Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Strijd om de zapsurfer

Nu internet in kijkcijfers de tv verslaat, proberen allerlei bedrijven de verbindende schakel te worden tussen beeldbuis en web. De inzet is hoog: wie levert de nieuwe standaard? Deel 1 van een serie.

 Eén televisiezender, meer had je in de jaren zestig niet tot je beschikking bij het televisiekijken. Swiebertje gemist? Helaas. Een volgende kans kreeg je niet.

Vergeleken met de jaren zestig voelen we ons maar wat modern met onze tientallen televisiezenders, video-on-demand en harddiskrecorders. Maar binnen ­enkele jaren is de huidige situatie hopeloos verouderd. Internet-op-tv staat op doorbreken en dat betekent niet alleen dat we op elk moment vanaf de sofa naar Uitzending Gemist en YouTube kunnen kijken, maar ook restaurantrecensies ­opvragen bij Iens.nl, filemeldingen en Google Street View bekijken, online bankieren en MT.nl lezen in de pauze van de voetbalwedstrijd. Commercials worden interactief: met de afstandsbediening zit je zo op de site van de aanbieder en je koopt met één klik. Gokken, games, ­interactieve polls ­tijdens De wereld draait door, de mogelijkheden zijn oneindig.

Ontwikkelen maar

Op de pc's en laptops zijn internet en tv allang hun vruchtbare huwelijk aangegaan. Volgens stichting Kijkonderzoek keek een derde van de huishoudens in de eerste helft van 2009 wel eens een televisieprogramma via de computer. Cisco denkt zelfs dat in 2013 meer dan 90 procent van het internetverkeer zal bestaan uit videotoepassingen. Maar de heilige graal is internetten op de ‘ouderwetse' huiskamer-tv: daar zit hem de massa.

Steeds meer bedrijven zijn dan ook bezig televisie en internet met elkaar te verbinden. Allemaal hebben ze een andere agenda. De een wil televisies verkopen, de ander abonnementen slijten. Maar ­uiteindelijk willen ze allemaal hetzelfde: dé schakel worden tussen televisie aan de ene kant en internetcontent aan de ­andere.

Bij Philips heet dat dan ‘gidsrol', zegt ­Robert Timmer, die bij het electronica­concern verantwoordelijk is voor NetTV, een serie televisies die ­verschillende ­internetdiensten aanbiedt op een soort startpagina. "We willen ­zorgen dat het publiek niet verdwaald raakt op het ­grote, volle internet. Onze oplossing is in de breedte services aanbieden en het toch heel simpel houden."

Philips is zeker niet de enige hardware­fabrikant die probeert door meer ­producten te verkopen ook een zo groot mogelijke punt van de distributietaart in beslag te nemen. Ook Sony, LG, Samsung en de Amerikaanse hdtv-fabrikant Vizio hebben inmiddels aangekondigd hun ­televisies met internet te verbinden. Zij brengen in samenwerking met partijen als Yahoo, AT&T, Tivo en Intel zogeheten widgets op de televisie, grafische toepassingen die over het reguliere beeld kunnen worden geopend, met inhoud van diverse externe aanbieders, van Twitter tot de New York Times en van eBay tot MySpace.

Dan zijn er nog verschillende kastjes die televisie en internet met elkaar ­verbinden. Sony heeft bijvoorbeeld de spelcomputer Playstation, die al een tijdje in verbinding staat met het internet en binnenkort met meer diensten komt. Zo kunnen gamers gratis muziekvideo's gaan kijken, ­Uitzending Gemist-achtige diensten ­oproepen en speelfilms bekijken via de internetverbinding. Ook Microsoft zit niet stil, met spelcomputer Xbox, terwijl verschillende andere bedrijven zogenoemde settop-boxen aanbieden; kastjes die zorgen voor een makkelijke transfer van internetcontent naar het televisiescherm. Dat kunnen kleine bedrijven zijn met een eigen box, zoals Iphion, waar ­Ilse-oprichter Merien ten Houten bij ­betrokken is, maar ook telecombedrijf Tele2 hoopt internettelevisie naar de massa te brengen met zijn eigen settopbox. Al deze initiatieven bieden weer een ander pakket met internetcontent aan.

