Enige tijd geleden al weer is een wetsvoorstel ingediend voor een nieuwe
regeling met betrekking tot het concurrentiebeding. In het voorliggende
wetsvoorstel worden nieuwe voorwaarden gesteld aan de geldigheid van een
concurrentiebeding. Redenen hiervoor zijn het bevorderen van de rechtszekerheid,
een beter evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van werkgever en
werknemer en een onnodig beroep op het concurrentiebeding tegen te gaan. Het
wetsvoorstel is op 5 oktober 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. De
schriftelijke voorbereiding van het wetsvoorstel is opgeschort tot de Eerste
Kamer het advies van de Sociaal Economische Raad heeft ontvangen. Het
wetsvoorstel bevat enkele interessante bepalingen, waaronder:
- een (verplicht) door de werkgever aan de werknemer te betalen vergoeding
voor de beperking in arbeidskeuze die laatstgenoemde door het beding
ondervindt; - een wettelijke beperking van de geldingsduur van het beding tot een jaar;
- het vervallen van het beding als de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd
wordt beëindigd en bij faillissement; - het geografisch en functioneel bereik, waarvoor de beperking geldt, moeten
in het concurrentie beding te worden vermeld, evenals de duur van de beperking
en de hoogte van de door de werkgever verschuldigde vergoeding.
Het feit dat het wetsvoorstel nog niet door de Eerste Kamer heen is,
betekent dat nu nog onverminderd art. 7:653 BW geldt. De beoordeling van een
concurrentie- en relatiebeding komt dan neer op een redelijk- en
billijkheidstoetsing en een belangenafweging tussen werknemer en werkgever.
Overigens ziet men in de praktijk dat werkgevers bij het afsluiten van nieuwe
contracten met het opstellen van een concurrentiebeding al anticiperen op de
inhoud van dit wetsvoorstel. Voor de goede orde, dit wetsvoorstel behelst alleen
het concurrentiebeding. Het relatiebeding zal niet onder deze regeling gaan
vallen. Kortom, op dit moment gelden voor zowel het relatie- als het
concurrentiebeding nog geen maxima. Nadat de wet is aangenomen, zal het
concurrentiebeding een maximum van een jaar gaan kennen. Aan het relatiebeding
daarentegen, wordt vooralsnog geen maximum verbonden. Het is overigens nog maar
de vraag hoe dit in de praktijk zal gaan uitpakken.
Martijn Noordermeer (UJG)