Mijn contract voor een belangrijke opdracht moet vandaag op de bus. Gisteren heeft mijn man het nagelezen, zodat we er zeker van zijn dat de zaak goed is geregeld. Een half jaar werk, dus er hangt veel vanaf. Ik vraag hem waar het contract is. “Op de eettafel,” zegt hij, daar heeft hij het gisteren na het lezen laten liggen.
Het contract ligt er niet. “Weet je het zeker?” Vraag ik. Hij weet het zeker. Dan slaat de paniek toe. Ik kijk naar de kleine, die vrolijk in zijn kinderstoel met een broodkorst zwaait. Er bekruipt mij een angstig voorgevoel: hij zal toch niet…? De laatste tijd heeft hij een opruimmanie. Alles waarvan hij denkt dat het afval is gooit hij in de pedaalemmer. Hij heeft net ontdekt dat, als hij zijn voetje op het pedaal zet, het deksel opengaat. Dat is een heel leuk spelletje.
Er zit niet veel anders op dan de proef op de som te nemen. Ik leg een vel papier op tafel en haal hem uit zijn stoel. Blij dribbelt hij rond de tafel, pakt het papier en hobbelt ermee naar de pedaalemmer. Hij opent de bak en daar gaat het stuk papier. “Bah,” zegt hij stralend.
We kijken elkaar verbijsterd aan. In de verte horen we de vuilniswagen de straat uit rijden.
Eveline Zorgdrager
BEZO-Consult