Niet blij

De meeste initiatieven zijn nog klein­schalig. Op dit moment is de netwerk­capaciteit in Nederland nog niet voldoende om iedere inwoner over het internet high definition-televisie te laten kijken. "Netwerkbeheerders zijn niet blij als wij grote sportevenementen in HD-beeld streamen over het internet", illustreert Roeland Stekelenburg, hoofd nieuwe media bij de NOS, de huidige omstandigheden. "Maar daar ligt wel de toekomst."

Om die toekomst mogelijk te maken, moet er wel geïnvesteerd worden in het netwerk. In glasvezel misschien, dat ­onbeperkt kan worden opgeschaald in bandbreedte. Of gewoon in de ­ouderwetse kabel, waarvan de capaciteit kan worden verbeterd en die volgend jaar verplicht wordt opengesteld. Kabelgrootmachten Ziggo en UPC moeten hun capaciteit dan wederverkopen aan andere geïnteresseerden. Dat kan iedereen zijn, behalve KPN, want dat bedrijf mag van telecomwaakhond Opta niet ‘aan kabel doen', om "de investeringen in haar eigen netwerk niet af te remmen". Omdat ook de huidige ADSL-lijn niet voldoet aan de vraag, moet KPN wel kiezen voor glasvezel, dat wordt uitgerold door Reggefiber van Dik Wessels (van Volker Wessels), waarin het bedrijf een aandeel heeft van 41 procent.

Tele2 heeft geen last van zo'n Opta-verbod. Het bedrijf hoopt dan ook via de analoge kabel digitale klanten te winnen voor hun televisie over het internet­protocol. Deze methode is noodzakelijk volgens het bedrijf, want als klanten op dit moment overstappen naar digitale ­televisie verliezen ze de bestaande analoge infrastructuur in hun huis. Het ­gevolg: de consument moet nieuwe ­kabels laten trekken naar alle televisies, een nadeel dat de kabelmaatschappijen niet hebben. Volgens verschillende ­critici is deze omweg juist een stap terug in de ontwikkeling, maar Günther Vogelpoel, directeur consumentenmarkt bij het telecombedrijf, wuift de kritiek weg: "Bij concurrentie in de markt gaan de prijzen omlaag en zal innovatie toenemen."

Concurrentie op de analoge kabel zal echter niet zorgen voor de volgende stap in televisiekijken, zegt Ivo Lochtman, ­directeur van de digitale afdeling bij UPC. "Op deze manier willig je nog steeds ­dezelfde consumentenbehoefte in."

Lochtman bedoelt dat concurrentie op de kabel concurrentie is op het gebied van al bestaande standaard­pakketten. Terwijl de toekomst van televisie volgens hem juist ligt in een groot aanbod en veel keus voor de consument. 

Over-the-top

 Ondertussen staan hardwarefabrikanten, contentpartijen en telecombedrijven te trappelen om gebruik te kunnen maken van de snelle internetverbindingen. De rol die hardwarefabrikanten en telecombedrijven ambiëren lijkt daarbij misschien nieuw, maar het is eigenlijk ­precies dezelfde rol die de grote kabelbedrijven UPC en Ziggo op dit moment spelen in het veld van de traditionele televisie. Zij zorgen daar dat de verschillende ­televisiezenders over de kabel bij de ­consument de huiskamer binnenkomen. "De grenzen in de ketens van wat je doet gaan vervagen. Wij waren de telecom­partij, zijn nu broadcaster en in de toekomst gaan we advertenties verkopen", zegt ­Vogelpoel. Een ontwikkeling die ze ook zien bij de omroepen, die voor de ­distributie van hun materiaal niet meer afhankelijk hoeven te zijn van kabelaars. "We kunnen nu zonder tussenkomst van de distributiepartijen naar de kijker", zegt Stekelenburg.

