Van der Most begon na drie jaar LTS voor zichzelf in de ijzerhandel, enkele jaren daarna startte hij zijn horeca-imperium. Met het opkopen en verbouwen van gebouwen als een ziekenhuis, tapijtfabriek, kerncentrale en watertoren, bouwde Van der Most aan zijn imperium, met een omzet van 70 miljoen euro en circa 2.000 werknemers. “Ik zeg wat ik wil en dan gaan de jongens aan het werk.”
In het komend nummer van Sprout, dat 25 augustus verschijnt, kijkt de ondernemer uit Overijssel terug op zijn bewogen loopbaan. Hiet alvast een voorproefje.
Ondernemen volgens Van der Most:
- Denk altijd: hoe kan ik het simpeler maken? ’Ik heb een hekel aan bureaucratie. Mensen doen vaak veel te moeilijk.’
- Managers moeten leren, ondernemers hoeven dat niet. ’Ondernemen kun je niet leren, dat zit in je bloed. Als je iets geleerd hebt, heb je soms oogkleppen op. Terwijl je als ondernemer juist vrij moet denken.’
- Wees altijd open naar je personeel. ’Als je open bent heb je geen beoordelingen en ondernemingsraden nodig. Je moet je mensen zelf op de hoogte houden van wat er gebeurt en hoe de zaak draait.’
- De meeste vergaderingen zijn tijdverspilling. ’Ik hou ook niet van vergaderen. Ik loop liever overal rond.’
- Het grootste talent loopt op je eigen werkvloer. ’Kijk niet naar de papieren, maar geef talent een kans; daar hamer ik altijd op. Bijna mijn hele management komt uit eigen geledingen.’
- De aanhouder wint. ’In 1991 zat de gemeente Lichtmis met hun watertoren in hun maag. Een toplocatie voor een exclusief hotel en restaurant, want je mag niet zomaar zo hoog bouwen. Achteraf bekeken was ik daar nooit aan begonnen. Het heeft me 15 jaar en veel geld gekost. Veel trammelant met vergunningen. Maar de aanhouder wint.’