Waarom wordt de ene persoon ondernemer en de andere niet? Het is een vraag die wetenschappers al lang bezighoudt, waarbij tot nu toe een belangrijke rol werd weggelegd voor onze genen. Nu wijzen drie onderzoekers (Mirjam van Praag en Joeri Sol van de Universiteit van Amsterdam en Matthew Lindquist van de Universiteit van Stockholm) opvoeding aan als dé bepalende factor.
Eerdere studies, waarbij tweelingen met elkaar werden vergeleken, toonden al aan dat de ‘ondernemersgenen’ van ouder de kans op ondernemerschap bij hun kinderen vergroten, maar gaven nog geen aanwijzing over de impact van de opvoeding die kinderen van ondernemers krijgen.
De drie onderzoekers bevestigen nu, in een onderzoek dat pas volgend jaar officieel verschijnt, dat de kans dat kinderen van ondernemers zelf ook ondernemer worden 60 procent groter is dan kinderen zonder ondernemerspapa of -mama.
Voorbeeldrol
Wat opvalt is dat wat er ná de geboorte gebeurt twee keer zo belangrijk is als ervoor (genen). Een ondernemersouder vergroot door zijn voorbeeldrol de kans op een ondernemende zoon of dochter met 45 procent, bijvoorbeeld doordat hun kinderen meer behoefte hebben aan autonomie.
De onderzoekers onderzochten een groep van 4000 adoptiekinderen die werden geboren in Zweden tussen 1940 en 1970, een groep die vrij uniek is omdat een flink deel van de biologische ouders bekend is.
Door te werken met adoptiekinderen kon de genetische invloed van de biologische ouders worden gescheiden van omgevingsfactoren, oftewel de opvoeding en het voorbeeld dat ouders hun kinderen meegeven.
Overdracht
De invloed van de adoptie-ouders is dus bijna twee keer zo groot als de invloed van de biologische ouders. Opmerkelijk genoeg blijkt bij adoptiekinderen dat het gezamenlijke effect van de genen van hun biologische ouders en van de opvoeding door adoptieouders even groot is als de overdracht van ondernemerschap bij kinderen die door hun eigen ouders werden opgevoed. De kans dat een adoptiekind ondernemer wordt is 20 procent groter als een van zijn biologische ouders ook ooit ondernemer is geweest.
Het erven van een familiebedrijf, de toegang tot kapitaal en kennis hadden amper invloed op de overdracht van ondernemerschap tussen de generaties. Belangrijk is ook dat jongens vooral naar hun vader kijken en meisjes hun moeder vaak als uitgangspunt nemen.
Stimuleren
De onderzoekers zien in hun onderzoek aanwijzingen dat het zin heeft om ondernemerschap te stimuleren met andere rolmodellen dan ouders, bijvoorbeeld door ondernemers voor de klas te zetten.
‘Er is wel degelijke en effect van de omgeving op de keuze om ondernemer te worden’, zegt UvA-onderzoeker Joeri Sol. De precieze percentages blijven altijd een schatting, geeft hij toe. ‘Maar dat wij een rol vinden voor opvoeding, dat helpt het onderzoek weer verder.’