Ontwikkelingslanden bieden namelijk bij uitstek zulke markten. Helaas zijn er ook keerzijden. Want ondernemen in een land als Burkina Faso is natuurlijk wel wat gecompliceerder dan een bedrijf opzetten in, zeg, België. Om kort te gaan: ondernemen in ontwikkelingslanden vergt niet alleen een gezonde portie durf, ambitie en idealisme, maar vooral ook betrouwbare lokale partners met kennis van de betreffende markt en zakencultuur. En als het even kan wat financiële ondersteuning. Laat de Nederlandse overheid je nou aan beide zaken kunnen helpen…
4 manieren voor het vinden van de juiste zakenpartner(s):
1. Matchmakingfaciliteit Ontwikkelingssamenwerking (MMF OS)
Via MMF OS, een programma dat de NL EVD Internationaal uitvoert in opdracht van het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking, kunnen bedrijven uit zo’n veertig ontwikkelingslanden contact leggen met zakenpartners in Nederland. Die Nederlandse bedrijven kunnen bij de Matchmakingfaciliteit aangeven dat ze geïnteresseerd zijn in samenwerking met de bedrijven uit ontwikkelingslanden die zich aanmelden.
2. Developing your Business
Developing your Business is een Engelstalige database, ook weer beheerd door de
NL EVD Internationaal in opdracht van het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking, die informatie biedt aan Nederlandse en buitenlandse bedrijven over zakendoen in bijna alle landen van de wereld.
Via een zoekmachine selecteer je eerst een land, waarna je via de kopjes ‘All subsidies & support’, ‘Economic & technological cooperation’, ‘Export support’, ‘Investment facilities’, ‘Research funds’ en ‘Training facilities’ terechtkomt bij naar de voor jou relevante informatie
3. Landenpagina’s
Verder vind je hier een overzicht van specifieke landenpagina’s op de EVD-website. Behalve allerhande informatie over het land naar keuze (basisgegevens, kansrijke sectoren, wetgeving) kun je langs deze weg ook per telefoon of e-mail contact leggen met de betreffene marktadviseur van
NL EVD Internationaal, die specifieke vragen voor je kunnen uitzoeken. Ten slotte kun je voor een beperkt aantal landen ook nog een marktscan aanvragen, ‘een beknopt overzicht van mogelijke zakenpartners in uw doelland’.
Drie subsidies voor zakendoen in ontwikkelingslanden:
1. PSI
Hij is in dit dossier eerder genoemd (zie ‘Met subsidie de grens over’ – ook voor een aantal andere subsidies die weliswaar niet uitsluitend op zakendoen in ontwikkelingslanden zijn gericht, maar er wel voor openstaan). Desondanks mag PSI, kort voor Private Sector Investment programme, hier niet ontbreken. Deze subsidie is namelijk bedoeld ter ondersteuning van investeringen in ‘risicovolle markten’ (lees: ontwikkelingslanden) en dekt tot een maximum van 750.000 euro liefst de helft van de kosten. Vooral projecten in Aziatische groeiwonders als Vietnam, Thailand en Indonesië blijken momenteel sterk in opkomst, maar landen als Peru en Ecuador in Latijns-Amerika en Ethiopië en Ghana in Afrika doen het goed. Ook is er opvallend genoeg groeiende belangstelling voor ‘fragiele staten’: Afghanistan, Sierra Leone, Burundi, de Palestijnse gebieden en zuidelijke Soedan. Alhoewel, zo vreemd is dat wellicht niet: voor die gebieden is er PSI Plus, dat 60 procent van de kosten dekt tot een maximum van 900.000.
2. 2explore
Een goede tweede is 2xplore (eveneens vermeld in ‘Met subsidie de grens over’), een subsidie die voor gemiddeld 100.000 euro bijdraagt aan haalbaarheidsstudies voor exportprojecten in ontwikkelingslanden. Er is wel een beperkende voorwaarde: alleen samenwerkingsverbanden van twee of meer Nederlandse bedrijven komen voor 2xplore in aanmerking.
3. ORIO
ORIO, kort voor schenkingsfaciliteit Ontwikkelingsrelevante Infrastructuurontwikkeling, draagt bij aan projecten op het gebied van water, milieu en infrastructuur in ontwikkelingslanden. Aanvragen kunnen alleen worden ingediend door lokale overheden, maar de initiatieven daarvoor kunnen wel uitgaan van (Nederlandse) bedrijven.
De eerste aanvraagronde leverde uit 90 aanvragen 9 geselecteerde voorstellen op, waarvoor in totaal 100 miljoen euro beschikbaar is Voorbeelden zijn de bouw van een ziekenhuis in Bolivia, de aanleg van waterfabrieken in Vietnam en tuberculoseproject in Gambia.