas, pasta en jam uit tubes – moesten dure machines worden omgebouwd, want tot dan toe waren fabrikanten alleen gewend aan tandpasta uit een tube. Dat ging gepaard met zeer hoge investeringen, waardoor je een hogere prijsstelling kreeg.
Ondanks de prijzenoorlog zullen we nooit concessies doen aan de kwaliteit, we zijn en blijven een A-merk. Je moet je verliezen beperken, maar blijven investeren in het merk. Ik stop liever 50.000 euro in het merk dan het aan een nieuw personeelslid te besteden. Daarom werken we voorlopig alleen met interim-personeel. Het is een heel avontuur: we hebben veel risico genomen door met zijn drieën weg te gaan bij Unilever, maar ik had het niet willen missen. Het is ons voordeel dat we niet opereren in een mass market. Daardoor kunnen we beter focussen op onze doelgroep. Op de golf van de kindermarkt groeien we mee. We groeiden in 2004 54 procent en ondanks de prijzenoorlog verwachten we voor 2005 een toename van 40 procent.” (LH)
Eric Wiegel (30), Slijterij Dikkers
Hoe een persoonlijk verlies alles verandert
“Ik was projectontwikkelaar bij AM Amstelland, woningen bouwen in de regio Zoetermeer. Mijn carrière was net begonnen, was in volle vaart, tot 6 januari van dit jaar. Ik kwam ’s avonds thuis in Amsterdam toen ik hoorde dat mijn moeder was verongelukt. Zij was ook op weg naar huis, van Hoogeveen, waar ze de slijterij aanvoerde, naar Diever. Op de A28, tussen Pesse en Spier, verloor ze de macht over het stuur.
Eerst is er alleen ongeloof. Ik was lamgeslagen. Het was als een sneltrein, ik nam de ene beslissing na de andere. Mijn eerste gedachte was: we gaan door met de zaak. Het ging hartstikke goed met slijterij Dikkers. Het was een echt familiebedrijf. M’n oma, die hiernaast woont, is er nog altijd mee bezig. Er werken hier vijf mensen, die zijn ook een soort familie geworden. Ik belde vaak met mijn moeder over de zaak. We hebben een kleine familie, en ik had het gevoel: ik ga terug naar mijn familie, terug naar Drenthe. Net gisteren ben ik uit Amsterdam verhuisd, nu zit ik een tijdje bij mijn vader in Diever. Het is nogal een overgang: ik was projectontwikkelaar, nu ben ik slijter. Dat heeft zo goed als niets met elkaar te maken.
We hebben een prachtige winkel, nog in originele staat, zoals dat heet. Het is een zaak met geschiedenis. De familie van mijn moeder, de familie Frederiks, nam hem in 1946 over van de firma Dikkers, die hier onder meer een advocaatfabriek had. We zijn slijterij, groothandel en koninklijke wijnhandel. We hebben een heel uitgebreid assortiment gedistilleerd en zijn gespecialiseerd in mooie wijnen en luxe port: Meursault, Vosne-Romanée, Chateau d’Yquem, vintage port van het beroemde huis Taylor’s, de mooiste port ter wereld. In Hoogeveen is alles wel te vinden.
Bij een groot bedrijf als AM Amstelland worden af en toe dingen van je overgenomen, een firmant moet alles zelf doen. Als er een lamp kapot is, of er is iemand ziek, dan moet je daar ook over nadenken. Bij een groot bedrijf geld van anderen uitgeven is het makkelijkste wat er is. Nu heb ik meer het besef: alles kost geld. Ik werk hard, net als mijn vader. Die draait ook nog altijd 80.000 kilometer per jaar. We hebben, denk ik, allebei veel baat bij de afleiding van het werk. Natuurlijk is er ook tijd voor bezinning. En je hebt moeilijke momenten. Nog steeds. December is hier altijd de drukste maand. We staan hier constant met tien man dingen in te pakken. Kerstpakketten, luxe wijnkistjes, relatiegeschenken. Die gaan het hele land door. Ik hielp altijd mee. Als kind liep ik hier al met doosjes te slepen. Mijn moeder deed altijd de creatieve dingen rond kerst. De laatste jaren bespraken we organisatorische dingen met z’n tweeën. Dat kan nu niet meer.