Voor de kabelaars is een bijkomend ­nadeel van al deze ontwikkelingen dat de meerderheid van de initiatieven op het gebied van internettelevisie wel ­gebruik maken van hún kabels. Over-the-top heet dat dan, in vakjargon. De NetTV van Philips kun je bijvoorbeeld gewoon gebruiken op het netwerk van UPC of Ziggo, het enige wat je hoeft te doen is de internetkabel in het toestel te ­stoppen. Datzelfde geldt voor de televisies van andere hardwarefabrikanten, voor spelcomputers en voor settopboxen. ­Letterlijk over de rug van de kabelaars komt het internet op de televisie van de kijker ­terecht. De kabelaars kunnen er niets aan doen, maar moeten ondertussen wel zorgdragen voor onderhoud van het netwerk. "Dit is zeker een risico voor ons", beaamt Lochtman. "Ze noemen dit ­disruptive technologies, techniek die in staat is de complete waardeketen op zijn kop te zetten. Apple deed het in de ­muziekwereld, en al zijn we ­zover nog niet in de tv-wereld, de potentie is er. Klanten zullen altijd een internet­verbinding nodig hebben, maar het ­risico bestaat dat ze alléén maar een internetverbinding van ons nodig ­hebben."

De druk op de kabelnetwerken zal door internettelevisie groter worden, maar zomaar het abonnementsgeld verhogen pikt de klant natuurlijk niet. Daarvoor is de concurrentie nu al veel te groot. "En wie zorgt dan voor investeringen in het netwerk?" vraagt Erik Jan Gelink zich hardop af. Gelink werkte jarenlang in de ­media- en telecomsector en richtte begin deze eeuw adviesbureau Provice op. "Het is de grote angst van de netwerkproviders dat contentmakers een free ride richting de woonkamer krijgen. In dat geval worden ze een domme pijp, een doorgeefluik. Ze zijn ooit in de contentbusiness gegaan, maar als er zoals nu steeds meer concurrentie op dat vlak komt, zullen ze dan weer terugvallen in hun oude rol?"

Daar is Google

Goede vraag. Volgens UPC zal het zo'n vaart niet lopen, de kabelaar zegt dankzij de grote klantenbasis de juiste uitgangspositie te hebben om verder in te spelen op de ontwikkelingen in televisieland. Ze kunnen doen wat ze al jaren doen: veel klanten bedienen, terwijl Philips en Sony pas net beginnen. Aan de andere kant: als alle hardwarefabrikanten hun toestellen uitrusten met een internetverbinding en er worden in Nederland volgend jaar nóg meer televisies verkocht dan de 1,8 ­miljoen uit recordjaar 2008, dan kan het snel gaan. Ongetwijfeld geeft het WK ­voetbal in Zuid-Afrika in 2010 nog een ­extra boost aan de verkopen.

Daarnaast speelt de content ook nog een grote rol. Makers van televisiecontent krijgen in eerste instantie de macht, en dan zeker grote leveranciers zoals ­YouTube, filmmaatschappijen en makers van ­populaire televisieprogramma's. De partijen die een schakel willen zijn ­tussen content en ­kijker, hebben ­namelijk de juiste content nodig. "Wil je een volwaardig aanbod kunnen bieden, dan moet je dus overeenkomsten ­afsluiten", zegt Lochtman. "Maar als je niet genoeg klanten hebt, dan wordt het moeilijk om dat te financieren."

