Dit artikel komt uit Sprout Magazine.
Abonnement?Het is nauwelijks voor te stellen, maar er is een tijd geweest waarin ik een enorme klootzak was. Erger nog: een irritant, verwaand en onuitstaanbaar ettertje. Een pain in the ass, die om de paar maanden van bureau naar bureau hopte, intussen op veel te jonge leeftijd een tonnensalaris vergaarde en menig werkgever (en collega) tot pure wanhoop dwong. Ja, ook ik ben loonslaaf geweest. En stam nog uit de tijd dat je eerst keurig het rijtje van junior copywriter tot Creative Director aflegde, vóórdat je de ballen (en de onderscheidingen) verzameld had waarmee je de sprong wel durfde te wagen.
Die periode was toevalligerwijs ook de tijd waarin de bomen tot in de hemel groeiden. Het internet bestond nog niet, dus klanten betaalden grif een paar honderd euro – pardon: gulden – per uur om als advies te krijgen dat ze toch echt een tv-commercial op Nederland 1 of 2 moesten uitzenden. Hoe verrassend. En dat ze een ‘creatief concept’ nodig hadden, waar wij dan weer drie weken in een hotel over konden nadenken , waarbij het de sport was om de minibar er zo ongeschonden mogelijk uit te laten zien, terwijl we die wel leeggedronken hadden. Die minibar werd namelijk wèl van je salaris afgetrokken. Bij zo’n buitensporig dienstverband hoorden even eclatante wagenparken van de zaak. En er staat me één anekdote bij waarvoor zelfs ik me nu nog schaam.
“Een paar honderd euro – pardon: gulden – per uur om als advies te krijgen dat ze toch echt een tv-commercial op Nederland 1 of 2 moesten uitzenden. Hoe verrassend.”
We werden gevraagd door het bureau dat werkte voor zowel Peugeot als Citroën. Omdat we graag wilden werken voor Citroën (vanwege de historie van het merk), maar ze op dat moment geen ‘toffe’ auto’s in de portfolio had, besloten we een zescilinder Peugeot Coupé te nemen à 90.000 gulden, instapprijs. Die werd uiteraard in de lunchpauze even besteld, in je spijkerbroek met scheuren. “We willen graag allebei een antracietgrijze, automaat ja, met een Stinger graag. Eén met zwart leer, en ééntje met cognackleur, kan dat?” Volkomen gestoord en megalomaan gedrag. Toen het hoofdkantoor van Citroën in Parijs erachter kwam, waren de rapen gaar. Op straffe van het opzeggen van het totale account móesten wij ook in een Citroën. De extra straf dat het bureau per ongeluk vergeten was om de twee Peugeots af te bestellen – er draaide op een middag een oplegger het parkeerterrein op met een kleine twee ton aan overbodige auto’s – was voor mij nog niet genoeg. Ik zou ze krijgen.
Na keiharde onderhandelingen sleepten we eruit dat we één nieuwe Citroen mochten en één oldtimer. Dat werd een SM, de ‘Sa Majeste’, met Maserati-motor. Eén van de mooiste auto’s ooit getekend. Toen ik hem vond, was-ie wit met een rood stoffen interieur. Toen ik hem op kosten van de zaak helemaal had laten strippen en restaureren, was-ie metallic – vulcan gris – met zwartlederen bekleding. Het moet gezegd: áls ‘ie reed, was het de meest fenomenale automobiel waar ik ooit in gereden heb – nog steeds.
“Met een licht schuldgevoel stapte ik in, ondertussen mijn hersens pijnigend met welke smoes ik thuis zou kunnen komen.”
Alleen het afscheid, dat was érg slordig. Zowel van het bureau, als van de auto zelf. Ik zal nooit vergeten dat ik op een vrijdagnacht incognito ergens aan de Lindengracht vertoefde, en dat ik schielijk om 05.00 wegsloop. Op zaterdag is het daar altijd markt, dus mag je auto er niet staan. Mijn glanzende voiture stond daar dan ook helemaal in z’n uppie mooi te wezen. Met een licht schuldgevoel stapte ik in, ondertussen mijn hersens pijnigend met welke smoes ik thuis zou kunnen komen.
Op het moment dat ik het sleuteltje omdraaide in het contactslot, brak hij. Lullig, want van dat soort sleuteltjes uit 1973 zijn er meestal géén twee meer. De andere helft eruit laten halen ging een kostbare zaak worden. De volgende dag deed ik de resterende helft van de sleutel in een envelopje, stuurde dat naar het bureau met een briefje dat ze ‘de SM waarschijnlijk op konden halen bij Parkeerbeheer’ en tekende een contract bij een volgende werkgever. In ruil voor -onder andere – een hagelnieuwe Mercedes 230 SLK. Mon Dieu.