In het begin van het jaar dat ongeluk, m’n baan opgezegd, terug naar deze contreien. Naar de slijterij. En dit jaar heb ik mijn vriendin leren kennen, die komt hier uit de buurt. 2005 was een gek jaar. De meters slaan constant van links naar rechts uit.” (BN)
Irene van Gent (26), PinNC
Hoe een onderneming beginnen
“Ik heb geleerd dat je de kansen moet grijpen als ze zich voordoen. Timing is alles. Ik had eerst het plan om nog een paar jaar in loondienst te werken om meer ervaring op te doen, maar dat is er niet van gekomen. Maar het is ook altijd mijn droom geweest om het zelf te doen. Op m’n dertigste wil ik zakenvrouw van het jaar zijn.”
Starten in 2005 was niet moeilijk. Tenminste, niet voor Irene van Gent (26). Haar eenmansbedrijf PinNC – Partner in Netwerken en Communicatie – kende een vliegende start, en dat smaakt naar meer. “Tijdens mijn studie werkte ik al voor de – niet meer bestaande – Stichting Unité. Daardoor kwam ik veel op netwerkbijeenkomsten, en had veel met ondernemers te maken. Ze vroegen allemaal naar communicatiediensten, maar wilden dat vaak maar een paar uur per week. Maar als ik al die uren optelde, had ik er flink werk aan. Zo kon ik dus dankzij al die contacten makkelijk beginnen. Door mijn werk was ik al bekend met de Kamer van Koophandel, een plan schrijven was dan ook niet moeilijk.” Een klein overbruggingskrediet bij de bank was zo geregeld, omdat ze al opdrachten kon laten zien. “Na drie maanden had ik het al niet meer nodig. Wat wel tegenviel was de zomer. Ik was net fris gestart, toen het in juli bijna stil viel. Daar had ik even niet op gerekend. Ik weet natuurlijk ook wel dat de zomer rustiger is, maar zó rustig…
Sinds 1 maart ben ik officieel ondernemer en op 1 januari volgt de eerste uitbreiding. Dan wordt mijn broer partner binnen het bedrijf, en brengt zijn marketingkennis in. We komen uit een ondernemersgezin, we hebben ook al een duidelijk groeiplan voor ogen. Het eerste jaar doen we met z’n tweeën, gewoon om te kijken hoe we samenwerken. Maar dan willen we wel versnellen: groeien naar vijftig man, ook internationaal. Die ambitie heb ik wel. Zakenvrouw van het Jaar, of liever Ondernemer van het Jaar wil ik graag worden.” Nu verzorgt ze samen met drie anderen speednetworking-events; hier krijgen ondernemers binnen korte tijd veel verschillende één-op-ééngesprekken met andere entrepreneurs. “Dat loopt ook lekker. We hebben nu een softwareprogramma laten ontwikkelen waarmee we nog beter kunnen matchen, dus dat belooft veel goeds.” (RR)
Jan-Peter Cruiming (40), Nationale Vacaturebank.nl
Hoe ik mijn bedrijf in de etalage moet zetten
“Vier jaar na de start van NationaleVacaturebank.nl zijn we overgenomen door uitgeverij VNU. Ik ben zelf ooit begonnen bij uitzendbureau Start. In 1998 heb ik een eigen werving en selectiebureau opgericht, Hunter Select, nadat ik had ontdekt dat er bij uitzendbureaus weinig aandacht was voor hoger opgeleiden. In 2000 maakte ik kennis met internet. Bestaande vacaturesites stelden bar weinig voor, dus ben ik de NationaleVacaturebank.nl begonnen. Internet is natuurlijk een perfect medium om de markt transparant te maken.
Een tijd lang werd ik gezien als een ongevaarlijk eenmansbedrijf uit het verre Groningen. Maar daarna gingen we opvallen: steeds vaker moesten salesmanagers van grote uitgeverijen aan hun directie melden dat de omzetten tegenvielen doordat hun klanten overstapten op NationaleVacaturebank.nl. Toen waren we nog de tweede of derde partij in de markt. De grote doorbraak kwam met een rechtszaak. PCM en Wegener spanden een kort geding aan, omdat ik vacatures plaatste die in hun bladen hadden gestaan. Maar die samenvattingen had ik gekocht. Hoe dan ook, ik kreeg door die zaak heel veel publiciteit. Ondertussen ging ik Monsterboard voorbij en belandde op de eerste plaats. Er kwamen steeds meer signalen van een overname doordat partijen belden: wil je wat samen doen? Maar als je goed draait, heb je daar geen behoefte aan.
