‘Er is hier een nieuwe generatie opgestaan’
Frederik Eijkman werkte als advocaat in Rotterdam bij Trenité Van Doorne, maar besloot acht jaar geleden samen met zijn vrouw het roer om te gooien. Ze vertrokken naar Kisumu, Kenia, een stad met 500.000 inwoners op zes uur rijden van de hoofdstad Nairobi, aan het Victoriameer. Daar werkte hij vijf jaar lang in een project met straatkinderen en zette een kinderrechtswinkel op. Maar een leven als entrepreneur trok en dus begon Eijkman met een aantal plaatselijke bankiers PEP Intermedius, een zakenbank die zich vooral bezig houdt met financiering van kleinere Keniaanse ondernemers. Geen ontwikkelingswerk meer, maar het land wordt er wel beter van. “Keniaanse ondernemers worden steeds professioneler en beter opgeleid”, merkt Eijkman op. “Ze ontgroeien het informele circuit van garages en marktkraampjes. Er is meer structuur, beter financieel management, de kwaliteit van werk is flink verbeterd. Er is hier een nieuwe generatie opgestaan.”
PEP Intermedius verstrekt kleinere kredieten, 500 tot 10.000 euro, met een looptijd van een paar weken of maanden. Het gaat vaak om handelsfinanciering, dus het voorfinancieren van bedrijven die opdrachten hebben gekregen, zoals het bouwen van een kantoor of het repareren van auto’s. Ook int het bedrijf cheques. Eijkman: “De grote banken zijn bureaucratisch, het duurt vijf dagen voor je er een cheque kunt verzilveren en je moet daar veel voor betalen. Ze zijn niet marktgericht, traag en heel erg gericht op Nairobi.”
Eijkman verkocht aandelen aan familie en vrienden om het bedrijf op te zetten. Zijn marktgevoel klopte: de behoefte aan een bank met kleine kredieten blijkt enorm. PEP Intermedius groeit met 35 procent per jaar en draait dit jaar een omzet van 1,8 miljoen euro. Eijkman is op zoek naar Nederlandse ondernemers die met geld en deskundigheid willen investeren in Keniaanse bedrijven. “Ze kunnen zich melden. Ideeën genoeg hier, maar het ontbreekt aan kapitaal.”
PEP Intermedius werkt gewoon van 8 tot 5, ook op zaterdag. Maar sommige zaken gaan anders dan in Nederland. Contracten worden niet altijd nageleefd en het rechtssysteem schiet soms tekort. “Betalingen door overheid en organisaties gaan over verschillende schijven. Iedere ambtenaar of werknemer die daarvoor een handeling moet verrichten, doet dat pas als hij ‘een lunch’ heeft verdiend. Dan moet je creatief zijn en partijen op een andere manier onder druk zetten. Zo hebben wij fraudeurs zelf moeten oppakken en bij de politie aangeven. ”
En dan is er AIDS. In zijn vorige baan verloor Eijkman veel collega’s aan de ziekte en ook nu als werkgever heeft hij ermee te maken. “Ik vermoed dat een aantal collega’s het heeft. Maar het is een taboe, je praat er niet over. Je houdt er rekening mee met je personeelsbeleid, dat je altijd twee mensen tegelijk opleidt.” Ook verkiezingen, die volgend jaar weer plaatsvinden, kunnen grote gevolgen hebben. Politiek is in Afrika vaak een kwestie van stammen, waarbij de winnaar vooral de eigen achterban bevoordeelt. Maar ook dat is aan het veranderen, meent Eijkman. “Jongere generaties zijn daar minder mee bezig. Als ik niet het gevoel had dat het hier stabiel was, was ik hier geen bedrijf begonnen. Na vijf jaar Kenia wist ik wel een beetje hoe het land werkt.”