Je kunt het domme pech noemen, of een onvoorziene omstandigheid: het kan flink tegenzitten. De locatie waar je je als ondernemer vol verwachting vestigt blijkt niet zo populair als je denkt. Of de buurt raakt in verval, waardoor klanten wegblijven. Het winkelcentrum wordt gesloten omdat de gemeente andere plannen heeft met het gebied. Of – zoals in het geval van Conny Daems – de winkelpassage blijft leeg.
Het is niet zo dat Daems het had kunnen zien aankomen. Toen zij haar bedrijf opende, hingen er aan de overkant van de passage ‘verhuurd’-borden in de etalage, daar zou een grote drogisterijketen zich vestigen. Niet lang daarna verdwenen aan de overkant de bordjes en werd de winkelpassage verkocht aan een andere verhuurder. Sindsdien lijkt er niets meer gedaan te worden aan de leegstand. “Ik heb het vermoeden dat er andere plannen zijn met dit gebied”, zegt Daems. Maar dat vermoeden kan ze niet hard krijgen.
Vertrekken naar een andere locatie zou een oplossing kunnen zijn, maar voor Daems is dat geen optie. “We hebben ruim een ton in de verbouwing gestoken. Dit pand werd casco opgeleverd. De ontvangstruimte, twee toiletten, een keuken, doucheruimte, behandelunits: we moesten echt alles zelf maken. Je zit al snel aan een behoorlijke verbouwing. Dat tikt gigantisch aan.”
Die verbouwing heeft zich na drieënhalf jaar nog steeds niet terugverdiend. Omdat het schoonheidsinstituut in het hart van de verlaten winkelpassage ligt, is het niet zichtbaar vanaf de straat. Waar normaal gesproken winkelend publiek aan de ingang voorbij zou trekken, is het volledig stil. Alleen wat hangjongeren vinden de locatie interessant. Om bekendheid te krijgen, is Daems aangewezen op advertenties in kranten. “Op jaarbasis ben ik daar ruim achtduizend euro aan kwijt. Doordat we zo moeilijk te vinden zijn, is onze startfase veel langer dan normaal. Ik heb na die drieënhalf jaar nog steeds geen inkomen, alles gaat terug in de zaak. Nu we meer bekendheid krijgen, ook vooral door mond-tot-mondreclame, naderen we eindelijk het break-even point.”
De relatie met de verhuurder is inmiddels verstoord door een lastige juridische kwestie rond tijdelijke huurverlaging. De achterdocht van Daems is alleen nog maar groter geworden. Geld voor volgende juridische stappen heeft ze niet. “We proberen iedere huurverhoging tegen te houden, want waarom zouden we meer moeten betalen voor een pand in een passage waar niets mee gedaan wordt?” Begin volgend jaar moet het huurcontract verlengd worden. “Dat zal wel de nodige strijd op gaan leveren”, zegt Daems. “Maar natuurlijk wil ik het huurcontract verlengen, ik heb hier te veel geïnvesteerd om weg te gaan. Ik heb een hele lange adem. Tenzij ze me volgende week bellen met het nieuws dat ze me willen uitkopen. Dan ben ik een week later weg.”
Wat zegt de expert?
Martijn Noordermeer, advocaat ondernemingsrecht, Utrechtse Juristen Groep/Velo Advocaten:
“Vaak worden bij huurovereenkomsten standaard contracten gebruikt. Dat zijn op zich goede overeenkomsten, maar je moet als ondernemer wel goed bedenken of die wel bij jou en je situatie passen. Voor welke termijn wil je huren, heb je de mogelijkheid om er eerder onderuit te kunnen als het niet zo gaat als je had verwacht?
De ondernemers van C.C. Vision zitten in een bijzondere situatie. Alleen als ze kunnen aantonen dat de verhuurder zijn afspraken en verplichtingen niet nakomt, kunnen ze er een zaak van maken. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de verhuurder onjuiste informatie heeft verstrekt of een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven. In principe doet de verhuurder hier wat hij moet doen: hij verschaft ze het huurgenot. De enige manier om een situatie als die van C.C. Vision te voorkomen, is om in het huurcontract een clausule op te nemen. Als je bijvoorbeeld één van de eerste huurders bent in een winkelpassage en er komen onvoldoende bezoekers, kun je laten vastleggen dat je onder je huurcontract uit kunt. Contractueel zou je ook kunnen afspreken dat je dan een vergoeding krijgt voor de investering die je hebt gedaan.”