Toen ik werd benaderd door Robert van Loon werd ik wel nieuwsgierig. Hij is directeur Online Recruitment van VNU Europa. We hadden een persoonlijke klik en hij kwam naar het Groningse. Binnen een paar maanden was de deal beklonken. Waarom zij wel? Er zijn partijen die je overnemen om je vervolgens te killen. Hij gaf de garantie dat de site kon blijven bestaan en het merk niet zou verdwijnen. Daarnaast wilde ik blijven ondernemen en heel veel vrijheid houden. Dat is erg belangrijk bij een overname. Maar weinig ondernemers willen werken voor een baas. We zijn een zelfstandige werkmaatschappij geworden binnen VNU en een van de best draaiende onderdelen. Dus over rendementseisen hebben we weinig discussie. En vergeet niet, VNU wilde mij hebben, omdat ik iets heb laten zien dat hen zelf met de vacaturesite New Monday niet was gelukt.” (LH)
Kees Zegers (36), Veritate
Hoe belangrijk rust is
Tien jaar lang richtte Kees Zegers allerlei bedrijven op, en werkte vele uren om ze draaiende te houden. Hij verkocht ze vaak weer als de ondernemingen de echte groeifase ingingen. Vervolgens nam hij een pauze van drie jaar waarin hij tot nieuwe inzichten kwam. Met Veritate wil hij het anders doen. “Doorgroeien, een flinke stap maken. Dat is nu mijn uitdaging.”
Zegers richtte in 1999 e-mailverstuurder Veritate op, en leidde het bedrijf een paar jaar. Tot het moment dat hij de rem aantrok: even niet meer ondernemen, even geen snelheid. Hij ging een half jaartje zeilen, rustig aan doen. Niet omdat hij overwerkt was, nee, gewoon genieten. “Dat half jaar duurde uiteindelijk drie jaar. En dat was heerlijk. Maar tijdens mijn verlof kwam de situatie naar voren dat Veritate een nieuwe directeur nodig had. Daar ben ik afgelopen jaar ingestapt. Ik zit nu niet in het managementteam, maar ik bemoei me met de strategie, overnames, uitbreidingen, ik zoek de seniormensen. Dit is nieuw voor mij. Ik heb verschillende bedrijven als Nu.nl en Netdirect geleid tot er zo’n tien, vijftien man in dienst waren. Dan verkocht ik de tent. Afgelopen jaar zijn we hier gegroeid van acht naar 35 werknemers. Dat is compleet anders. Waar je eerst je plannen over tafel kon schreeuwen, is nu een heuse vergadering nodig. Richtlijnen, meer orde in de chaos. Ik werk nu veel meer met een consensusmodel, ik heb met managers te maken. Nee, dat vind ik niet botsen met ondernemerschap. Ik delegeer nog steeds en ik doe niets liever. Dat is ook mijn sterke punt. Verder ben ik heel behoudend: ik doe alles stapje voor stapje, zonder grote risico’s. Dat geldt ook voor de business waar ik in zit: Veritate verstuurt postpakketjes. Dat gebeurt al decennia, maar toen deed de PTT dat.
Ik heb jaren keihard gewerkt, omdat dat hoort bij het starten van een onderneming. Daar komt zoveel energie bij vrij, je kúnt dan ook veel werken. Maar tegelijkertijd wens ik niemand zoveel bloed, zweet en tranen toe, je hebt nauwelijks tijd voor familie, jezelf. Als jonge ondernemer kan het wel eens gebeuren dat je veel te oude auto niet wil starten als je naar een klant moet. Maar na tien jaar wil je dat niet meer. In die drie jaar ben ik echt tot rust gekomen. Als je een half jaar weggaat, weet je dat op een bepaalde datum weer terug achter je bureau bent. Dat had ik niet. Eén jaar was totaal relaxed, helemaal in balans, een heerlijke tijd. Letterlijk de wind in je haren voelen. Ik had het gevoel dat ik een rubberbootje op de oceaan zat, zonder land in de buurt. De kunst is om je daarbij oké te voelen. Dat is gelukt.” (RR)
Marc Schröder (33), directeur Route Mobiel
Publiciteit heb je niet in de hand
“We hebben met Route Mobiel vanaf het begin heel nadrukkelijk de media opgezocht. Als nieuwkomer op de markt met een mediabudget van 1,5 miljoen euro moet je wel. Daarbij maak je ook een beetje gebruik van het Calimero-effect: het kleine Route Mobiel tegen de grote monopolist ANWB. Aan de andere kant vonden we ook dat we echt wat te vertellen hadden. Bij de ANWB staat het belang van de leden allang niet meer voorop. Door al die commerciële poespas waar je niet om gevraagd hebt, betaal je gewoon teveel voor je pechhulp. Dat is ons verhaal en dat hebben we ook vanaf het begin zo uitgedragen. Die reclame- en pr-strategie heeft ons het afgelopen jaar ongelofelijk veel publiciteit opgeleverd. Kranten, radio, tv, tijdschriften, er zijn zelfs Kamervragen gesteld naar aanleiding van onze positie als nieuwe toetreder. We hebben in anderhalf jaar zo’n 200.000 klanten binnengehaald en onze naamsbekendheid is 85 procent.