Hier ligt ook nog een paar andere ­hobbels op de weg. Filmmaatschappijen zijn bijvoorbeeld nog erg defensief in het vrijgeven van films via internet; ze zijn bang voor een van de regels die Chris ­Anderson oplepelt in zijn boek Free: als het digitaal is, wordt het vroeg of laat gratis. Daarnaast brengt content natuurlijk rechtenkwesties met zich mee en zijn er op dit moment veel (te veel, volgens betrokkenen) verschillende formaten waaraan content moet voldoen. De NOS probeert dit probleem trouwens weer te omzeilen met behulp van een speciale webpagina, waar hun eigen content wordt geoptimaliseerd voor ­verschillende kastjes.

Ook contentmakers hebben dus nog veel onbeantwoorde vragen. Op dit moment is het aanbod van internettelevisie nog beperkt tot de keuze die de distributeur maakt en het aanbod van de content­leverancier, maar op termijn zal op televisie, net als op internet, de volledige controle bij de kijker komen te liggen. Dan zal de contentmaker dus ook nog eens moeten gaan vechten om aandacht.

Wie dan voor de standaard zal zorgen? Gelink: "Als ieder platform in de ­toekomst een eigen winkel heeft met content, wordt de vertaling naar de ­consument lastig. Dan zal de roep om een overkoepelende, digitale televisiegids toenemen. Uiteindelijk zal ook de televisie een eigen besturingssysteem krijgen, zonder dat er een kastje voor nodig is om internet op tv te krijgen. Wie dat systeem levert is nog onduidelijk, maar Google kan hier ­zomaar een dominante rol in gaan spelen."

Ach ja, waarom ook niet, als er één partij orde in chaos kan scheppen is het zoekmachinegigant Google wel (die niet te vergeten ook eigenaar is van videowebsite YouTube). Google zelf ziet deze ­mogelijkheden ook, zo bleek eerder dit jaar uit een televisie-interview met topman Eric Schmidt. Mobiele apparaten zijn in de toekomst zo krachtig dat het mogelijk zal zijn daarop televisie te ­kijken, beweerde de Google-ceo. "Als ik mijn televisie aanzet, laat het de shows zien die ik gisteren al zag. Als ik de ­uitzending toch bekijk, weet de televisie niet dat ik dat gisteren al heb gedaan. Waarom is de televisie niet slimmer? Wij bouwen een platform dat de mogelijkheid biedt om content meer persoons­gericht te maken. Zodat je apparaat zegt: Eric, je hebt deze aflevering bekeken, we bieden je nu deze andere aan. Deze persoonlijke kijkervaring is een ­fundamentele eigenschap die internet kan bieden, en die bedrijven als Google kunnen ­bieden." Wordt dus, ongetwijfeld, vervolgd. 

feiten & cijfers

De uitgaven aan online advertenties in Groot-Brittannië waren in de eerste helft van 2009 voor het eerst hoger dan die aan televisiereclame

• Meer dan 1,8 miljoen tv's werden er in 2008 verkocht in Nederland, 12% meer dan in 2007. De omzet steeg naar 1,5 miljard euro

• In de eerste helft van 2009 keek 34% van de Nederlandse huishoudens wel eens naar een tv-programma via de computer

• Over-the-top internettelevisie brengt in 2012 1,5 miljard dollar op, zo wordt voorspeld

• Een andere voorspelling: het IP-verkeer vervijfvoudigt de ­komende vijf jaar tot tweederde zettabyte (!)

• In 2015 staan 12 miljard apparaten in contact met 500 miljard uur tv- en videocontent

• RTL Nederland verwacht dit jaar 150 miljoen streams voor RTL Gemist. In 2008 nam het aantal streams toe van 12 naar 91 miljoen. Via Uitzending Gemist van de Publieke ­Omroep werd in 2008 meer dan 130 miljoen keer een stream opgevraagd

• De ­gemiddelde tv-kijktijd van Nederlanders van zes jaar en ouder ligt in 2008 rond de drie uur per dag

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

• De ­video's op YouTube worden ruim 1 miljard keer per dag bekeken.

• In de eerste helft van 2009 had 47% van de tv's digitale ontvangst. In 2007 was dit nog maar 33%, in 2000 slechts 4%.