Maar het nadeel van publiciteit is dat je de beeldvorming niet altijd in de hand hebt. Hoewel de ANWB met 4 miljoen leden nog steeds ruim 90 procent van de markt in handen heeft, denken veel mensen dat we inmiddels gelijkwaardige concurrenten zijn. Bovendien hebben we ons toch iets teveel door de ANWB uit de tent laten lokken. Zij hebben een rechtszaak tegen ons aangespannen en wij een kort geding tegen hen. Het kort geding hebben we verloren, de rechtszaak loopt nog. Maar je moet ervoor oppassen dat publiciteit zich niet tegen je gaat keren. Zo van ‘daar heb je die brutale jongens van Route Mobiel weer’. Ik ben wat dat betreft ook wel verbaasd over de goodwill die de ANWB blijkbaar bij het Nederlandse publiek heeft. Ondanks dat we met Route Mobiel aantoonbaar goedkoper en sneller zijn, is switchen voor veel mensen toch moeilijker dan we dachten. Komend jaar zullen we er nog steeds wel hard invliegen, maar we zullen vooral ons eigen verhaal vertellen en ons minder nadrukkelijk afzetten tegen de ANWB. We zijn bezig met een aantal nieuwe producten die allemaal aansluiten bij het thema ‘mobiliteit’. Wees gerust, een eigen blaadje hoef je van ons niet te verwachten!” (PR)
Yvonne Swaans (37), Direct Wonen
Bekend zijn loont in Nederland
“Begin dit jaar ben ik tot Zakenvrouw van het Jaar gekozen. Sindsdien is er nogal wat veranderd in m’n leven, zowel zakelijk als privé. Ik wist wel dat zo’n titel de nodige publiciteit met zich mee zou brengen, maar je moet echt oppassen dat het niet je hele agenda gaat domineren. Als ik overal op in zou gaan, kom ik niet meer aan mijn bedrijf toe. Wat ik er van heb geleerd is dat bekend zijn werkt in Nederland. Succes trekt succes aan, het is een cliché, maar het is waar. Er komen ineens allemaal partijen op ons af die me daarvoor niet eens zagen staan. Zelfs mijn bakker en groenteman spreken me aan, omdat ze me weer in een of ander vakblad hebben zien staan. Ik ben nu op een punt waarop ik moet bepalen hoe ik hier verder mee om ga. De rol van ambassadeur en boegbeeld gaat me redelijk af, maar ik twijfel eraan of ik dat op deze manier wil blijven invullen. Het betekent namelijk dat je wel aan je bekendheid moet blijven werken, door bijvoorbeeld regelmatig je gezicht te laten zien op feestjes en partijen. Ik denk niet dat ik daar een gelukkiger mens van word. Ik kan alleen iets doen met hart en ziel en die wereld is mij toch te oppervlakkig. Laat mij maar lekker ondernemen en dingen leren. Daar voel ik mij het prettigst bij.” (PR)
Rob Rooken (36), SimPC
Hoe de eerste te zijn in een markt
“Sinds september is de simPC op de markt. We zijn de eerste in de wereld die zo’n computer brengt. Ik zou graag concurrenten hebben, dan word je serieuzer genomen. Mensen kunnen je dan beter plaatsen. Inmiddels zijn er vierhonderd van verkocht. Dat moeten er binnen drie jaar 200.000 worden. De simPC is een uitgeklede computer, zonder harde schijf, met acht basisfuncties van e-mailen en surfen tot chatten via MSN en bellen via internet. Heel erg gebruiksvriendelijk en veilig en hij beheert zichzelf via internet. Het zou prachtig zijn als simPC ooit een merknaam zou worden. De simPC is in anderhalf jaar ontwikkeld en kan in twee maanden worden gekopieerd. Maar we hebben de nodige zaken gepatenteerd en veel in de diepte geïnvesteerd: we kunnen onze software oneindig goed updaten.
Een kwart van de Nederlanders is nog nooit online geweest. Maar sinds een jaar of twee begint het ook bij hen te kriebelen. Ineens worden ze overal geconfronteerd met mailadressen en ‘www’. Negen van onze tien klanten is senior. In het begin waren we bang om het apparaat te positioneren als senioren-pc. Zeg maar het Dafjessyndroom. Maar senioren vinden dat helemaal niet erg. We zijn veel benaderd door seniorenverenigingen en dealers die klanten over de vloer krijgen die vragen naar de simPC. Allemaal op basis van artikelen in de media en mond-tot-mondreclame. Dat willen we systematischer aanpakken. We praten momenteel met twee dealernetwerken. Als we daar uit zijn, gaan we adverteren. Ook internetproviders en banken willen deze groep graag internet op krijgen. Zo staat sinds kort in een aantal kantoren van ABN Amro een simPC.
Toch wordt de markt voor senioren nog niet helemaal serieus genomen. Zo flopte de Simplifone van Vodafone, omdat die pikkies van twintig weigerden om hem te verkopen. Die brengen liever een ultramoderne telefoon met twee camera’s aan de man. Ook testers van de simPC mopperen wat er allemaal ontbreekt aan het apparaat. Maar uitgekleed is geen zwakte, onze kracht zit juist in de beperking.” (LH)
Marianne Baars (35), Bookit
Hoe te werken met een beursgenoteerd moederbedrijf
“Eind 2004 is Bookit voor 35 miljoen euro overgenomen door Holidaybreak, een beursgenoteerde Engelse touroperator, bekend van onder meer Eurocamp. Dit jaar was voor ons het eerste waarin we onder Superbreak vielen, een divisie van Holidaybreak. Ik zal niet ontkennen dat ik even heb moeten wennen aan de nieuwe situatie. Voor de overname kon ik doen en laten wat ik wilde, nu moet ik toch verantwoording afleggen. Alles is vastgelegd in doelstellingen en budgetten en ik moet behoorlijk wat financiële rapportages aanleveren. Elke maand ga ik voor overleg naar het hoofdkantoor in York en bespreken we de resultaten. Voor nieuwe plannen waarvan ik vroeger zei: ‘okay, gaan we doen’, wil mijn divisiedirecteur nu toch wel eerst even een A4’tje met onderbouwing zien.
Deze formalisering heeft ook zijn voordelen. Je leert betere keuzes maken. We zijn de laatste jaren met 40 à 50 procent per jaar gegroeid, hebben inmiddels honderd medewerkers, dan kun je ook niet zomaar even de zaak op zijn kop zetten. Het afbreukrisico is een stuk groter geworden. Ik zie mezelf vooral als buffer tussen Bookit en Superbreak. De rest van het bedrijf heeft tot nu toe weinig gemerkt van de hele overname. Wat ik het belangrijkste vind is dat we onze informele bedrijfscultuur hebben kunnen behouden. Daar ben ik best trots op. We kunnen nog steeds snelheid maken als het moet en een keertje tot tien uur ’s avonds doorbuffelen is ook geen probleem.
Daarnaast doen we veel leuke dingen met het personeel. We gaan ieder jaar met alle medewerkers een lang weekend naar de Ardennen en dan kijken we niet op een paar euro. En met het management gaan we jaarlijks een weekje naar Bonaire in plaats van in Nederland op de hei te gaan zitten. Dat hebben we dit jaar ook allemaal gewoon gedaan. Ik geef toe, tot nu toe hebben we al onze targets gehaald. Hoe Engeland zal reageren als we onze budgetten niet halen, kan ik moeilijk voorspellen. Het is dan in ieder geval mijn taak om actie te ondernemen.” (PR)